ECLI:NL:RBMNE:2025:2687

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
16.315645.24 en 16.243526.24 (gev. ttz), 16.307954.23 (gev. ttz) & 16.207667.22 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere strafbare feiten, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld en afpersing

Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte. De verdachte is veroordeeld voor een reeks ernstige strafbare feiten, waaronder het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld en afpersing. De feiten vonden plaats op 1 oktober 2024 in Almere, waar de verdachte samen met medeverdachten twee slachtoffers onder bedreiging van geweld heeft beroofd van hun vrijheid en geld. De slachtoffers werden gedwongen om hun bankpassen en pincodes af te geven, waarna er geld van hun rekeningen werd gepind. Een van de slachtoffers liep zwaar lichamelijk letsel op, wat leidde tot blijvende gevolgen. De rechtbank heeft de verdachte een jeugddetentie van 260 dagen opgelegd, met aftrek van het voorarrest, en een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een normoverschrijdende gedragsstoornis en ADHD, wat heeft bijgedragen aan zijn criminele gedrag. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.315645.24 en 16.243526.24 (gev. ttz), 16.307954.23 (gev. ttz) & 16.207667.22 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 juni 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2009] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen. Het onderzoek ter terechtzitting heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden op 20 mei 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.L. Rinsma en van wat [verdachte] en zijn raadsman, mr. J.A.C. van den Brink, advocaat te Almere, en de advocaat van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , mr. T. de Heer, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat [verdachte] :
Parketnummer 16.315636.24
Feit 1
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] van hun vrijheid hebben beroofd, ten gevolge waarvan [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen;
Feit 2
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), een geldbedrag van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
Feit 3
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , heeft gedwongen tot afgifte van een auto en een geldbedrag van € 560,00, welke aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toebehoorden;
Feit 4
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), een auto van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
Feit 5
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , heeft gedwongen tot afgifte van een auto, welke aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toebehoorden.
Parketnummer 16.243526.24
Op 8 maart 2024 in Almere [slachtoffer 4] met voorbedachten rade heeft mishandeld;
Parketnummer 16.307954.23
Feit 1 primair
op 9 november 2023 in Almere samen met een (of meer) ander(en), door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van een telefoon die aan [slachtoffer 1] toebehoorde;
Feit 1 subsidiair
op 9 november 2023 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), een telefoon van [slachtoffer 1] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] ;
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16.315645.24, 16.243526.24 en 16.307954.23 tenlastegelegde feiten respectievelijk als feiten 1 tot met 5, feit 6 en feit 7 primair en subsidiair.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
[verdachte] moet worden vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde nu de door hem en medeverdachten verrichte handelingen als afpersing moeten worden gekwalificeerd. Het wegnemen van de auto kan daarom niet wettig en overtuigend worden bewezen.
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair tenlastegelegde wel wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich ten aanzien bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3, 5 en 7 aan het oordeel van de rechtbank, waarbij de raadsman opmerkt dat onder feit 3 niet bewezen kan worden dat € 560,00 is weggenomen, nu er in totaal maar € 340,00 in biljetten van
€ 20,00 is aangetroffen. [verdachte] moet worden vrijgesproken van feit 4 nu deze gebeurtenissen niet als een diefstal met geweld kunnen worden gekwalificeerd. [verdachte] moet partieel worden vrijgesproken van feit 6 nu er geen sprake is geweest van voorbedachten rade. Als laatste moet [verdachte] gedeeltelijk worden vrijgesproken van feit 7, omdat [verdachte] het wapen niet op aangeefster heeft gericht en ook niet heeft doorgeladen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleidend
De rechtbank gaat op basis van het dossier en dat wat er besproken is op de zitting uit van de volgende feiten en omstandigheden. Op 1 oktober 2024 gaan beide aangevers ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] ) naar Almere omdat zij daar met iemand hebben afgesproken om een geldbedrag op te halen in verband met de verkoop van een auto in Suriname. Op het adres dat aan hen is doorgegeven, weet niemand van de verkoop van de auto af. Aangevers willen weggaan en op dat moment stappen er twee jongens bij hen in de auto, te weten [verdachte] en [medeverdachte 1] . Een derde jongen, [medeverdachte 2] , blijft buiten staan. [medeverdachte 1] en [verdachte] stellen voor om het geld voor de verkoop van de auto ergens anders op te halen. Op deze locatie stapt vervolgens medeverdachte [medeverdachte 3] in de auto. Na enige tijd wordt duidelijk dat het geld voor de verkoop van de auto niet komt en willen aangevers de verdachten weer terugbrengen naar de eerste locatie en hen daar afzetten. Op dat moment weigeren [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] om uit te stappen, en wordt [slachtoffer 3] onder bedreiging van een mes gedwongen om achter het stuur van de auto weg te gaan en achterin te gaan zitten. Aangevers moeten vervolgens hun pinpassen met pincodes aan [verdachte] en zijn medeverdachten afgeven waarna er verschillende keren, bij verschillende pinautomaten in Almere is gepind. Ook moet [slachtoffer 2] , onder bedreiging van een mes, al het geld uit zijn portemonnee aan de bestuurder van de auto geven. Omdat er een limiet op de bankrekeningen van de aangevers staat moet er een aantal keren worden gewacht tot er weer gepind kan worden. Al die tijd worden beide aangevers door de verschillende aanwezigen in de auto bedreigd met een mes en een vuurwapen; ook worden zij hiermee geslagen. Na ruim een uur komt de politie achter de Tesla rijden en geeft een stopteken. [medeverdachte 1] , van wie de rechtbank vaststelt dat hij de bestuurder van de Tesla is geweest, slaat vervolgens op de vlucht, waarbij hij met 125 kilometer per uur door een woonwijk is gereden. [medeverdachte 1] verliest uiteindelijk de macht over het stuur waarna de auto tegen een boom tot stilstand komt. [slachtoffer 3] blijkt er zeer ernstig aan toe te zijn en is in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Hij is blijvend halfzijdig verlamd.
Uit het dossier volgt dat er nog een vijfde persoon bij de hiervoor beschreven gebeurtenissen betrokken is geweest, die tot op heden onbekend is gebleven. Deze persoon heeft de afspraak met aangevers gemaakt en heeft tijdens de wederrechtelijke vrijheidsberoving, via de telefoon van aangever, contact gehad met de verdachten, waarbij hij onder meer de opmerking heeft gemaakt: ‘nog niet los laten na 20 min’.
De rechtbank is op grond van het voorgaande, wat volgt uit onderstaande gebezigde bewijsmiddelen, van oordeel dat er sprake is van medeplegen bij de uitvoering van de wederrechtelijke vrijheidsberoving, de afpersing van een geldbedrag en de diefstallen met geweld. [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hebben elk een significante bijdrage geleverd aan deze feiten. De rechtbank oordeelt dat zij alle drie verantwoordelijk zijn voor het zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer 3] . [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hielden [slachtoffer 3] gezamenlijk vast in de Tesla, die na een achtervolging door de politie uiteindelijk is gecrasht, waardoor [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De gezamenlijk uitgevoerde wederrechtelijke vrijheidsberoving vormde dus een onmisbare schakel die tot dit gevolg heeft geleid en dit gevolg, het zwaar lichamelijk letsel bij aangever [slachtoffer 3] , is dan ook aan [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] toe te rekenen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 5 [1]
Een
proces-verbaal van aangifte,houdende de verklaring van [slachtoffer 2] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [2]
Op dinsdag 1 oktober 2024 was ik samen met mijn broer in Almere. Wij hadden afgesproken om daar op de Wipmolenweg een auto te verkopen.
Een
proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, houdende de verklaring van [slachtoffer 2] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [3]
Wij zijn naar het adres gegaan die wij hadden doorgekregen. De persoon met wie wij afgesproken hadden was daar niet. Wij hebben toen geappt met de vraag waar hij was. Hij zou er binnen 5 minuten zijn. Er stapten toen twee jongens in de auto. Er bleef 1 persoon buiten de auto staan. Een van de jongens in de auto vroeg ons om te bellen met de persoon met wie wij hadden afgesproken. Zij waren de mensen die het geld kwamen brengen. De jongens in de auto waren constant het betalen aan het uitstellen. Uiteindelijk stelden zij voor om het geld op te halen bij een auto waarin het geld zou liggen. De derde persoon buiten de auto was een hele jonge jongen, ongeveer 12 of 13 jaar oud. Hij werd door de andere mannen mini genoemd. Ik heb mini later wel op de tweede locatie gezien, maar ik denk dat hij met de fiets of iets degelijks erheen is gereden. Toen wij op de tweede locatie kwamen zag ik geen auto of persoon staan. We moesten toen de hoek om naar een zijstraat. Daar is een derde persoon bij ons in de auto gestapt, dit zou de persoon zijn die het geld zou hebben. Daar hebben wij ook nog een half uur gestaan, het was toen inmiddels 21.30 uur. Mijn broertje zei toen in het algemeen van dat hij zo weg moest en dat wij dit beter op een andere dag konden oplossen. De mannen wilden niet uitstappen en zij probeerden continu tijd te rekken. Toen wij terugreden naar de eerste locatie en gingen stilstaan draaide ik mij om op de stoel en zei, stap maar uit, want wij gaan weg. Toen zag ik ineens een pistool en een groot mes. De persoon de achter mij zat bleef zitten. De personen in het midden en achter mijn broertje die kwamen tussen de stoelen door naar voren. De persoon die recht achter mijn broertje zat die sloeg hem in het gezicht, met de achterkant van het mes. Hij sloeg hem daarbij boven zijn oog bij zijn neus. Ik werd op dat moment onder schot gehouden met het pistool door de jongen die in het midden zat. Zij wilden dat mijn broertje wegging achter het stuur en op de achterbank ging zitten. De jongen met het pistool ging voorin zitten achter het stuur. Op het moment dat hij naast mij zat, sloeg hij mij met het pistool in mijn gezicht. Mijn lip begon direct te bloeden. Wij zijn toen weer gaan rijden. Tijdens het rijden moesten wij onze telefoons aan de mannen laten zien. Ik moest mijn telefoon aan de bestuurder laten zien en mijn broertje moest zijn telefoon aan de mannen op de achterbank laten zien. Wij moesten de bankapp laten zien aan hen. Het pistool is daarbij naar achteren gegaan en de bestuurder had vervolgens het grote mes. We moesten al ons geld van de spaarrekening naar de normale rekening sturen. Mijn broertje had al geld op zijn normale rekening en daarmee wilden zij beginnen. We reden direct naar een pinautomaat, dit was die aan de woonboulevard in Almere. Eén van de jongens stapte uit, dit was degene die achter de bestuurder zat. De bestuurder heeft het mes in mijn gezicht gehouden en die van mijn broertje. Hij zei toen iets van als jullie uitstappen dan steek ik jullie neer. De deur ging vervolgens weer dicht en wij zijn weer gaan rijden, terwijl die jongen stond te pinnen. Wij zijn toen rondjes gaan rijden op dat industrieterrein. Op een gegeven moment zijn wij bij de pinautomaat gestopt en werd er gevraagd of het was gelukt. Hij zei toen dat hij 4 of 6000 euro had gepind. Ik zag toen ook mini, de eerdere jongen, ineens weer staan. Toen heeft hij 1 van de pinpassen aan mini gegeven. Toen zijn wij weer gaan rijden en hij is bij dezelfde pinautomaat gaan pinnen. Mini kwam terug naar de auto en zei dat het niet lukte. Volgens mij is hij toen weggegaan en weggefietst. Wij zijn toen weggereden van het industrieterrein. Ondertussen werd in de auto gezegd dat wij geld moeten overmaken naar 1 van onze rekeningen. Ik moest dus al mijn geld overmaken naar mijn broertje en ook mijn spaargeld overmaken. Alleen die passen hebben een limiet natuurlijk, dus we moesten wachten tot die limieten voorbij kwamen. Wij werden tijdens de gehele rit bedreigd. Zolang als wij aan het rijden waren werd er continu gezegd ‘we steken jullie neer’, ‘we hakken jullie vingers eraf, ‘we schieten jullie neer’. Ik was op dat moment bang en er van overtuigd dat zij dit ten uitvoer gingen brengen. Ondertussen werd ik gebeld door familie en de vriendin van mijn broertje. De jongens lazen een bericht van mijn vriendin dat ze de politie zou gaan bellen. Zij schrokken hiervan, als mijn vriendin nog een keer zou bellen moet ik opnemen en zeggen dat wij in Amsterdam waren. Mijn ouders zijn er echter achter gekomen dat er iets mis was. Tijdens het rijden heeft de bestuurder nog een paar keer de velgen geraakt omdat hij echt niet kon rijden. Ik heb het idee dat hij geen rijbewijs had. Wij zijn toen doorgereden naar de volgende pinautomaat in de stad. Een van de jongens heeft toen een oude iPhone gepakt. Hij zei toen dat wij moesten lachten want zij gingen wat foto’s van ons maken. Dan konden ze ons nog opzoeken. Er zijn foto’s gemaakt van mijn gezicht en van mijn broertjes gezicht en van het bloed. Wij zijn toen gestopt bij de pinautomaat in de stad en is er weer eentje gaan pinnen. Hij kon toen maar iets van € 600 pinnen. Wij zijn toen weer verder gaan rijden want we moesten namelijk weer wachten tot de limiet was verhoogd. We moesten toen ook onze zakken legen om te kijken of we meer bij ons hadden. We reden op de weg dichtbij waar de aanrijding was gebeurd. We kregen toen in een keer stop politie te zien. Er raakte er eentje in paniek. Ze maakten toen het plan om te gaan rennen voor de politie. De bestuurder vond dat geen goed idee en vond dat hij wel kon rijden en is doorgereden. Wij zijn toen de woonwijk ingereden, ik keek op de snelheidsmeter en zag 90 staan, dit was toen we net aan het optrekken waren. Ik schat dat hij 100 tot 120 reed in de woonwijk. Het was glad en hij heeft de drempel niet gezien. Wij zijn toen vol over de drempel gereden en raakte in een slip. Wij zijn toen vol op een Ford Transit gereden, waarna we tegen de boom belanden. We stonden ineens stil, het ging allemaal heel snel. Mijn broertje lag bewusteloos in het midden op de achterbank.
Een
proces-verbaal van bevindingenaanvullend onderzoek camerabeelden Tesla, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [4]
Bij het uitkijken bleek dat er op 1 oktober 2024 pas vanaf 21.40 uur beelden beschikbaar waren van de Tesla.
21:42:19 uur: Ik zie dat er een persoon links achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de persoon die achter uit de Tesla stapt een zwarte jas van The North Face draagt en een grijze trainingsbroek. Dit kledingsignalement komt volledig overeen met de kleding die verdachte [verdachte] . Ik zie dat verdachte [verdachte] in zijn rechterhand een groot mes draagt. Ik zie bij het uitstappen van verdachte [verdachte] dat er een andere persoon aan de kant stapt om [verdachte] eruit te laten. Deze persoon
schuift vervolgens terug op de achterbank van de Tesla. Van deze persoon is alleen de linkerschoen te zien. Deze schoen komt exact overeen met de schoenen die verdachte [medeverdachte 3] .
21:42:22 uur:Ik zie dat verdachte [verdachte] de deur van de bestuurder van de Tesla opent
21:42:32 uur:Ik zie wel dat de Tesla heen en weer schudt. Ik zie vervolgens dat er een persoon vanaf de plek van de bestuurder uit de auto stapt
en naar de achterzijde van de auto loopt.
21:42:32 uur: Ik zie dat de deur van de bestuurder van binnenuit gesloten wordt. Ik zie dat er vervolgens nog iemand links achterin de Tesla gaat zitten. Hierdoor lijkt het alsof de andere personen op de achterbank doorgeschoven zijn. Ik zie hierbij enkel de schoen en een deel van de broek van deze persoon. Deze schoen en broek komen overeen met de kleding van de eerder omschreven verdachte [verdachte] .
21:43:03 uur: Bij het instappen is te zien dat deze persoon nog steeds het eerder omschreven mes vasthoudt.
21:43:45 uur: Ik zie dat er een persoon op een fiets rechts naast de Tesla aankomt. Deze jongen werd aan de hand van de latere camerabeelden van de Tesla door verschillende politieambtenaren herkend als zijnde [medeverdachte 2] .
21:44:03 uur:Op de camerabeelden van buiten de Tesla zie ik vervolgens geen personen meer in of uit stappen tot het voertuig om 21.44. uur vertrekt van de parkeerplaats. Hierbij is te zien dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aanfietst.
21:44:45 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aan blijft fietsen.
22:08:53 uur:Ik zie vervolgens dat de Tesla tussen 21.44 uur en 22.08 uur rondrijdt door Almere waarbij niemand in of uitstapt. Omstreeks 22.08 uur zie ik dat de Tesla tot stilstand komt en dat er een persoon links achter uit de auto stapt. Ik zie dat deze persoon qua kledingsignalement volledig overeen met de kleding die verdachte [verdachte] .
22:08:53 uur: Ik zie dat verdachte [verdachte] gezicht bedekkende kleding draagt en iets in zijn rechterhand heeft. Dit voorwerp lijkt op een telefoon.
22:09:00 uur: Ik zie dat [verdachte] in de richting van een Geldmaat pinautomaat loopt. Ik herken deze Geldmaat en de gebouwen in de omgeving ambtshalve als het Geldmaat pinautomaat op de Washingtonstraat te Almere.
22:09:47 uur: Ik zie dat de Tesla een ronde rijdt in de omgeving van het pinautomaat Ik zie hierbij dat op een gegeven moment eerder omschreven verdachte [medeverdachte 2] langs de auto rijdt op zijn fiets. Ik zie dat hij hierbij omkijkt naar de auto.
22:10:37 uur: Ik zie dat de Tesla terugrijdt in de richting van het pinautomaat op de Washingtonstraat in Almere. Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op zijn fiets achter de Tesla aanfietst.
22:10:45 uur: Ik zie op de front camera van de Tesla dat er een persoon bij het pinautomaat staat.
22:12:35 uur: Ik zie dat de Tesla naar achteren steekt waardoor de Geldmaat weer te zien is op de Front camera. Ik zie dat er nu twee personen bij de Geldmaat staan en dat de fiets van [medeverdachte 2] bij een heg geparkeerd is.
22:13:19 uur: Ik zie vervolgens dat de Tesla het pinautomaat voorbijrijdt en iets verderop naar achteren steekt. Ik zie hierbij verdachte [medeverdachte 2] in beeld komt terwijl hij bij de Totaal Bed staat en een sjaal/doek voor zijn gezicht doet. Ik zie dat hij daarna weer terug loopt richting het pinautomaat.
22:14:29 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens een ronde maakt en een minuut later weer terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [verdachte] weer links achterin de Tesla stapt.
22:16:11 uur: Ik zie dat de Tesla hierna weer een ronde maakt en een minuut later terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] een telefoon met daarachter iets wat lijkt op pasjes overhandigd aan de bestuurder van de Tesla. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt welke overeenkomt met de jas die verdachte [medeverdachte 1] .
22:16:41 uur: Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] vervolgens weer richting het pinautomaat loopt.
22:17:41 uur: Ik zie dat de Tesla geparkeerd wordt iets voorbij het pinautomaat op de Washingtonstraat, voor de ingang van overdekt winkelcentrum Doemere. Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op het linker achterraam van de Tesla klopt. Ik zie vervolgens dat hij iets overhandigd wat lijkt op een telefoon.
22:35:32 uur: Ik zie dat de Tesla door Almere rijdt. Ik zie hierbij dat de Tesla over de Spoordreef in Almere rijdt, in de buurt van het centrum van Almere-Stad.
22:46:34 uur: Ik zie dat de Tesla tussen 22.35 uur en 22.46 uur door Almere rijdt. Ik zie hierbij dat er geen personen in en uit de Tesla stappen. Ik zie om 22.46 uur dat de bestuurder van de Tesla tijdens het rijden zijn arm naar buiten steekt. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt, welke overeenkomt met de jas die verdachte [medeverdachte 1] droeg ten tijde van zijn aanhouding.
22:52:32 uur: Ik zie dat de Tesla stopt en er een persoon rechts achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] , droeg bij zijn aanhouding.
22:53:34 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] in zijn linkerhand iets vasthoudt wat lijkt op een telefoon. Ik zie vervolgens dat verdachte [medeverdachte 3] naar links uit het beeld verdwijnt, het voetgangersgebied richting de Hema (…) Zoals te zien op bovenstaande kaart bevindt de locatie van de Tesla zich in de directe omgeving van
een pinautomaat op het Zuideinde te Almere.
22:55:13 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] terug komt bij de Tesla en weer rechts achterin de Tesla plaatsneemt waarna de Tesla wegrijdt.
22:56:47 uur: Ik zie dat achter de Tesla een politieauto rijdt. Ik zie op de verschillende beelden dat de transparant van deze politieauto rood verlicht is met de tekst politie stop.
22:57:10 uur: Ik zie dat de Tesla niet stopt naar links afslaat en de snelheid toeneemt. Ik zie dat de Tesla de bocht niet haalt en hierbij op het ras terecht komt waarna de auto slipt en de weer terug op de weg komt.
22:57:18 uur: Ik zie dat hierop de optische signalen (zwaailichten) op de politieauto aan gaan.
22:57:25 uur: Ik zie dat de snelheid waarmee de Tesla rijdt vervolgens nog eens aanzienlijk omhoog gaat. Ik zie dat de politieauto hierdoor in de achtergrond verdwijnt. Ik zie hierbij dat de Tesla over verschillende drempels stuitert.
22:57:30 uur: Ik zie dat de Tesla begint te slippen en dat de achterkant naar rechts uitbreekt Ik zie dat de Tesla hierbij met de rechter achterkant een geparkeerde bestelbus raakt.
22:57:31 uur: Ik zie dat er vervolgens flinke schade te zien is aan de voorzijde van de witte bestelbus.
22:57:33 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens naar de andere kant van de weg schuift en met de linkerzijde tegen een boom klapt.
22:57:33 uur: Ik zie dat bij deze klap erop lijkt dat er een persoon links achter uit het voertuig wordt geslingerd.
22:57:37 uur: Ik zie dat de Tesla met de achterkant tegen een geparkeerde auto tot stilstand komt. Ik zie dat links naast het voertuig op dat moment een Fiat Panda staat. Ik zie vervolgens dat er een persoon links achter uit de Tesla klimt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen lijkt te komen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] droeg bij zijn aanhouding.
22:57:52 uur: Ik zie dat de politie ter plaatse komt bij de Tesla en contact probeert te maken met de inzittenden.
Een
proces-verbaal van verhoor medeverdachte[medeverdachte 2] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [5]
V: Je was die dag weggelopen en je was buiten en hoe kom je bij die jongens?
A: Ik had ze geappt wat gaan jullie doen. Ze zeiden dat ze thuis waren en dat ik
langs kon komen. Ik ken ze van de buurt in Almere van Place2BE. Ze vertelde dat ze
het wilde doen en toen gingen ze het doen.
V: Hoe ging dat contact en wat zeiden ze?
A: Ze zeiden dat ze een auto gingen verkopen en vroegen of ik mee ging en ik zei dat
ik ging kijken.
Een
proces-verbaal van bevindingen Snapchatmet bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [6]
Ik bekeek de geleverde informatie van snapchat en zag foto’s en een filmpje. De personen op de foto’s zijn herkend als de slachtoffers [slachtoffers] . Ik herkende op filmpje slachtoffer [slachtoffer 3] . Ik zag dat zijn gezicht werd gefilmd vanaf de rechterzijde. Ik hoorde een stem en ik hoorde dat deze persoon het volgende zei:
'Nu ga je betalen jij’
'Heb je gehoord’
‘Heb je gehoord’
Ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 3] geslagen werd. Ik zag een arm komen vanuit de richting van de filmende telefoon, en ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 3] geraakt werd op het hoofd. Ik zag dat slachtoffer [slachtoffer 3] met zijn hoofd achteruit bewoog door deze klap. Ik zag en hoorde dat de persoon tijdens de klap op het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 3] voor het tweede maal 'heb je gehoord’ zei.
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [7]
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer] en spaarrekening [rekeningnummer] van aangever [slachtoffer 2] . Bij het bekijken van de transacties is te zien dat er op 1 oktober 2024, omstreeks 21.46 uur, 1.230 euro van de betaalrekening van [slachtoffer 2] werd overgeschreven naar de rekening van het andere slachtoffer [slachtoffer 3] . Daarna is te zien dat, omstreeks 21.52 uur, 9.072 euro werd overgeschreven van de spaarrekening [rekeningnummer] van aangever [slachtoffer 2] naar zijn betaalrekening. Vervolgens is omstreeks 22.11 uur te zien dat er twee keer 2.000 euro van de betaalrekening werd gepind bij een Geldmaat op de Washingtonstraat te Almere.
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 3] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [8]
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer] en spaarrekening [rekeningnummer] van slachtoffer [slachtoffer 3] . Bij het bekijken van bovenstaande transacties is t zien dat er op 1 oktober 2024, om 21.46 uur, er 1.230 euro was gestort op de rekening van [slachtoffer 3] en dit kwam van de rekening van [slachtoffer 2] . Ik zag dat tussen 22.09 uur en 22.13 uur er drie keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de Washingtonstraat te Almere. Dit was voor een totaal bedrag van 4.070 euro. Ik zag dat tussen 22.31 uur en 22.32 uur er twee keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de Grote Markt te Almere. Dit was voor een totaal bedrag van 500 euro. Ik zag dat er om 22.54 uur er geld was opgenomen bij de Geldmaat aan het Zuideinde te Almere. Dit was voor een totaal bedrag van 300 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingen, inbeslaggenomen bedrag [verdachte] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [9]
Uit de processen-verbaal bankgegevens van aangever blijkt dat er meerdere bedragen contant zijn opgenomen bij Geldmaat op 1 oktober 2024. Dit was een bedrag van in totaal 8.870 euro, welke contant was opgenomen van de bankrekeningen van de slachtoffers. Na de aanhouding van de verdachte [verdachte] is er contant geld aangetroffen. Dit was een totaal bedrag van 8.870 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingengesprek met aangever [slachtoffer 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [10]
[slachtoffer 2] vroeg mij tijdens dit gesprek of er al iets duidelijk was over het contante geld dat hij ten tijde van het incident had moeten afgeven onder bedreiging van een mes aan de verdachte, die op dat moment de Tesla bestuurde. [slachtoffer 2] zat op dat moment op de bijrijdersstoel. [slachtoffer 2] verklaarde dat de bestuurder, zoals gezegd, een mes in zijn richting hield en hem sommeerde al het geld dat hij bij zich had aan hem te geven. [slachtoffer 2] verklaarde dat hij inderdaad contact geld in een portemonnee in zijn linker jaszak had en dat het een bedrag van circa 560 euro betrof, hoofdzakelijk bestaande uit biljetten van 20 euro. [slachtoffer 2] verklaarde dat hij het geld vanwege de bedreiging aan de bestuurder gaf. [slachtoffer 2] verklaarde mij dat hij zag dat de bestuurder het geld naar een van de verdachten op de achterbak van de Tesla gaf. Wie dat was kon hij niet zien.
Een
proces- verbaal van bevindingenaantreffen mes, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [11]
Ik zag dat er een groot mes lag op ongeveer een halve tot een meter afstand van de persoon. Ik zag dat het mes een hand had met daaraan een vast kartelend lamet. Ik schat dat het lamet ongeveer 30 centimeter lang was.
Een
proces-verbaal van bevindingenaantreffen vuurwapen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [12]
Toen ik aan de voorzijde van de Tesla liep, sprak collega [verbalisant 9] mij aan dat er een vuurwapen op straat lag. Deze lag op circa twee meter voor ons dienstvoertuig en drie meter vanaf de voorzijde van de Tesla. Ik zag dat er op stond: "Walther P99".
Het
deskundigenrapport Forensisch DNA-onderzoek, opgesteld door ing. J.H.C. Gits, zakelijk beschreven: [13]
AASB4911NL#01 vuurwapen
AARK8758NL; binnenzijde loop; Tb- negatief
DNA profiel:
DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 1]
Bewijskracht:
meer dan 1 miljard.
Een
schriftelijk bescheidGeneeskundige Verklaring, opgesteld door [C] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [14]
Medische informatie betreffende:
Voornamen: [voornamen]
Achternaam: [slachtoffer 3]
Uitwendig waargenomen letsel:
- hersenbloeding
- hemiparese links
- occlusie a vertebralis
- fractuur cervicaal
- buikwand ruptuur
- fors darmletsel
Geschatte duur van de genezing: jaren
Deze bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.
Vrijspraak feit 4
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat op basis van het vastgestelde feitencomplex de door [verdachte] en de medeverdachten gepleegde handelingen niet kunnen worden gekwalificeerd als een diefstal met geweld van de auto. De rechtbank zal [verdachte] dan ook vrijspreken van het onder 4 tenlastegelegde.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 4] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [15]
Op vrijdag 8 maart 2024 tussen 17.20 uur en 17.45 uur was ik bij de Brouwerstraat te Almere ter hoogte van de Media Markt. Ik was daar, omdat ik met een voor mij bekende jongen had afgesproken, namelijk [bijnaam verdachte] . Ik had met [bijnaam verdachte] afgesproken om iets te kopen. Vervolgens vertelde [bijnaam verdachte] hij een vriend van ene
[A] was, waar ik ruzie mee zou hebben. Ik zag dat [bijnaam verdachte] uit het niets zijn
rechterarm ophief, dat de rechterhand van [bijnaam verdachte] met snelheid in mijn richting kwam. Ik zag en voelde dat de rechterhand van [bijnaam verdachte] met kracht om mijn linkerwang terecht kwam. Dit herhaalde [bijnaam verdachte] een aantal keer. Ik zag dat [bijnaam verdachte] in zijn linkerhand een telefoon vasthield. Ik zag dat de camera van de telefoon op mij gericht was. Later die avond werd ik door [bijnaam verdachte] , via snapchat benaderd, hij stuurde mij een video.
Een
proces-verbaal van bevindingenmet bijlagen, betreffende de beschrijving foto’s en beelden Snapchat, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [16]
Foto 1 t/m 11: De openlijke geweldpleging
Ik zag dat het slachtoffer door NN1 vier keer in zijn gezicht werd geslagen. Ik hoorde NN1 meermaals "Je wilt me aanraken" zeggen. Ik hoorde NN1 vervolgens zeggen: "Je had iets met [A] toch?".
Foto 12 t/m 13: De verdachte
Ik zag dat het fragment gemaakt was door het snapchataccount [Snapchataccount verdachte] . Ik zag dat hij het volgende signalement had: donkere huidskleur, kleine ogen, grote neus, opvallende grote en hoekige wenkbrauwen en een zwarte jas met een grijs-zwarte capuchon.
Foto 15: een gesprek tussen slachtoffer en verdachte
Ik zag dat het fragment gemaakt was door het snapchataccount [Snapchataccount verdachte] . Ik zag dat
[slachtoffer 4] de gestuurde foto van [Snapchataccount verdachte] op sloeg. Ik zag dat [Snapchataccount verdachte] vervolgens vroeg wat hij hiermee ging doen en of hij aangifte ging doen. Ik zag dat [Snapchataccount verdachte] [slachtoffer 4] probeerde te bellen via Snapchat. Ik zag dat [Snapchataccount verdachte] zei: "Je deed al een tijd stoer [slachtoffer 4] . Je moest ff leren.".
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 mei 2025, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik die dag met aangever heb afgesproken, wij hadden ruzie over een meisje, genaamd [A] . Wij zouden dit bespreken. Het klopt ook dat ik hem een aantal keren met mijn vlakke hand heb geslagen en dat ik dit met mijn telefoon heb gefilmd.
Bewijsoverweging
De rechtbank moet beoordelen of [verdachte] aangever met voorbedachten rade heeft mishandeld. De vraag is hierbij of [verdachte] gedurende enige tijd heeft kunnen nadenken over wat hij van plan was en hij de klappen niet in een opwelling heeft gegeven, zodat hij de kans heeft gehad na te denken over wat zijn actie voor gevolgen zou hebben en zich hiervan bewust te zijn.
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met aangever had afgesproken om een en ander uit te praten. Zij hadden namelijk ruzie over een meisje. Op het moment dat aangever op de afgesproken plek aankomt wordt hij bijna direct door [verdachte] in zijn gezicht geslagen. Wat de rechtbank hierbij opvalt is dat [verdachte] op dat moment al met zijn telefoon aan het filmen was. De rechtbank leidt hieruit af dat [verdachte] zijn handelen kennelijk wilde vastleggen. Aangever kreeg later op de avond nog een berichtje van Snapchataccount [Snapchataccount verdachte] waarin stond: ‘Je deed al een tijd stoer [slachtoffer 4] . Je moest ff leren’. De rechtbank stelt vast dat de persoon die te zien is op foto 12 en 13 veel op [verdachte] lijkt. De rechtbank heeft dan ook de overtuiging dat het Snapchataccount [Snapchataccount verdachte] van [verdachte] zelf is en dat hij dus ook de persoon is geweest die aangever later op de avond dat bericht heeft gestuurd.
Uit wat er is gebeurd leidt de rechtbank af dat [verdachte] van te voren al van plan was om aangever te gaan mishandelen, om hem “een lesje te leren”. Hieruit volgt dat [verdachte] gedurende enige tijd heeft kunnen nadenken over wat hij van plan was. Niet is gebleken dat hij de klappen in een opwelling heeft gegeven. Ook is er geen andere reden om ervan uit te gaan dat [verdachte] niet van te voren had bedacht de mishandeling te gaan plegen. Concluderend is de rechtbank dan ook van oordeel dat [verdachte] met voorbedachten rade heeft gehandeld.
Gelet op het voorgaande kan het onder 6 tenlastegelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 7 primair
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [17]
Op donderdag 9 november 2023 had ik via Marktplaats een afspraak gemaakt met iemand genaamd " [fakenaam 1] ". Ik kreeg berichtjes van die [fakenaam 1] via Marktplaats dat hij interesse had in mijn iPhone die ik te koop aanbood en dat hij de iPhone op wilde komen halen bij mij thuis. We hadden toen via de telefoon om 17.30 uur afgesproken bij mij thuis zodat hij de telefoon kon bekijken en mogelijk kon overkopen voor 650,00 euro. Om 18.24 uur kreeg ik een Whatsappje van hem dat hij zei dat hij er
was. Ik zag hem toen nog niet voor de voordeur staan bij mij op de [adres]
te [woonplaats] . Ik liep naar de voordeur en ik zag toen een persoon richting
de voordeur lopen. Ik deed zelf de voordeur open en ik liet hem de woonkamer in. Mijn vriend [slachtoffer 1] was ook in mijn woning en hij zat op de bank zijn eten nog te
eten. Mijn vriend had direct zicht op de jongen en kon alles zien en horen. Ik had mijn iPhone op de salontafel gelegd en ik zei tegen hem dat de iPhone daar lag
en dat hij hem kon bekijken. Ik zag dat hij hem oppakte en bekeek. Hij gaf toen aan dat hij hem wel wilde en hij legde de iPhone weer terug op de salon tafel. Ik vond dat uiteraard prima en ik zag dat hij toen zijn eigen telefoon pakte en ik weet niet wat hij deed op zijn eigen telefoon maar ik hoorde hem toen zeggen dat hij het geld had overgemaakt. Dit vond ik raar want ik zei tegen hem dat kan helemaal niet want ik heb je mijn rekeningnummer nog niet gegeven. Ik vond dat zo raar dat ik ook gelijk de iPhone van de salontafel oppakte en bij mij hield. Ik hoorde hem toen zeggen: "Nou dacht het wel". Ik zag toen dat hij met 1 hand zijn jas optilde en ik zag toen dat hij met zijn andere hand een vuurwapen uit zijn broeksband pakte. Ik zag dat dit vuurwapen dus bij zijn navel zat en half in zijn boxer zat. Ik zag dat hij dus dit vuurwapen uit zijn broeksband pakte en dat hij de loop op mijn borst richtte. Nog voordat hij de loop op mijn borst gericht had zag en hoorde ik dat hij dit vuurwapen doorlaadde met zijn andere hand. Ik zag namelijk dat hij met 1 hand de loop naar zich toe trok en ik hoorde een harde klik. Ik wist eigenlijk niet wat ik moest doen. Ik hoorde mijn vriend zeggen dat ik de iPhone aan de jongen moest geven en dus gaf ik de iPhone en het doosje aan de jongen. Ik zag dat hij toen omkeerde en de voordeur weer uit liep en naar buiten liep.
Een
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende de verklaring van [getuige] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [18]
Op donderdag 9 november 2023 maakte mijn vriendin een afspraak met ene [fakenaam 2] die om 17.30 uur naar onze woning zou komen om de zwarte iPhone 13 Pro Max over te kopen. Dit weet ik omdat [B] mij dit vertelde. Ik zat in de woonkamer op de bank toen die [fakenaam 2] pas om 18.24 uur de voortuin in
liep. Ik zag dat [B] al de voordeur voor hem open deed. Ik kreeg mee dat hij de iPhone wel wilde kopen en ik zag dat hij op zijn telefoon iets ging doen en ik hoorde hem zeggen dat hij het geld had overgemaakt naar [B] . Ik hoorde [B] toen zeggen dat dit niet mogelijk was want ze had haar rekeningnummer nog niet gegeven. Ik zag toen dat [B] de iPhone van de salontafel oppakte en bij haar hield. Ik hoorde de jongen toen zeggen: "Nou dacht. het wel.". Ik zag toen dat de jongen met 1 hand zijn jas optilde en dat hij aan de voorzijde van zijn broeksband met zijn andere hand een vuurwapen pakte. Ik zag dat het vuurwapen ook voor een deel in zijn boxer verstopt zat. Ik zag dat terwijl hij het vuurwapen met een zwaai omhoog tilde dat hij met zijn hand het vuurwapen doorlaadde. Ik zag namelijk dat hij met zijn hand de loop naar zich toe trok en ik hoorde een harde klik. Ik zag toen dat hij het vuurwapen gericht had op de borst van [B] . Ik zag dat [B] verstijfde. Ik vertelde [B] toen dat zij de iPhone aan de jongen moest geven. Ik zag dat zij dit deed. Ik zag toen dat de jongen omdraaide en via de voordeur naar buiten liep.
Een
proces-verbaal van verhoor verdachte, houdende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [19]
V: Hoe was er contact met degene die de diefstal deed?
A: Hij belde mij net voor de diefstal en we hadden een open verbindingen via e telefoon. Hij belde mij op mijn rode telefoon. Hij belde anoniem dus in mijn telefoon stond geen nummer erbij.
V: Weet je nog wat je ongeveer gehoord hebt?
A: Ze gingen praten en even later hoorde ik klik klik en toen rende hij weg.
De
verklaring van verdachte, afgelegd bij de zitting van 20 mei 2025, zakelijk weergegeven:
Ik werd via Snapchat door iemand benaderd met de vraag of ik een klusje wilde doen. Ik zou hier € 1.000,00 voor krijgen. Ik ben door deze persoon in een auto opgehaald en naar de woning gebracht. Ik ben naar binnen gegaan en ik ben met aangeefster in gesprek gegaan. Ik had een vuurwapen in mijn broeksband. Ik heb de telefoon meegenomen.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] een vuurwapen op aangeefster heeft gericht, dit heeft doorgeladen, waarna zij haar telefoon aan [verdachte] heeft gegeven. De rechtbank gaat hierbij uit van de verklaring van aangeefster en de getuige [getuige] die hierbij aanwezig was, nu zij geen enkele reden heeft om daaraan te twijfelen. De aangifte van [slachtoffer 1] wordt, waar het gaat om het richten en doorladen van het vuurwapen, ondersteund door wat getuige [getuige] heeft waargenomen. De verklaring van aangeefster wordt ook
ondersteund door wat medeverdachte [medeverdachte 4] via de telefoon heeft gehoord, vlak voordat [verdachte] de woning verliet. Hij hoorde namelijk ‘klik klik’. De rechtbank gaat ervan uit dat op dat moment het vuurwapen door [verdachte] werd doorgeladen, waarna hij met de telefoon van aangeefster de woning heeft verlaten.
Het onder 7 primair tenlastegelegde kan dan ook wettig en overtuigend worden bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
Feit 1
op 1 oktober 2024 te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd en beroofd gehouden, door
- een afspraak te maken met die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] voor het kopen van
een personenauto (Ford Ranger) en
- vervolgens in de auto van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te stappen en
- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en
- te weigeren uit de auto te stappen en
- een vuurwapen en een mes op die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te richten en
- die [slachtoffer 2] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 3] met een mes in het gezicht te slaan en
- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen en een mes, te dwingen uit het voertuig te stappen en
- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en
- vervolgens met het voertuig weg te rijden en
- een mes, te tonen en die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- vervolgens met dat voertuig door Almere te rijden en
- hierbij telkens die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en "We hakken jullie vingers eraf" en "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel, te weten een halfzijdige lichaamsverlamming, heeft bekomen;
Feit 2
op 1 oktober 2024 te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag dat geheel aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij hij, verdachte en zijn mededaders het weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten bankpassen met bijbehorende pincode, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door
- een vuurwapen en een mes op die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te richten en
- die [slachtoffer 2] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 3] met een mes in het gezicht te slaan en
- tijdens het rijden die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te dwingen om hun telefoons met daarop bankapps te laten zien en
- tijdens het rijden die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te dwingen om geld over te maken van hun spaarrekeningen naar hun betaalrekeningen en
- hierbij een mes te tonen en die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zouden worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- hierbij telkens die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en "We hakken jullie vingers eraf" en "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 3
op 1 oktober 2024 te Almere, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag dat geheel aan die [slachtoffer 2] toebehoorde door
- een mes op die [slachtoffer 2] te richten en
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij zijn zakken moest leeg maken en
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij al het geld dat hij bij zich had aan hem en/of zijn mededader(s) moest geven;
Feit 5
op 1 oktober 2024 te Almere, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een personenauto (met kenteken [kenteken] ), die geheel aan die [slachtoffer 2] toebehoorde door
in de auto van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te stappen en
- te weigeren uit de auto te stappen en
- een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te richten en
- die [slachtoffer 2] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 3] met een mes in het gezicht te slaan en
- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen en een mes, te dwingen uit het voertuig te stappen en
- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en
- vervolgens met het voertuig weg te rijden;
Feit 6
op 8 maart 2024 te Almere, met voorbedachten rade [slachtoffer 4] heeft mishandeld door
die [slachtoffer 4] vier keer, met kracht met een vlakke hand tegen het gezicht te slaan;
Feit 7 primair
op 9 november 2023 te Almere, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een iPhone telefoon, die geheel aan die [slachtoffer 1] toebehoorde door
- met die [slachtoffer 1] een afspraak te maken om die iPhone te kopen, en
- vervolgens bij die [slachtoffer 1] in de woning de iPhone te bekijken, en
- vervolgens te zeggen dat hij, verdachte, het afgesproken bedrag had overgeboekt/overgemaakt, en
- vervolgens een (vuur)wapen te tonen aan die [slachtoffer 1] ,
- vervolgens dat (vuur)wapen door te laden, en
- vervolgens dat (vuur)wapen te richten op de borst van die [slachtoffer 1] , en
- de iPhone uit de handen van die [slachtoffer 1] aan te nemen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven/beroofd houden, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
Feit 2
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 3, feit 5 en feit 7 primair
telkens afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 6
mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
  • jeugddetentie voor de duur .van 260 dagen, met aftrek van het voorarrest;
  • plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (onvoorwaardelijke PIJ-maatregel).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman verzoekt de rechtbank om geen onvoorwaardelijk PIJ-maatregel op te leggen. De voorlopige hechtenis van [verdachte] is op 8 december 2023 geschorst met diverse schorsingsvoorwaarden, waaronder een behandeling. Dat een behandeling voor de problematiek van [verdachte] noodzakelijk was, volgde al uit het persoonlijkheidsonderzoek van 5 februari 2024. De nodige hulp is echter niet van de grond gekomen. Uit de informatie van de JJI volgt dat [verdachte] gemotiveerd en goed leerbaar is. De PIJ-maatregel is een ultimum remedium, terwijl [verdachte] de hulp die hij nodig heeft nog niet heeft gekregen. De ambulante begeleiding en behandeling moet dan ook conform het advies van de psycholoog van 5 februari 2024 te worden ingezet in het kader van een voorwaardelijke PIJ-maatregel.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en de ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich op 1 oktober 2024 samen met anderen schuldig gemaakt aan een wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld van verschillende geldbedragen, afpersing van een geldbedrag en de afpersing van een auto.
De feiten die [verdachte] samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft gepleegd zijn bijzonder ernstig. De manier waarop beide slachtoffers gedurende ruim een uur in de auto zijn vastgehouden, waarbij zij op een hele heftige manier zijn bedreigd en zijn geslagen met een mes en een vuurwapen, moet voor hen heel beangstigend zijn geweest. Extra stuitend is dat [verdachte] en zijn medeverdachten het nodig vonden om dit te filmen en via Snapchat met de wereld te delen. Het doel van deze hele actie was het verkrijgen van zoveel mogelijk geld. De situatie is helemaal uit de hand gelopen op het moment dat [medeverdachte 1] besloot om toen de politie ten tonele verscheen niet te stoppen, maar te vluchten. [medeverdachte 1] reed met 125 kilometer per uur een woonwijk in waar 30 kilometer per uur was toegestaan. Door dit roekeloze rijgedrag is [medeverdachte 1] de controle over de auto verloren en kwam deze uiteindelijk via een boom tot stilstand. Dat er geen doden zijn gevallen is een wonder. Eén van de slachtoffers heeft wel zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Zijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn nu hij door het ongeval halfzijdig verlamd is geraakt. Uit de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaring volgt dat de impact van de feiten tot op de dag van vandaag nog steeds voor beide slachtoffers en hun familie onbeschrijfelijk groot is.
[verdachte] en zijn medeverdachten hebben op een zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Naast de angstgevoelens die de slachtoffers zijn aangejaagd, veroorzaken dergelijke gewelddadige feiten gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. [verdachte] en zijn medeverdachten hebben zich hierbij niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers en hebben hun eigen belang om ‘snel geld te verdienen’ voorop gezet. Dit rekent de rechtbank [verdachte] zwaar aan.
[verdachte] heeft zich daarnaast nog schuldig gemaakt aan een mishandeling met voorbedachten rade. [verdachte] had een afspraak met het slachtoffer gemaakt om wat uit te praten. Verdachte heeft toen zijn telefoon gepakt, begon te filmen en sloeg het slachtoffer meerdere keren in zijn gezicht. Door zijn handelen heeft [verdachte] een ontoelaatbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en zijn gevoel van veiligheid.
Als laatste heeft [verdachte] zich opnieuw, samen met iemand anders, schuldig gemaakt aan een afpersing. [verdachte] ging naar het huis van het slachtoffer om een iPhone te bekijken. Eenmaal binnen kreeg het slachtoffer argwaan. [verdachte] pakte toen zijn vuurwapen, richtte deze op het slachtoffer en laadde het vuurwapen door. Het slachtoffer heeft toen haar iPhone aan [verdachte] afgegeven. Voor het slachtoffer is het zeer angstig geweest dat iemand in haar eigen woning een vuurwapen op haar heeft gericht. De rechtbank rekent dit [verdachte] zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van [verdachte] van 12 december 2024. Daaruit volgt dat [verdachte] niet eerder voor soortelijke feiten is veroordeeld. Wel is [verdachte] op 19 januari 2023 door de kinderrechter van de rechtbank Midden- Nederland, locatie Lelystad veroordeeld voor onder andere een poging zware mishandeling en een openlijke geweldpleging. Hierbij is aan [verdachte] een geheel voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van 100 uren opgelegd met een proeftijd van twee jaren. [verdachte] is dus gedurende deze proeftijd weer in de fout gegaan door meerdere nieuw strafbare feiten te plegen.
Bij haar beslissing houdt de rechtbank wat betreft de persoon van [verdachte] rekening met de volgende rapporten:
- een pro Justitia rapportage betreffende een psychiatrisch onderzoek van 29 maart 2025, opgemaakt door de kinder- en jeugdpsychiater;
- een pro Justitia rapportage betreffende een psychologisch onderzoek van 30 maart 2025, opgemaakt door een GZ-psycholoog;
- een advies uitgebreid onderzoek van de Raad van 16 mei 2025.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van wat de raadsonderzoeker bij de Raad, de jeugdreclasseerder en de kinder- en jeugdpsychiater, als beëdigd deskundigen op zitting hebben verklaard en toegelicht.
Uit de hiervoor genoemde
pro Justitia rapportenvan de psycholoog en psychiater (hierna: de deskundigen) volgt dat bij [verdachte] sprake is van een normoverschrijdende-gedragsstoornis en ADHD bij beneden gemiddelde ontwikkelde cognitieve vermogens. Samenhangend met de in ernst toenemende antisociale gedragsontwikkeling over de afgelopen jaren, kan met enige voorzichtigheid al worden gesproken van een bedreigde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, (samenhangend met de normoverschrijdendegedragsstoornis), naast de ADHD en was dit ook ten tijde van alle tenlastegelegde feiten. De stoornissen en gebreken zijn immers structureel bij [verdachte] aanwezig en hebben een persisterend karakter. Als gevolg hiervan functioneert [verdachte] binnen de diverse leefgebieden zeer problematisch met een gestagneerde schoolontwikkeling, omgang met risicojongeren buiten en een hang naar spanningsvolle (criminele) activiteiten. De gewetensontwikkeling verloopt gebrekkig, met als gevolg dat hij de stap naar crimineel handelen kennelijk eenvoudig kan maken. Als gevolg van zijn normoverschrijdende gedragsstoornis lost hij innerlijke spanningen en conflicten agressief op middels grensoverschrijdend dominant acting-out gedrag (een wapen/mes op zak, anderen een lesje willen leren). [verdachte] identificeert zich met anderen met antisociale activiteiten buiten en cognitief geeft hij een “bagatelliserende draai” om zijn gedrag te rechtvaardigen, door bijvoorbeeld te verklaren dat hij in zijn zaken geen of slechts een klein aandeel had omdat hij onder externe druk van een andere persoon, waarvan hij de naam niet meer weet of niet wil noemen. Gevoelens van schuld en/of berouw en/of schaamte worden, ook achteraf, onvoldoende door hem ervaren. De deskundigen adviseren de tenlastegelegde feiten in verminderde mate aan [verdachte] toe te rekenen.
Het recidiverisico wordt bij onveranderde omstandigheden door de deskundigen als hoog ingeschat. Vanwege dit hoge recidivegevaar en ook vanwege een zo gunstig mogelijke verdere persoonlijkheidsontwikkeling, zijn naar inzicht van de deskundigen behandeling en begeleiding noodzakelijk in een stevig strafrechtelijk kader. Het is daarom wenselijk dat
behandeling en begeleiding van [verdachte] in een gesloten kader worden ingezet, waarin ook de ouders worden betrokken. Hierbij dient aandacht te komen voor het probleembesef van zijn gedragsstoornis en vooral zijn bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken, hoe hier adequaat mee om te gaan en vooral hoe dit in positieve richting om te buigen. Nu [verdachte] aangeeft geen problemen bij zichzelf te onderkennen en ook geen behandeling nodig te vinden (hij wil niet naar een behandelgroep en enkel een soort coach als begeleiding met betrekking tot zijn daginvulling/werk), is een dwingend justitieel behandelkader des te wenselijker.
De deskundigen achten, gelet op het hoge recidiverisico en de zeer zorgelijke persoonlijkheidsontwikkeling van [verdachte] een onvoorwaardelijk PIJ-maatregel passend. Andere behandelmogelijkheden zijn niet meer voldoende om de ontwikkeling van [verdachte] in de gewenste richting bij de te sturen.
De Raad is met de deskundigen van mening dat er geen mogelijkheden meer zijn om [verdachte] binnen een ambulant kader de nodige behandeling te bieden en deze voldoende te borgen. De Raad heeft op verzoek van [verdachte] en zijn ouders nog een voorwaardelijke PIJ-maatregel overwogen. Dit wordt echter niet haalbaar geacht. Gelet op de voorgeschiedenis, de draagkracht van de ouders en het feit dat de ouders geneigd zijn om de situatie te bagatelliseren heeft de Raad zorgen of de ouders in staat zullen zijn om [verdachte] goed aan te sturen en de nodige begrenzing te bieden. Een juridisch kader (ITB-Harde Kern, gebiedsverbod en T&B) heeft [verdachte] er niet van kunnen weerhouden om tot delictgedrag over te gaan. Mede door het ontbreken van voldoende sturing en toezicht is het delictgedrag van [verdachte] zelfs in ernst toegenomen. De ontwikkelingsproblematiek van [verdachte] maakt dat langdurige klinische behandeling, in een gesloten kliniek, nu voorliggend is. Gezien de eerdere mislukte pogingen tot ambulante behandeling en eerdere interventies die in lichtere juridische kaders zijn ingezet, in combinatie met het toenemen van de ernst van het delictgedrag, is een ambulant behandeltraject een gepasseerd station. De Raad is dan ook van mening dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de PIJ-maatregel eist. Een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel wordt als enige mogelijkheid gezien om de noodzakelijke behandeling van de grond te krijgen, het gedrag van [verdachte] positief te beïnvloeden en het gevaar af te wenden.
Tevens adviseert de Raad een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van de periode dat [verdachte] in voorarrest heeft gezeten. De voorwaardelijk opgelegde taakstraf dient te worden omgezet naar een jeugddetentie en dient dan volledig ten uitvoer te worden gelegd. Daarnaast adviseert de Raad de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Verminderde toerekenbaarheid
De rechtbank neemt de conclusies van de psychiater en psycholoog over. Dit betekent dat de rechtbank de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan [verdachte] toerekent.
Op te leggen straf en maatregel
PIJ-maatregel
Om de door de officier van justitie gevorderde PIJ-maatregel op te kunnen leggen, moet zijn voldaan aan de verschillende voorwaarden die in artikel 77s Sr worden genoemd. Ten eerste moet de verdachte een gebrekkige ontwikkeling of stoornis hebben. Ten tweede moet het feit waarvoor de maatregel wordt opgelegd een misdrijf zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld of het feit moet behoren tot één van de misdrijven omschreven in onder andere artikel 285 Sr. Ten derde moet de PIJ-maatregel volgens de wet noodzakelijk zijn voor de veiligheid van andere personen of goederen. Als laatste moet de PIJ-maatregel in het belang van de ontwikkeling van de verdachte zijn.
Gelet op de misdrijven waaraan [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt en de conclusies van de rapportages over [verdachte] is aan voornoemde voorwaarden voldaan. Bij [verdachte] is immers vastgesteld dat ten tijde van het plegen van de strafbare feiten sprake was een normoverschrijdende gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken. Daarnaast heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan misdrijven waarop een gevangenisstraf van 4 jaren of meer is gesteld. Er is een hoge kans dat [verdachte] opnieuw delinquent (gewelddadig) gedrag zal vertonen en de PIJ-maatregel is in het belang van de ontwikkeling van [verdachte] , aldus de bevindingen van de deskundigen.
Nu aan de voorwaarden voor het opleggen van de PIJ-maatregel is voldaan, en met inachtneming van de hiervoor besproken adviezen van de psychiater, psycholoog en de Raad, zal de rechtbank de onvoorwaardelijke PIJ-maatregel aan [verdachte] opleggen. De rechtbank vindt de oplegging van deze maatregel niet alleen van belang voor de samenleving, maar ook voor [verdachte] zelf. De deskundigen hebben vastgesteld dat de ernst van de normoverschrijdende gedragsstoornis is verergerd, sinds de pro Justitia rapportage van 5 februari 2024. Het is echter nog niet te laat om bij [verdachte] een gedragsverandering te bewerkstelligen. [verdachte] heeft hiervoor wel een behandeling nodig.
Gelet op de adviezen van alle deskundigen kan deze behandeling alleen plaatsvinden binnen het kader van de onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Enkel in een sterk gestructureerde en gesloten setting, is verbetering mogelijk. Bij het advies voor een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel speelt ook mee dat meerdere keren is gebleken dat een ambulant kader voor [verdachte] onvoldoende was om hem ervan te weerhouden strafbare feiten te plegen. Bovendien dient er rekening te worden gehouden met de ernst van de gepleegde feiten en het hoge recidiverisico.
De rechtbank realiseert zich dat de beslissing om [verdachte] een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen moeilijk zal zijn voor [verdachte] en zijn ouders. De rechtbank heeft oog gehad voor het feit dat [verdachte] afgelopen maanden een positieve ontwikkeling in detentie heeft doorgemaakt. Dit valt te prijzen en laat ook zien dat [verdachte] iets in zijn mars heeft. Hoe moeilijk ook, zaak is nu dat [verdachte] zijn positieve ontwikkeling doorzet in de inrichting zodat uiteindelijk kan worden toegewerkt naar terugkeer in de maatschappij, waarbij [verdachte] een volwaardige kans op behandeling is gegeven.
De maatregel geldt voor een termijn van drie jaren. Na twee jaren eindigt de maatregel van rechtswege voorwaardelijk, tenzij de maatregel wordt verlengd op de wijze zoals bedoeld in artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank stelt vast dat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarom kan de maatregel verlengd worden, telkens met ten hoogste twee jaren en tot een maximum van zeven jaren, als bedoeld in artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering.
Jeugddetentie
De rechtbank vindt naast de PIJ-maatregel, met name gelet op de aard en ernst van de feiten, een onvoorwaardelijke jeugddetentie passend en nodig. Bij het bepalen van de hoogte van de jeugddetentie heeft de rechtbank onder meer rekening gehouden met het belang van [verdachte] om, gelet op zijn problematiek, zo spoedig mogelijk te kunnen starten met de behandeling in het kader van de aan hem opgelegde PIJ-maatregel. Daarom vindt de rechtbank het niet wenselijk een langere onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen dan [verdachte] al in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank zal daarom een jeugddetentie opleggen voor de duur van 260 dagen, met aftrek van het voorarrest.

9.BESLAG

Uit het dossier en wat is besproken op de zitting volgt dat er nog beslag ligt op de volgende goederen:
- Rijbewijs van [rechthebbende] (goednummer: 3413123)
- Bankpas van [slachtoffer 2] (goednummer: 3414130)
9.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het rijbewijs en de bankpas aan de rechthebbende dient te worden teruggegeven.
9.2
Standpunt van de raadsman
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Rijbewijs van [rechthebbende] (goednummer: 3413123)
- Bankpas van [slachtoffer 2] (goednummer: 3414130)
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.455,00. Dit bedrag bestaat uit € 455,00 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, ten gevolge van de afpersing door [verdachte] (feit 7 primair).
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast dient de hoofdelijkheidsclausule te worden toegepast.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de schadeposten eigen bijdrage telefoonverzekering en de sessie bij de psycholoog refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Het gevorderde bedrag voor de Kundali Activation Process sessie moet worden afgewezen nu er geen causaal verband is met het tenlastegelegde. De raadsman verzoekt de rechtbank om bij de bepaling van de hoogte van de immateriële schade gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid en het bedrag vast te stellen op € 1.000,00. Nu er een medeverdachte is dient 50% van die € 1.000,00 ten laste van [verdachte] te worden gebracht. Het aantal dagen gijzeling dient gezien de leeftijd van [verdachte] op nul te worden gesteld.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Vaststaat dat benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 7 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
Schadeposten eigen bijdrage telefoonverzekering en eigen bijdrage sessie psycholoog
De in voldoende mate onderbouwde, en niet betwiste kosten van in totaal € 280,00 zullen worden toegewezen.
Schadepost Kundali Activation Process sessie
De rechtbank acht deze schadepost onvoldoende onderbouwd nu uit de stukken niet kan worden opgemaakt wat nu precies de noodzaak was van deze sessie. De rechtbank zal het gevorderde bedrag van € 175,00 dan ook afwijzen.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank een bedrag van € 280,00 aan materiële schade toewijsbaar.
Immateriële schade
Op basis van de door de benadeelde partij gegeven onderbouwing en gelet op voornoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de nadelige gevolgen van de afpersing zodanig duidelijk zijn dat het slachtoffer hierdoor in haar persoon is aangetast in de zin van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De rechtbank stelt dan ook vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 7 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
Gelet op schadevergoedingen die in vergelijkbare zaken zijn toegekend, vindt de rechtbank een vergoeding van in totaal € 4.000,00 voor de geleden immateriële schade billijk. De rechtbank betrekt hierbij de omstandigheden dat [verdachte] bij het slachtoffer in de woning is geweest, [verdachte] een vuurwapen doorlaadde en op haar heeft gericht. Het slachtoffer voelde zich niet meer veilig in haar eigen huis en is om deze reden verhuisd. De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
De rechtbank wijst in totaal een bedrag van € 4.280,00 toe, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor de immateriële schade gerekend vanaf 9 november 2023 en voor de materiële schade op de dag dat de verschillende kosten zijn gemaakt, steeds tot de dag van volledige betaling.
[verdachte] zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[verdachte] is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat [verdachte] tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is. Betalingen die door mededader is gedaan worden op de betalingsverplichting van [verdachte] in mindering gebracht.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan [verdachte] de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€ 4.280,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 9 november 2023tot de dag van volledige betaling. Als door [verdachte] niet wordt betaald, zal deze verplichting, in verband met de minderjarigheid van [verdachte] , niet worden aangevuld met gijzeling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank Midden- Nederland, locatie Lelystad van 19 januari 2023 is aan [verdachte] een geheel voorwaardelijke taakstraf van 100 uren, te vervangen door 50 dagen jeugddetentie opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen. Reden daarvoor is dat zij toewijzing van deze vordering niet passend vindt vanwege het opleggen van de PIJ-maatregel.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47, 77a, 77g, 77i, 77s, 77gg, 282, 301, 312, en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van 260 (tweehonderdzestig dagen);
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
  • legt aan verdachte op
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • Rijbewijs van [rechthebbende] (goednummer: 3413123);
  • Bankpas van [slachtoffer 2] (goednummer: 3414130);
Benadeelde partij (feit 7 primair)
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 4.280,00, bestaande uit een vergoeding van € 280,00 materiële schade en € 4.000,00 immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente:
- over een bedrag van € 4.000,00 vanaf 9 november 2023;
- over een bedrag van € 70,00 vanaf 16 november 2023;
- over een bedrag van € 105,00 vanaf 5 december 2023;
- over een bedrag van € 105,00 vanaf 24 januari 2024
steeds tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schadevergoeding af;
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schadevergoeding af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 4.280,00 te betalen, vermeerderd met de hierboven genoemde wettelijke rente tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 (nul) dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.207667.22
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, kinderrechter, mrs. D.S. Terporten- Hop en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. Hardeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 juni 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 16.315636.24
1.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/ofdie [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met dat voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,ten gevolge waarvan die [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel, te weten een halfzijdige lichaamsverlamming, heeft bekomen;
2.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten een of meer bankpas(sen) (met bijbehorende pincode), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren,terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrappingop heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- tijdens het rijden die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te dwingen om zijn/hun telefoons met daarop bankapps te laten zien en/of- tijdens het rijden die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te dwingen om geld over te maken van zijn/hun spaarrekening(en) naar zijn/hun betaalrekening(en) en/of- naar een pinautomaat te rijden en met de pas van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] een een geldbedrag te pinnen en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- langs diverse pinautomaten te rijden om (telkens) geld te pinnen en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: “We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag ter hoogte van €560,-,
althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2]
toebehoorde door
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes,

althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] te richten en/of

- die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in
het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of
- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 2]
dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken
zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of
- hierbij (telkens) die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te
voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten
jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij zijn zakken moest leeg maken en/of - die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij al het geld dat hij bij zich had aan hem en/of zijn

mededader(s) moest geven.

4.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: “We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een persoennauto (met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde(n) door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 3] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, opdie [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: “We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 16.243526.24
hij op of omstreeks 8 maart 2024 te Almere, met voorbedachten rade [slachtoffer 4] heeft mishandeld door die [slachtoffer 4] vier keer, althans meermalen, met kracht met een (vlakke) hand tegen het gezicht te slaan;
Parketnummer 16.307954.23
hij op of omstreeks 9 november 2023 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een iPhone telefoon, in elk geval eniggoed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n)door- met die [slachtoffer 1] een afspraak te maken om die iPhone te kopen, en/of- (vervolgens) bij die [slachtoffer 1] in de woning de iPhone te bekijken, en/of- (vervolgens) te zeggen dat hij, verdachte, het afgesproken bedrag hadovergeboekt/overgemaakt, en/of- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,te tonen aan die [slachtoffer 1] ,- (vervolgens) dat (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,door te laden, en/of- (vervolgens) dat (vuur)wapen te richten op de borst, althans op het lichaam, vandie [slachtoffer 1] , en/of- de iPhone uit de handen van die [slachtoffer 1] (af) te pakken en/of aan te nemen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 november 2023 te Almere tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een iPhone telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door- met die [slachtoffer 1] een afspraak te maken om die iPhone te kopen, en/of- (vervolgens) bij die [slachtoffer 1] in de woning de iPhone te bekijken, en/of- (vervolgens) te zeggen dat hij, verdachte, het afgesproken bedrag hadovergeboekt/overgemaakt, en/of- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,te tonen aan die [slachtoffer 1] ,- (vervolgens) dat (vuur)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,door te laden, en/of- (vervolgens) dat (vuur)wapen te richten op de borst, althans op het lichaam, vandie [slachtoffer 1] , en/of- de iPhone uit de handen van die [slachtoffer 1] (af) te pakken en/of aan te nemen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 februari 2025, genummerd MD2R024137 – Einddossier Zaak Lotus-, opgemaakt door politie Eenheid Midden- Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 811, het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 10 juli 2024, genummerd PL0900-2024075569, opgemaakt door politie Eenheid Midden- Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 94 en het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 8 december 2023, genummerd MD2R023172 – Einddossier Chersoni-, opgemaakt door politie Eenheid Midden- Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 230. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 254 (einddossier Lotus)
3.Pagina’s 314 t/m 316 (einddossier Lotus)
4.Pagina’s 400, 404 t/m 428 (einddossier Lotus)
5.Pagina 164 (einddossier Lotus)
6.Pagina’s 460 en 461 (einddossier Lotus)
7.Pagina’s 454 en 455 (einddossier Lotus)
8.Pagina’s 456 en 457 (einddossier Lotus)
9.Pagina 458 (einddossier Lotus)
10.Pagina 518 (einddossier Lotus)
11.Pagina 205 (einddossier Lotus)
12.Pagina 181 (einddossier Lotus)
13.Pagina 685 (einddossier Lotus)
14.Pagina 516 (einddossier Lotus)
15.Pagina’s 43 en 44
16.Pagina 73
17.Pagina’s 7 en 8 (einddossier Chersoni)
18.Pagina’s 18 en 19 (einddossier Chersoni)
19.Pagina’s 52 en 53 (einddossier Chersoni)