Op 20 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, T. Dopheide, een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, die verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 17 juni 2025. De kinderrechter heeft de ouders van de minderjarige, de moeder en de vader, als belanghebbenden aangemerkt. De moeder was aanwezig bij de zitting, bijgestaan door haar advocaat, mr. M. Cortet, terwijl de vader niet verscheen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De minderjarige had eerder aangegeven geen gebruik te willen maken van zijn recht om zijn mening te geven, omdat hij geblesseerd was.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in een moeilijke situatie verkeert, waarbij eerdere uithuisplaatsingen niet succesvol waren. De moeder heeft aangegeven dat het in het belang van de minderjarige is om hem uit huis te plaatsen, gezien de onhoudbare situatie thuis. De kinderrechter heeft de machtiging verleend, met de nadruk op de noodzaak van zorg en opvoeding voor de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Tevens heeft de kinderrechter een persoonlijke brief aan de minderjarige gestuurd, waarin zij haar zorgen en wensen voor zijn toekomst heeft verwoord.
De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 4 februari 2025. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.