ECLI:NL:RBMNE:2025:2588

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 mei 2025
Publicatiedatum
26 mei 2025
Zaaknummer
AWB 24/5957
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

In deze zaak heeft eiseres op 28 juni 2024 een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres heeft echter niet duidelijk gemaakt tegen welk besluit zij bezwaar heeft gemaakt, en bovendien was het bezwaarschrift te laat ingediend. De verweerder heeft eiseres op 26 juli 2024 verzocht om informatie over het besluit waartegen zij bezwaar had gemaakt, maar eiseres heeft hierop geen nadere informatie verstrekt. De beslissing op bezwaar van 29 augustus 2024 verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft op 15 september 2024 beroep ingesteld tegen deze beslissing. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bezwaarschrift niet voldeed aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb, en dat eiseres niet in staat was gesteld om het verzuim te herstellen. De rechtbank heeft besloten dat het beroep ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink op 2 mei 2025, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/5957

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 mei 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

(gemachtigde: L.J. Schippers),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 28 juni 2024 een bezwaarschrift ingediend. Eiseres verwijst hierbij naar een dossiernummer. Dit is echter het dossiernummer van het ingeschakelde gerechtsdeurwaardersbedrijf. Bij brief van 26 juli 2024 heeft verweerder eiseres verzocht om informatie over het besluit waartegen zij bezwaar heeft ingediend en wat de reden is dat zij haar bezwaar te laat heeft ingediend. De zes weken voor het indienen van het bezwaarschrift had verweerder namelijk geen besluit genomen. Eiseres heeft geen nadere informatie verstrekt. Met de beslissing op bezwaar van 29 augustus 2024 heeft verweerder dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet duidelijk was tegen welk besluit bezwaar was ingediend en het bezwaar niet op tijd was ingediend. Eiseres heeft op 15 september 2024 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. Verweerder heeft op 2 oktober 2024 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De rechtbank begrijpt uit het beroepschrift van eiseres dat zij van mening is dat de termijnoverschrijding haar niet aangerekend kan worden. Eiseres geeft aan dat de beslissing van verweerder niet eerder aan haar was verstrekt.
3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat door eiseres in de beroepsprocedure nog steeds niet duidelijk is gemaakt tegen welk besluit zij bezwaar heeft ingediend. Nadat eiseres bezwaar had ingediend, heeft verweerder aan eiseres verzocht informatie te geven over het besluit waartegen bezwaar werd ingediend en waarom het bezwaarschrift te laat was ingediend. Verweerder heeft van eisers noch haar gemachtigde nadere informatie ontvangen. Het bezwaarschrift van eiseres heeft niet voldaan aan de eisen van artikel 6:5 Awb, dus is het bezwaarschift gelet op artikel 6:6 Awb niet-ontvankelijk.
4. De rechtbank overweegt dat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb is bepaald dat een bezwaar- of beroepschrift onder meer een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht dient te bevatten. Gelet op artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb kan het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk worden verklaard indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:5 van de Awb, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
5. De rechtbank stelt vast dat het bezwaarschrift van eiseres niet aan die hiervoor genoemde vereisten van artikel 6:5, eerste lid, van de Awb voldoet. Eiseres heeft in haar bezwaarschrift niet een voldoende concrete omschrijving gegeven van het besluit waartegen haar bezwaar gericht is, noch heeft zij bij haar bezwaarschrift een voor bezwaar vatbaar besluit meegezonden. Eiseres heeft in haar bezwaarschrift verwezen naar een dossiernummer van een brief van het incassobureau. Deze verwijzing ziet niet op een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Het was daarom voor verweerder onvoldoende duidelijk tegen welk besluit eisers bezwaar wilde maken.
6. Eiseres is bij brief van 26 juli 2024 in de gelegenheid gesteld om een afschrift te sturen van het besluit waar eiseres het niet mee eens is. Hier heeft eiseres geen gebruik van gemaakt. Ook in de beroepsprocedure is dit besluit nog steeds niet kenbaar.
7. Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van
S.N. Lekatompessij, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.