ECLI:NL:RBMNE:2025:2812
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure
Op 5 juni 2025 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een wrakingsverzoek afgewezen. Verzoeker had op 17 april 2025 mr. O.P. Van Tricht gewraakt, omdat deze in een andere zaak had besloten dat de uitspraak op 7 mei 2025 zou plaatsvinden. Verzoeker stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op de conclusie van dupliek van de gedaagde partij, wat volgens hem zijn recht op een eerlijk proces zou schenden. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de beslissing van de rechter om de zaak voor vonnis te zetten een procesbeslissing is, die geen grond voor wraking oplevert. De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat de wrakingskamer niet tot een andere conclusie kon komen. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen en de procedure van verzoeker met zaaknummer 11509352 UC EXPL 25-680 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing. De beslissing is openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.