ECLI:NL:RBMNE:2025:2737

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
C/16/592309 / KL ZA 25-87
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van negatieve recensie op internet in kort geding

In deze zaak heeft de eiseres, een verloskundige en praktijkhoudster van een eenmanszaak, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die een negatieve recensie over haar dienstverlening op internet had geplaatst. De eiseres vorderde de verwijdering van deze recensie en een verbod voor de gedaagde om zich negatief over haar uit te laten. De recensie was meerdere keren gewijzigd en op enig moment opnieuw geplaatst. De rechter moest beoordelen of de laatst geplaatste recensie onrechtmatig was, waarbij de belangen van de eiseres op bescherming van haar goede naam tegenover de vrijheid van meningsuiting van de gedaagde moesten worden afgewogen. De rechter oordeelde dat de laatst geplaatste recensie niet onrechtmatig was en dat het niet gerechtvaardigd was om de vrijheid van meningsuiting van de gedaagde te beperken. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: C/16/592309 / KL ZA 25-87
Vonnis in kort geding van 5 juni 2025
in de zaak van
[eiseres]handelend onder de naam
[eenmanszaak],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen:
[eiseres],
advocaat: mr. C.A.M.H. Vink,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen:
[gedaagde],
advocaat: mr. M.J.M. Groen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 mei 2025 met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5;
- producties 6 en 7 van [gedaagde] ;
- de akte overlegging producties 17 tot en met 21 van [eiseres] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 mei 2025. [eiseres] is samen met haar partner verschenen en werd bijgestaan door mr. N. Roovers (kantoorgenoot van mr. Vink). [gedaagde] is samen met haar partner verschenen en werd bijgestaan door mr. Groen. De spreekaantekeningen die mr. Roovers heeft voorgelezen zijn aan het dossier toegevoegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling met partijen besproken is.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van het geschil

2.1.
[eiseres] is verloskundige en praktijkhoudster van de eenmanszaak [eenmanszaak] . [eiseres] heeft zorg verleend aan [gedaagde] . [gedaagde] is ontevreden over de dienstverlening van [eiseres] en heeft daarover een recensie op internet geplaatst. [gedaagde] heeft de recensie een aantal keer gewijzigd en de recensie is op enig moment verwijderd. Daarna heeft [gedaagde] een nieuwe recensie geplaatst. [eiseres] vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de recensie te verwijderen, dat het [gedaagde] wordt verboden om zich direct of indirect negatief over [eiseres] uit te laten en als dat toch gebeurt de negatieve uitlating
“te verwijderen”.

3.De achtergrond van het geschil

3.1.
Medio mei 2024 heeft [gedaagde] een recensie over [eenmanszaak] op internet geplaatst. [gedaagde] heeft [eenmanszaak] een beoordeling van drie van de vijf mogelijke sterren gegeven en daarbij het volgende geschreven:
“Verloskundige [A] heeft mij in de laatste maanden van mij zwangerschap elke controle gezien. Zij is een topper in haar vak. En heeft het hart op de juiste plaats. Zij verdiend dan ook gewoon 5 sterren ze kreeg er meer als ik haar die kon geven op google. Wij hebben haar elke controle gezien samen met verloskundige [B] wat ook zeker een hele fijne meid is, en zeker ook een topper. Ze hebben een luisterend oor, en nemen de tijd voor je, ook als je het zwaar hebt in de zwangerschap die niet heel fijn verliep met veel klachten.
Helaas en heel jammer ben ik door de praktijkhouder niet serieus genomen op het laatst in mijn zwangerschap. Wat tot extra klachten heeft geleid en waardoor ik er nog steeds, dagelijks hinder van onder vindt.”
3.2.
Op 24 mei 2024 en 28 mei 2024 stuurt [eiseres] een e-mailbericht aan [gedaagde] met het verzoek om in gesprek te gaan. Op 30 mei 2024 stuurt [gedaagde] een e-mailbericht aan [eiseres] met een uitnodiging om dezelfde avond bij haar thuis met [eiseres] in gesprek te gaan. Tot een gesprek tussen partijen komt het niet.
3.3.
Medio juni 2024 heeft [eiseres] als reactie onder de recensie van [gedaagde] op Google geschreven:
“Hoi [gedaagde] , ik reageer graag persoonlijk op je review omdat wij elkaar ook persoonlijk kennen. Ik betreur het daarom enorm dat je ervoor gekozen hebt om weken na jouw kraamweek dit bericht achter te laten, terwijl je de week voor jouw bevalling nog hebt aangegeven een goed gevoel te hebben bij mijn zorg voor jou. Ook in de kraamweek heb je niets aangegeven. Hoewel het mij spijt te horen dat je je niet serieus genomen voelde, voel ik mij wel genoodzaakt een toelichting te geven omdat de praktijk een andere kijk heeft op de situatie. Tijdens jouw zwangerschap kampte je met klachten en deze namen inderdaad toe richting het eind van je zwangerschap. Ik ben meerdere keren met spoed naar je toe gekomen en ben zelfs mee gegaan in de ambulance om er voor jou te zijn. Uiteindelijk heb ik persoonlijk contact opgenomen met de gynaecoloog om de ernst jouw klachten zelf nog extra toe te lichten, waardoor jouw bevalling een week eerder werd ingeleid dan gebruikelijk namelijk bij 39 weken. Echter had jij het verzoek om al bij 36 weken te bevallen, wat helaas niet kan omdat een vroeggeboorte medisch onverantwoord is en in strijd is met de eed die ik als verloskundige heb afgelegd (niet schaden, wel doen). Om jouw vraag echter wel serieus te nemen, heb ik contact opgenomen met een andere verloskundigenpraktijk en zij gaven hetzelfde aan. Na jouw bevalling heb je onvoldoende pijnstilling meegekregen van het ziekenhuis en heb ik opnieuw persoonlijk gezorgd voor extra pijnstilling. Je was mij hier in de kraamweek enorm dankbaar voor. Vanwege jouw uitspraak dat door mijn toedoen jouw klachten zijn verergerd, heb ik geïnformeerd bij meerdere medisch specialisten. Zowel de gynaecoloog als de bekkenfysiotherapeut herkennen zich hier niet in en geven aan niet op de hoogte te zijn van verergering van jouw klachten op dit moment. Ik vind het uiteraard ontzettend vervelend als je toch nog last hebt van klachten, maar vind het wel jammer om te lezen dat je dit onterecht aan mijn zorgverlening toewijdt nadat ik zo mijn best voor je heb gedaan binnen mijn mogelijkheden. Ik wil je desondanks wel uitnodigen op de praktijk om hierover te praten. omdat ik graag wil nagaan hoe ik je mogelijk nog kan helpen of in de toekomst miscommunicatie kan voorkomen als dit de oorzaak is van dit misverstand. Met vriendelijke groet, [eiseres] (praktijkhouder en verloskundige).”
3.4.
Op 19 juli 2024 stuurt de rechtshulpverlener van [eiseres] een brief aan [gedaagde] waarin gesommeerd wordt om de recensie te verwijderen.
3.5.
Medio augustus 2024 heeft [gedaagde] haar recensie aangepast. In de aangepaste recensie heeft zij [eenmanszaak] een beoordeling van één van de vijf mogelijke sterren gegeven en daarbij het volgende geschreven:
“Verloskundige [A] heeft mij in de laatste maanden van mij zwangerschap elke controle gezien. Zij is een topper in haar vak. En heeft het hart op de juiste plaats. Zij verdiend dan ook gewoon 5 sterren ze kreeg er meer als ik haar die kon geven op google. Wij hebben haar elke controle gezien samen met verloskundige [B] wat ook zeker een hele fijne meid is, en zeker ook een topper. Ze hebben een luisterend oor, en nemen de tijd voor je, ook als je het zwaar hebt in de zwangerschap die niet heel fijn verliep met veel klachten.
Een extra toevoeging van ons gevoel
De praktijkhoudster is zeer zakelijk.
Het warme familie gevoel dat wij hadden voor de overname die is verdwenen.”
3.6.
Eind maart 2025 heeft [gedaagde] haar gewijzigde recensie opnieuw gewijzigd. In de aangepaste recensie staat geschreven:
“Verloskundige [A] heeft mij in de laatste maanden van mij zwangerschap elke controle gezien. Zij is een topper in haar vak. En heeft het hart op de juiste plaats. Zij verdiend dan ook gewoon 5 sterren ze kreeg er meer als ik haar die kon geven op google. Wij hebben haar elke controle gezien samen met verloskundige [B] wat ook zeker een hele fijne meid is, en zeker ook een topper. Ze hebben een luisterend oor, en nemen de tijd voor je, ook als je het zwaar hebt in de zwangerschap die niet heel fijn verliep met veel klachten.
Een extra toevoeging van ons gevoel
De praktijkhoudster is zeer zakelijk.
Het warme familie gevoel dat wij hadden voor de overname die is verdwenen. Ook als haar een review niet bevalt, stuurt ze een advocaat op je dak die dreigt met een rechtszaak als je de revieuw niet verwijderd of aanpast. En als het zover is dan laat de praktijkhoudster en advocaat niks meer van zich horen en zo loop de zaak rustig door zonder enkel contact.
Helaas hebben wij nog steeds te maken met deze zaak die maar doorloopt.”
3.7.
Op 3 april 2025 stuurt de rechtshulpverlener van [eiseres] een brief aan [gedaagde] waarin gesommeerd wordt om de recensie te verwijderen.
3.8.
Medio april 2025 heeft [gedaagde] de aangepaste recensie met daarbij de reactie van [eiseres] geheel verwijderd en een nieuwe recensie geplaatst. In de nieuwe recensie heeft [gedaagde] [eenmanszaak] een beoordeling van één van de vijf mogelijke sterren gegeven en daarbij het volgende geschreven:
“Wij zijn ontevreden over deze praktijk”

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiseres] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisend belang
4.2.
[gedaagde] wordt niet gevolgd in haar stelling dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. In het verleden heeft [gedaagde] haar recensie meermaals gewijzigd en op enig moment verwijderd en een nieuwe recensie geplaatst. Als komt vast te staan dat de laatste recensie onrechtmatig is, heeft [eiseres] voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot verwijdering daarvan en haar vordering om [gedaagde] te verbieden opnieuw een recensie te plaatsen.
Beoordelingskader
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het in dit kort geding gaat om een gevorderde voorlopige voorziening. Dat betekent dat de vraag beantwoord moet worden of de huidige situatie, dus de recensie uit rechtsoverweging 3.8 (hierna: de recensie), (on)rechtmatig is. Voor beantwoording van die vraag zijn de (gewijzigde) recensies uit het verleden in principe niet relevant. Die zijn immers niet meer zichtbaar. De vraag of de (gewijzigde) recensies uit het verleden onrechtmatig waren, zal in dit kort geding dan ook niet beantwoord worden.
4.4.
Voor de beoordeling van de (on)rechtmatigheid geldt het volgende toetsingskader. In het onderhavige geschil staan twee, ieder voor zich hoogwaardige, rechten tegenover elkaar, te weten enerzijds het recht van [eiseres] op bescherming van haar goede naam tegen lichtvaardig gepubliceerde beschuldigingen (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM) en anderzijds de vrijheid van [gedaagde] om haar mening te uiten (artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM). Het belang van [gedaagde] is er met name in gelegen dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over haar ervaringen met [eiseres] . Ook als die ervaringen negatief zijn. Daartegenover staat het belang van [eiseres] dat er met name in is gelegen dat zij niet wordt blootgesteld aan ongefundeerde verdachtmakingen, die haar naam en reputatie onnodig schaden.
4.5.
Voor de beoordeling van de (on)rechtmatigheid is bovendien van belang dat de gewraakte tekst een recensie is, waarbij het voor een lezer in beginsel voldoende duidelijk is dat de inhoud slechts de mening van de schrijver weergeeft.
Standpunt [eiseres]
4.6.
[eiseres] vordert onder andere verwijdering van de recensie en een verbod om nieuwe ervaringen over haar of haar praktijk te delen. Als de vorderingen van [eiseres] worden toegewezen, is dat een beperking van de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] . Voor deze gevorderde beperking voert [eiseres] – kort samengevat – het volgende aan. De geplaatste recensies zijn feitelijk onwaar, onnodig grievend en dienen geen maatschappelijk belang. [gedaagde] heeft haar recensie meermaals aangepast en op enig moment verwijderd en een nieuwe recensie geplaatst. Door het verwijderen van een recensie heeft [gedaagde] ook de reactie van [eiseres] op die recensie verwijderd. [eiseres] loopt een concreet risico op blijvende reputatieschade en inkomstenverlies. [eiseres] vreest dat [gedaagde] iedere keer haar recensie zal verwijderen als zij op een recensie reageert.
Beoordeling van de recensie
4.7.
Het is niet in geschil dat [eiseres] actief gebruik maakt van de mogelijkheid voor het geven van recensies over de dienstverlening van haar of haar praktijk. [eiseres] benadert haar cliënten actief om een recensie over haar dienstverlening te geven. In dat kader heeft zij in beginsel te accepteren dat iemand ook een negatieve recensie plaatst.
4.8.
[eiseres] wordt niet gevolgd in haar stelling dat de recensie feitelijk onwaar of onnodig grievend is. De tekst van de recensie (“Wij zijn ontevreden over deze praktijk”) is kort, in normaal en niet ongebruikelijk taalgebruik en verwoordt een mening die voortkomt uit het gevoel van [gedaagde] bij de dienstverlening van [eiseres] en haar praktijk. Hoewel partijen de verleende zorg van [eiseres] aan [gedaagde] anders hebben ervaren, heeft [gedaagde] voldoende omstandigheden aangevoerd waarom zij dat gevoel heeft. Duidelijk is dat zij een persoonlijke mening deelt over een negatieve ervaring met (de praktijk van) [eiseres] .
4.9.
[eiseres] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij door de enkele negatieve recensie van [gedaagde] een concreet risico loopt op blijvende reputatieschade of inkomstenverlies. Weliswaar heeft [eiseres] gesteld dat sinds de eerste recensie van [gedaagde] de aanmeldingen bij haar praktijk waren teruggelopen van 15 per maand naar 2 per maand, maar dat de huidige recensie van [gedaagde] daarvan de oorzaak is blijkt nergens uit.
4.10.
Hoewel het opmerkelijk is dat [gedaagde] de recensie uit augustus 2024 (rechtsoverweging 3.5) in maart 2025 (rechtsoverweging 3.6) heeft aangepast op basis van het enkele feit dat zij geen uitsluitsel van [eiseres] kreeg op haar vraag of de zaak gesloten was, is die omstandigheid niet relevant voor het oordeel of de laatst geplaatste recensie (on)rechtmatig is. Die recensie heeft immers een hele andere inhoud en verschilt daardoor van de eerdere recensies.
4.11.
[eiseres] wordt gevolgd in haar stelling dat zij wordt beperkt in het geven van wederhoor, omdat haar reactie op de eerdere recensie ook werd verwijderd toen [gedaagde] haar eerdere recensie geheel verwijderde en daarna een nieuwe recensie plaatste. Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verklaard dat zij geen nieuwe recensies meer zal plaatsen. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat [gedaagde] zich daaraan zal houden.
4.12.
De hiervoor genoemde omstandigheden leiden tot de conclusie dat de laatst geplaatste recensie van [gedaagde] niet onrechtmatig is tegenover [eiseres] . Het is daarom niet gerechtvaardigd om de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] te beperken. De vordering van [eiseres] tot verwijdering van de recensie wordt daarom afgewezen.
Beoordeling overige vorderingen
4.13.
De vordering van [eiseres] om [gedaagde] te verbieden om zich in de toekomst direct of indirect negatief over [eiseres] uit te laten veronderstelt dat de handelswijze van [gedaagde] met betrekking tot haar laatste recensie onrechtmatig is. Dat geldt ook voor de vordering van [eiseres] om een toekomstige negatieve uitlating van [gedaagde] over [eiseres]
“te verwijderen”. Omdat geconcludeerd wordt dat de handelswijze van [gedaagde] niet onrechtmatig is, zullen die vorderingen worden afgewezen.
Proceskosten
4.14.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht
331,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.616,00
4.15.
De proceskostenveroordeling wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Daartegen is geen verweer gevoerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 1.616,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
MH 5631