ECLI:NL:RBMNE:2025:2658
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing loonvordering van leerkracht na staking salaris door werkgever
In deze zaak vordert de werknemer, werkzaam als leerkracht, doorbetaling van zijn salaris na de staking van de betaling door de werkgever per 10 februari 2025. De werkgever heeft de betaling gestaakt omdat de werknemer geen werkzaamheden verrichtte. De werknemer beroept zich op artikel 7:628 BW, dat de werkgever verplicht tot loondoorbetaling, tenzij het niet verrichten van arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer komt. De kantonrechter wijst de vordering af, oordelend dat het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De werknemer had de mogelijkheid om tegen het overplaatsingsbesluit in beroep te gaan, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De kantonrechter concludeert dat de werknemer onvoldoende medewerking heeft verleend aan het wegnemen van de oorzaak van de verstoorde arbeidsverhouding en dat de werkgever in redelijkheid de uitbetaling van het salaris heeft kunnen staken. De vordering tot doorbetaling van het salaris wordt afgewezen, evenals de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten van de werkgever.