Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- de heer [vennoot sub 1] , vennoot van [eiseres] ;
- de heer [vennoot sub 2] , vennoot van [eiseres] ;
- mr. Groen;
- [gedaagde] ;
- mr. Bos.
1.De procedure
- de dagvaarding en 12 producties van [eiseres] ,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van [gedaagde] met 5
- De door [eiseres] op 14 januari 2025 ingediende producties 13 tot en met 18;
- De door [gedaagde] op 15 januari 2025 ingediende producties 6 en 7.
2.De kern van de zaak
- ouders van cliënten van [eiseres] via e-mails en whatsapp benaderd met suggestieve berichten en onjuiste informatie over [eiseres] , en in het bijzonder heeft [gedaagde] ouders/verzorgers aangemoedigd om klachten in te dienen bij de inspectie Volksgezondheid. [gedaagde] heeft onjuiste informatie gedeeld over de organisatie, zoals vermeende misstanden, gebrek aan diploma’s bij het personeel en onregelmatigheden in de bedrijfsvoering. Dit heeft geleid tot ernstig wantrouwen bij ouders/verzorgers en directe schade aan de reputatie van [eiseres] ;
- minderjarige cliënten van [eiseres] actief benaderd en hen aangespoord klachten in te dienen tegen [eiseres] . Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] hen aangespoord om vertrouwelijke gesprekken met begeleiders op te nemen met het oog op het indienen van een klacht;
- personeelsleden van [eiseres] bij diens cliënten geprobeerd te ondermijnen, door hen zwart te maken en/of zich badinerend over hen uit te laten. En [gedaagde] heeft bij cliënten de indruk gewekt, althans bijgedragen aan de indruk dat de directie en/of het management van [eiseres] zich schuldig zou hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag richting de cliënten.
3.De beoordeling
Vordering in conventie zal worden afgewezen: geen (spoedeisend) belang aanwezig
- Ten aanzien van het spoedeisend belang, geldt dat incasso van een factuur op zichzelf meestal niet iets is wat enorm grote haast heeft. Maar in een kort geding geldt dat als een geldvordering meelift op de rest van de procedure en de geldvordering een bijzaak is, en als duidelijk is dat moet worden betaald, de vordering tot betaling kan worden toegewezen. Het spoedeisend belang is dan minder belangrijk.
- Ik ben ervan overtuigd dat de Factuur betaald moet worden: de uren worden door [eiseres] betwist, maar de betwisting is zoals dat heet ‘bloot’. Je kunt een factuur waarin een x aantal uren over specifieke dagen tegen een bepaald uurtarief in rekening worden gebracht niet betwisten door te zeggen: ‘ik betwist de factuur’. Je zult concreet moeten aangeven wat er niet klopt. En deze betwisting komt nu voor het eerst op deze zitting, dat is ook bepaald niet sterk.
- Ten aanzien van het verweer van [eiseres] dat [gedaagde] haar werk niet heeft afgemaakt en verslagen had moeten uploaden, weet ik niet of er bedoeld is een juridisch verweer te voeren en wat voor verweer dan. Het kan bijvoorbeeld een beroep op opschorting zijn, maar gesteld wordt dat niet. Omdat dit ook voor het eerst naar voren komt in de pleitnota van [eiseres] en niet onderbouwd is, passeer ik ook dit verweer.
- Ten slotte voert [eiseres] een verrekeningsverweer omdat zij als gevolg van het handelen van [gedaagde] schade leiden (zo’n € 13.000 per maand voor iedere niet opgevulde plaats), die ze willen kunnen verrekenen met de Factuur. Dit zou kunnen als het een harde vordering van [eiseres] was (het betreft immers veel meer geld dan de Factuur), maar het is dit moment zeker niet duidelijk dat die vordering er is. Bij verrekening moet sprake zijn van een duidelijke vordering. Als dat niet zo is, dan wordt dit verweer gepasseerd op grond van artikel 6:136 BW.
€ 1.107,00(tarief gemiddelde zaak)