Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2024 met 9 producties;
- de conclusie van antwoord 8 producties;
- de mondelinge behandeling van 8 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser, een omwonende van een windpark, de betaling van een jaarlijkse vergoeding van € 2.500,00 van Olsterwind B.V. Eiser stelt dat er geen voorwaarden verbonden zijn aan deze vergoeding, terwijl Olsterwind betwist dat er een onvoorwaardelijke toezegging is gedaan. De rechtbank heeft de procedure op 28 mei 2025 behandeld, waarbij eiser zijn vordering baseert op een mondelinge toezegging van twee bestuurders van Olsterwind in 2019. Olsterwind stelt echter dat er voorwaarden aan de vergoeding zijn verbonden, zoals het ondertekenen van een overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor een onvoorwaardelijke toezegging en wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van Olsterwind vergoeden, die zijn begroot op € 4.109,00. De rechtbank benadrukt dat de vergoeding alleen kan worden betaald onder bepaalde voorwaarden, zoals het feit dat eiser omwonende moet zijn van het windpark en dat het windpark operationeel moet zijn.