ECLI:NL:RBMNE:2025:2451
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vestiging van een voorkeursrecht op agrarische percelen in de gemeente Druten
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de vestiging van een voorkeursrecht op agrarische percelen in de gemeente Druten behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.A. van Dijk, is pachter van een perceel en heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeenteraad om een voorkeursrecht te vestigen op meerdere percelen. Dit besluit werd genomen na een eerdere voorlopige aanwijzing door het college van burgemeester en wethouders. Eiser stelt dat de gemeente misbruik maakt van recht door het voorkeursrecht te gebruiken als pressiemiddel en klaagt over een gebrek aan contact met de gemeente.
De rechtbank overweegt dat de vestiging van een voorkeursrecht een discretionaire bevoegdheid van de gemeenteraad is, die terughoudend door de rechter moet worden getoetst. De rechtbank concludeert dat de vestiging van het voorkeursrecht niet in de weg staat aan het huidige gebruik van de percelen door eiser voor de houtproductie. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat er sprake is van misbruik van recht of dat de gemeenteraad in strijd met de wet heeft gehandeld. De rechtbank laat enkele beroepsgronden van eiser buiten beschouwing omdat deze niet tijdig zijn aangevoerd.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries en is openbaar uitgesproken op 15 mei 2025. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.