Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 10 producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met 9 producties;
- de brief van 26 mei 2025 van de gemachtigde van [eiseres] met een vermeerdering van eis en de nagezonden producties 11 tot en met 16.
2.De kern van de zaak
3.Achtergrond van de zaak
4.De beoordeling
data, opdrachtgevers, marktaandeel, gebruikte technologieën, business planning en margebeleid” is niet concreet en zou ook voor andere bedrijven kunnen gelden. De motivering is ook niet gericht op [gedaagde] en zijn functie en werkzaamheden als [functie] . De functie van [gedaagde] wordt in het geheel niet genoemd. De in het beding weergegeven afweging en motivering van belangen is daarmee onvoldoende specifiek. Dit geldt temeer nu in het beding geheel voorbijgegaan wordt aan de bijzondere constructie die partijen zijn aangegaan, waarbij [gedaagde] de werkzaamheden deels uit hoofde van een arbeidsovereenkomst en deels uit hoofde van een opdracht van opdracht heeft verricht. In de overeenkomst van opdracht is voor dezelfde werkzaamheden geen concurrentiebeding overeengekomen.