Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
hierna te noemen [gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
hierna te noemen [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2. De kern van de zaak
3.De beoordeling
Tegen [gedaagde sub 1] c.s. wordt verstek verleend
4.De beslissing
4.1. veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om de woning aan de [adres] te [plaats] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan [eiseres] , en om deze woning met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen;
- € 11.162,29 aan achterstallige huur berekend tot en met de maand juni 2025, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over de vervallen huurtermijnen vanaf de vervaldata van de respectievelijke huurtermijnen tot de dag waarop dit bedrag volledig is betaald;
- de maandelijkse huurprijs vanaf de maand juli 2025 tot en met het einde van de maand waarin de daadwerkelijke ontruiming heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente over elke niet (tijdig) betaalde huurtermijn vanaf de vervaldata van de respectievelijke huurtermijnen tot de dag waarop de huurtermijn volledig is betaald;