In deze zaak heeft de kantonrechter te maken met een verzoek van de moeder van een betrokkene, die onder een mentorschap valt. De moeder verzoekt om ontslag van de huidige mentor, haar ex-partner, en om zelf benoemd te worden als opvolgend mentor. Daarnaast vraagt zij om een omgangsregeling en een informatie- en consultatieregeling. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 21 november 2024, waarbij zowel de moeder als de vader van de betrokkene aanwezig waren. De vader, die momenteel als mentor fungeert, heeft aangegeven dat de moeder haar afspraken niet nakomt en dat contact met de betrokkene in het belang van de betrokkene niet wenselijk is. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden om de partijen de gelegenheid te geven om samen met de instelling afspraken te maken over de omgang en informatievoorziening.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter op 28 januari 2025 de verzoeken van de moeder afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de vader als mentor de belangen van de betrokkene goed behartigt en dat er geen reden is om hem te ontslaan. De kantonrechter heeft bovendien aangegeven niet bevoegd te zijn om een omgangsregeling vast te stellen, aangezien dit buiten de reikwijdte van het mentorschap valt. De moeder werd geadviseerd om haar verzoek tot omgangsregeling in te dienen bij de afdeling familierecht. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en kan binnen drie maanden worden aangevochten bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.