In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 16 april 2025 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is geoordeeld dat in dergelijke gevallen een nadere beslistermijn van zestig weken na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn realistisch is. De rechtbank heeft ook bepaald dat er een dwangsom van € 100,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, omdat het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Vollebregt-Kuipers op 30 mei 2025.