ECLI:NL:RBMNE:2025:2813
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bewindvoeringzaak
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 8 mei 2025 mr. P.J. Elferink gewraakt, die de behandeling van zijn verzoek tot opheffing van de bewindvoering leidde. De rechter had de beslissing op dit verzoek aangehouden voor vijf maanden. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat deze zich had aangesloten bij het standpunt van de bewindvoerder, die stelde dat verzoeker niet zelfredzaam was. Het wrakingsverzoek werd op 22 mei 2025 behandeld door de wrakingskamer, waarbij zowel verzoeker als de rechter aanwezig waren. De rechter verdedigde haar beslissing door te stellen dat zij verzoeker de kans wilde geven om een zelfredzaamheidstraject te doorlopen voordat zij een beslissing nam over de opheffing van de bewindvoering. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om de bewindvoering niet direct op te heffen een procesbeslissing was en geen grond voor wraking opleverde. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. Het wrakingsverzoek werd afgewezen, en de procedure met zaaknummer 11546186 UT VERZ 25-1274 moest worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.