ECLI:NL:RBMNE:2025:2532
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen om herbeoordeling en herziening van kinderopvangtoeslag in het kader van de toeslagenaffaire
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 mei 2025, met zaaknummers UTR 24/3939 en 24/4234, wordt de afwijzing door de Dienst Toeslagen van twee aanvragen van eiser, die in het kader van de toeslagenaffaire om herbeoordeling en herziening van de kinderopvangtoeslag verzoekt, behandeld. Eiser, die in 2012 en 2013 kinderopvangtoeslag ontving, stelt dat hij recht heeft op compensatie vanwege vooringenomen handelen van de Dienst Toeslagen. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor compensatie in het kader van de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag 2012. De rechtbank concludeert dat de Dienst Toeslagen bij de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag 2012 terecht tot de conclusie komt dat er geen aanleiding bestaat voor compensatie. Het beroep niet tijdig beslissen op het herzieningsverzoek is daarentegen wel terecht, omdat de Dienst Toeslagen te laat met het nemen van een besluit was, maar het herzieningsverzoek is uiteindelijk wel terecht afgewezen. De rechtbank legt uit dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van vooringenomen handelen en dat de afwijzing van de aanvragen niet onredelijk hard is. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en veroordeelt de Dienst Toeslagen in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50.