Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiseres, een B.V., een bedrag van € 5.684,58 van gedaagde, eveneens een B.V., voor het leveren van verkeersregelaars op twee evenementen. Gedaagde weigert te betalen, omdat zij stelt geen overeenkomst met eiseres te hebben gesloten. Gedaagde beweert dat de overeenkomst is gesloten door een andere partij, [bedrijf 1] B.V., met een eenmanszaak, [bedrijf 2]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van de door haar gestelde overeenkomst met gedaagde. De rechter heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat de persoon die de opdracht heeft verstrekt, [B], handelde namens haar. Gedaagde heeft bewijs overgelegd waaruit blijkt dat [B] handelde namens zijn eenmanszaak, en eiseres heeft geen tegenbewijs geleverd. Hierdoor is de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van gedaagde betalen, die zijn begroot op € 813,00. Het vonnis is uitgesproken op 5 februari 2025.