In deze zaak vordert eiser, een lid van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB), de vernietiging van het besluit van de KNBB om zijn lidmaatschap per direct op te zeggen. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. Eiser stelt dat de opzegging in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat het besluit niet op de juiste manier tot stand is gekomen. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser op inhoudelijke gronden afgewezen. De KNBB heeft het lidmaatschap van eiser beëindigd vanwege meldingen van ongepast gedrag, waaronder bedreigingen en ongepaste opmerkingen tijdens biljarttoernooien. Eiser heeft de opzegging betwist, maar de rechtbank oordeelt dat de KNBB voldoende redenen had om tot deze beslissing te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de juiste wederpartij had gedagvaard in een eerdere procedure, wat heeft geleid tot afwijzing van zijn vorderingen. De rechtbank concludeert dat de KNBB op basis van de beschikbare informatie in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen en dat de procedurele tekortkomingen niet leiden tot vernietiging van het besluit. Eiser wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten in beide zaken.