3.3.1.Bewijsmiddelen
Naar aanleiding van een melding van een verdachte situatie heeft verbalisant [verbalisant 1] zich op 20 december 2021 om 05:05 uur begeven naar de parkeerplaats bij de Noordergaard in Harmelen. Volgens de melder stond er op de parkeerplaats een grote witte bus. De melder zag een persoon uit de bus stappen en die persoon bleef bij de bus staan. De bestuurder van de bus stapte ook uit, rende naar een witte personenauto en reed de parkeerplaats af. De witte personenauto was even later weer teruggekomen. Melder zag dat de bus er nog stond en dat drie personen met donkere kleding met iets bezig waren.
Een anonieme getuige verklaarde over deze situatie het volgende: ik werd wakker om iets voor vijf uur in de morgen van een grote/zware bus die achteruit de parkeerplaats tussen de Zwaan en de Noordergaard opreed. Ik zag dat de bus geparkeerd werd. Ik zag vervolgens een witte Volkswagen Golf keren op de Noordergaard, ter hoogte van de parkeerplaats waar de bus geparkeerd stond. Ik zag dat de bestuurder van de bus richting de Golf liep en achter de bestuurder instapte. Ik zag dat de Golf wegreed. De witte Volkswagen Golf kwam weer terug en stopte op de Noordergaard ter hoogte van de parkeerplaats waar de bus geparkeerd stond. Ik zag dat er drie personen in het donker gekleed uit de Volkswagen stapten. Een persoon liep voorop in de richting van de bus. De twee andere personen liepen er achteraan.
Toen verbalisant [verbalisant 1] samen met verbalisant [verbalisant 2] omstreeks 05:15 uur de parkeerplaats opreed, zag [verbalisant 1] een witte bus staan voorzien van kenteken [kenteken] Het voertuig stond midden op de parkeerplaats. Verbalisant [verbalisant 2] zag op de parkeerplaats een witte Volkswagen Golf. Het kenteken bleek later [kenteken] te zijn.Ook zag [verbalisant 2] dat twee personen in donkere kleding direct achter de witte bus stonden. Een van hen rende weg in de richting van de Zwaan. In de bosschages van de voortuin van de [adres 1] trof verbalisant [verbalisant 2] deze persoon aan. Deze persoon gaf later op te zijn: [verdachte] .Bij een achtertuin in dezelfde straat zag verbalisant [verbalisant 1] ook een persoon staan.Dit was [medeverdachte 1] .Hij verklaarde in eerste instantie tegen verbalisant [verbalisant 1] dat hij in zijn eigen tuin stond, en later tegen verbalisant [verbalisant 2] dat hij op bezoek was bij de bewoners van het nabij gelegen huis.Op de grond onder een vensterbank, verstopt achter een bankje, lagen zwarte handschoenen en een autosleutel. Naast [medeverdachte 1] lag nog een autosleutel. De bewoner van de woning verklaarde dat alleen zij en haar zoontje in de woning woonachtig waren. De hiervoor genoemde goederen waren niet van hen.Toen verbalisant [verbalisant 2] [medeverdachte 1] fouilleerde, voelde hij wat bij het geslachtsdeel van [medeverdachte 1] zitten. [medeverdachte 1] haalde daarna een sleutel uit zijn broek.
De bij [medeverdachte 1] aangetroffen autosleutels zijn onderzocht. Twee sleutels waren van het merk Iveco.De knipperlichten van de bus met kenteken [kenteken] die op de parkeerplaats in de Noordergaard stond, knipperden nadat een van de sleutels door de politie werd ingedrukt. De bus bleek op naam te staan van [bedrijf 1] . Ook de tweede sleutel hoorde bij een bus die op naam stond van [bedrijf 1] .Twee andere autosleutels die bij [medeverdachte 1] werden aangetroffen, hoorden ook bij twee voertuigen op naam van [bedrijf 1] . Aangever [aangever 1] verklaarde namens [bedrijf 1] dat in totaal vijf autosleutels bij de inbraak uit de loods waren weggenomen.
De vijfde autosleutel werd aangetroffen bij de doorzoeking van de Volkswagen Golf [kenteken] . De politie trof in die auto een zwarte autosleutel met een sleutelhanger in de vorm van een huisje aan.Aangever [aangever 1] verklaarde dat bij de inbraak een autosleutel met een hangertje eraan in de vorm van een huisje was weggenomen. Bij het indrukken van de afstandsbediening van de autosleutel uit de Golf reageerde het voertuig met kenteken [kenteken] , dat op naam stond van [bedrijf 1] .In de Volkswagen Golf werd ook een zwarte Samsung telefoon aangetroffen. Het telefoonnummer in deze telefoon staat op naam van [verdachte] .
Op 20 december 2021 om 05:54 uur was de politie ter plaatse bij [bedrijf 1] op de [adres 2] in [plaats] . De muur aan de zijkant van het gebouw was opengebroken. Vlak onder het dak was de plaatstalen muur open gespleten. Een kast in de loods was opengebroken. Achterin de loods lag een gereedschapskoffer op de grond. Voor een hoveniersbedrijf lag er opvallend weinig gereedschap in de loods.Aangever [aangever 1] heeft verklaard dat er, naast autosleutels, een grote hoeveelheid gereedschapen een bestelbus waren gestolen.
De bus met kenteken [kenteken] die op de Noordergaard geparkeerd stond, is door de politie onderzocht. Er bleken 79 geelgekleurde kazen en 64 roodgekleurde kazen in te zitten. In de laadruimte zijn daarnaast diverse soorten gereedschap aangetroffen.
Op beelden, vastgelegd door camera’s bij de entree van [bedrijf 1] , zijn in de nacht van 20 december 2021 (de nacht van de inbraak) om 02:20 uur drie personen te zien die als volgt worden omschreven.
Man 1: lichte pet, dikke jas tot over de kont, jas was voorzien van capuchon met een bontkraag en de jas had een embleem op de linkermouw, donkere handschoenen, lange broek met doorlopende verticale streep van boven tot onder op de buitenzijde van de broekspijp en vermoedelijk sportschoenen met lichte zolen.
Man 2: baardje, donkere pet, dikke jas met een donkere strook ter hoogte van de schouders. De mouwen waren donkerder van kleur dan de body. Op onderzijde midden op de rugzijde van de jas, een merk/embleem, een lange broek, donkere schoenen.
Man 3: capuchon, jas tot aan de kont, deze lijkt een stuk dunner dan de jassen van man 1 en man 2, lange broek, licht gekleurde schoenen.
Op de beelden is te zien dat man 2 en man 3 man 1 helpen bij het open maken van het schuifhek dat toegang geeft tot het terrein van [bedrijf 1] . Man 1 is vermoedelijk iets van het hek open aan het slijpen, omdat een vonkenregen bij dit deel van het hek is te zien. Omstreeks 02:27 uur gaat het hek volledig open. Om 03:11 uur rijdt een licht gekleurde bus met kenteken [kenteken] richting het schuifhek. Man 1 rent links naast de bus, man 3 rent rechts naast de bus. Man 2 is vermoedelijk bestuurder van de bus.
Na het uitkijken van beelden zag verbalisant [verbalisant 3] een overeenkomst in het kledingsignalement van [medeverdachte 1] ten tijde van zijn aanhouding en het kledingsignalement van een van de personen op de beelden: bodywarmer met capuchon, zwarte/donkere band op bodywarmer aan de voorzijde borsthoogte, tekst op rug ter hoogte van de kont, donkere schoenen.
In de fouillering van verdachte [verdachte] zaten de volgende kledingstukken, die verdachte aan had toen hij werd aangehouden: een donkerblauwe gewatteerde korte jas en een paar witte sneakers.
[aangever 2] heeft namens [bedrijf 2] B.V. aangifte gedaan van een inbraak, gepleegd in een bedrijfspand gelegen aan de [adres 3] in [plaats] . Op 19 december 2021 is het bedrijfspand degelijk afgesloten. Op 20 december 2021 bleek dat er was ingebroken in het bedrijfspand. Aangever zag dat op een hoogte van ongeveer drie meter twee ruiten waren vernield. Verder waren er twee pallets weggenomen. Op deze pallets lag een speciale kaas, namelijk Leidse Boerenkaas. Deze kaas is voorzien van een rode korst. In totaal zijn er 64 van deze kazen weggenomen.Tevens zijn er 79 stuks van de "Leidse Kanter" meegenomen. Deze kaas heeft een gele korst. Op camerabeelden heeft aangever gezien dat de kaas werd ingeladen in een bestelbus.Aangever [aangever 2] heeft de in de bus met kenteken [kenteken] aangetroffen kazen herkend als de bij zijn bedrijf weggenomen kazen, onder meer aan de hand van de serienummers.
Uit camerabeelden van [bedrijf 2] blijkt dat de inbraak is gestart op 20 december 2021 om 04:35 uur en dat hierbij drie personen waren betrokken. Persoon 1 stond in de laadruimte van de bestelbus, persoon 2 stond bij de geopende deuren van de bestelbus, persoon 1 gaf aanwijzingen en persoon 3 bestuurde de heftruck.Persoon 1 pakte in de laadruimte de kazen van de pallet, persoon 3 loste de pallet verder in de laadruimte van de bestelauto en persoon 2 duwde meerdere kazen in de laadruimte.
Op basis van de camerabeelden en de kleding die bij [medeverdachte 1] is aangetroffen (onder andere een bodywarmer met capuchon, zwarte schoenen) is het zeer aannemelijk, aldus verbalisant [verbalisant 4] , dat persoon 1 [medeverdachte 1] is. Het is op basis van de beelden en de bij [verdachte] aangetroffen kleding (onder andere een gewatteerde jas, witte schoenen) zeer aannemelijk dat persoon 2 [verdachte] is.
3.3.2.Bewijsoverwegingen
In de nacht van 19 op 20 december 2021 zijn kort achter elkaar twee bedrijfsinbraken gepleegd: omstreeks 02:20 uur bij [bedrijf 1] en omstreeks 04:35 uur bij [bedrijf 2] . Kort daarna, omstreeks 05:15 uur, is de bij [bedrijf 1] weggenomen bestelbus is gevonden op een parkeerplaats in Harmelen, met in die bus zowel gestolen goederen van [bedrijf 1] als de gestolen kazen van [bedrijf 2] . Op de beelden van [bedrijf 2] is te zien dat de kazen door drie personen in een bestelbus worden geladen. Ook de beelden van [bedrijf 1] laten zien dat de inbraak wordt gepleegd door drie personen. Door de melder en door de anonieme getuige is gezien dat er vlak voordat de gestolen bestelbus van [bedrijf 1] op de parkeerplaats werd aangetroffen door de politie, een witte Volkswagen Golf bij de bestelbus kwam aangereden, dat de twee inzittenden van de bestelbus bij die Volkswagen Golf instapten, dat de Golf even later terugkwam bij de gestolen bestelbus en dat de drie inzittenden uit de Volkswagen Golf richting de bestelbus liepen. In die Volkswagen Golf is naast een telefoon van verdachte ook een autosleutel aangetroffen die bij de inbraak bij [bedrijf 1] is gestolen. Gelet op deze omstandigheden en gelet op de korte tijd tussen de beide inbraken en het aantreffen van de gestolen bestelbus, gaat de rechtbank ervanuit dat de beide voertuigen (de gestolen bestelbus en de Volkswagen Golf) en de drie personen gezamenlijk betrokken zijn geweest bij zowel de inbraak bij [bedrijf 1] als de inbraak bij [bedrijf 2] .
De vraag is of de verdachte één van deze drie personen is geweest. De rechtbank komt op basis van de hierna genoemde omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang met alle redengevende bewijsmiddelen, inderdaad tot die conclusie en overweegt daartoe het volgende.
De telefoon van de verdachte is in de Volkswagen Golf aangetroffen, die geparkeerd stond vlakbij de gestolen bestelbus met de gestolen inhoud. In die Volkswagen is ook een gestolen goed gevonden (één van de bij [bedrijf 1] gestolen sleutels). De verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de aanwezigheid van zijn telefoon in die auto, terwijl deze auto mede door de daarin aangetroffen gestolen sleutel in verband kan worden gebracht met de inbraken. Zowel de verdachte als de medeverdachte [medeverdachte 1] zijn kort na het aantreffen van de gestolen bestelbus aangehouden, vlakbij de parkeerplaats waar die bus geparkeerd stond. De verdachte had zich verstopt in de bosjes van een tuin en heeft geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid daar op dat tijdstip. De verdachte had tijdens zijn aanhouding een donkerblauwe gewatteerde korte jas en een paar witte sneakers aan. De medeverdachte [medeverdachte 1] droeg tijdens zijn aanhouding donkere schoenen en een bodywarmer met capuchon. De politie heeft geconstateerd dat de kleding die de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] droegen bij hun aanhouding overeenkomsten vertoont met de kleding van twee van de mannen die te zien zijn op zowel de beelden van de inbraak bij [bedrijf 1] als op de beelden van de inbraak bij [bedrijf 2] . De hiervoor genoemde omstandigheden leiden tot de conclusie dat verdachte bij beide inbraken aanwezig was.
Verweer betrouwbaarheid processen-verbaal
De advocaat van de verdachte heeft aangevoerd dat de processen-verbaal met de beschrijving van de signalementen niet kunnen worden gebruikt voor het bewijs, omdat ze niet duidelijk genoeg en tegenstrijdig zouden zijn. De rechtbank ziet dit anders. Dat verbalisant [verbalisant 4] mede op basis van de schoenen overeenkomsten ziet tussen de aangehouden verdachten en de personen op de beelden bij [bedrijf 2] , terwijl verbalisant [verbalisant 5] de schoenen niet beschrijft, betekent niet dat het dus onwaar is wat verbalisant [verbalisant 4] schrijft over de schoenen. De rechtbank gaat er ook niet in mee dat, zoals de advocaat heeft geschetst, verbalisant [verbalisant 4] meer details heeft genoemd omdat hij te graag tot een herkenning wilde komen. Die stelling vindt geen enkele ondersteuning in het dossier. Het proces-verbaal waarin de kleding van de verdachte wordt beschreven toen hij werd aangehouden en ook de processen-verbaal van het uitkijken van de beelden van beide inbraken zijn volgens de rechtbank specifiek genoeg om als bewijsmiddel te gebruiken.
De rechtbank komt tot de conclusie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte samen met anderen twee bedrijfsinbraken heeft gepleegd.