ECLI:NL:RBMNE:2025:248

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
11388241
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doorhaling van de procedure in een civiele zaak tussen VGZ Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij

In deze civiele procedure heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. op 30 oktober 2024 een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 5.194,03 aan verzekeringspremies en zorgkostenfacturen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proces- en nakosten. VGZ stelde dat er een zorgverzekeringsovereenkomst was gesloten en dat de gedaagde in verzuim was met de betalingen. De gedaagde betwistte de vordering, omdat hij een betalingsregeling had getroffen met VGZ.

Tijdens de procedure heeft VGZ verzocht om doorhaling van de zaak, zonder verdere toelichting. De kantonrechter oordeelde dat de zaak niet kon worden doorgehaald zonder instemming van de gedaagde. Aangezien de gedaagde zich niet verzette tegen de doorhaling, maar wel verzocht om vergoeding van de proceskosten, besloot de kantonrechter de zaak door te halen. VGZ werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 50,00 werden begroot, en moest deze kosten binnen veertien dagen betalen. Het vonnis werd uitgesproken op 5 februari 2025 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11388241 \ MC EXPL 24-7184
Vonnis van 5 februari 2025
in de zaak van
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V.,
te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: VGZ,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
VGZ heeft bij dagvaarding van 30 oktober 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord. VGZ heeft bij akte verzocht om doorhaling van de zaak. [gedaagde] heeft daarop geantwoord.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
VGZ heeft in de dagvaarding gevorderd dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 5.194,03 aan verzekeringspremies en zorgkostenfacturen (verminderd met een al door [gedaagde] betaald bedrag), buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proces- en nakosten. Om deze vorderingen te onderbouwen, stelt VGZ dat partijen een zorgverzekeringsovereenkomst hebben gesloten en dat [gedaagde] in verzuim is met de betaling van deze verzekeringspremies en facturen.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met deze vorderingen, omdat hij een betalingsregeling heeft met VGZ.
2.3.
VGZ heeft vervolgens bij akte om doorhaling van de onderhavige zaak op de rol verzocht “om haar moverende redenen” (en zonder verdere toelichting).
2.4.
[gedaagde] heeft op deze akte geantwoord.

3.De beoordeling

3.1.
De zaak kan niet worden doorgehaald zonder instemming van [gedaagde] . [gedaagde] verzet zich niet tegen doorhaling, maar wil dat VGZ de proceskosten betaalt. Omdat [gedaagde] zich niet heeft verzet tegen doorhaling van deze zaak, zal de kantonrechter deze zaak doorhalen op de rol. Dit betekent dat de oorspronkelijke vorderingen van VGZ niet hoeven te worden beoordeeld.
3.2.
VGZ is een procedure gestart en heeft vervolgens, zonder nadere toelichting, verzocht om doorhaling van de zaak op de rol. VGZ zal daarom in de proceskosten van [gedaagde] worden veroordeeld. [gedaagde] heeft zich in deze procedure niet laten bijstaan door een gemachtigde. [gedaagde] is op de rolzitting van 13 november 2024 verschenen om mondeling verweer te voeren. Daarvoor zal een bedrag van € 50,00 aan reis- en verletkosten worden begroot. Verder is niet gebleken dat [gedaagde] andere kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Daarom zullen de proceskosten worden begroot op € 50,00.
3.3.
De nakosten worden toegewezen zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
haalt deze zaak door op de rol;
4.2.
veroordeelt VGZ in de proceskosten van [gedaagde] , tot op heden begroot op € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als VGZ niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet VGZ ook de kosten van betekening betalen.
4.3.
verklaart dit vonnis met betrekking tot de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. B.G.W.P. Heijne en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2025.