ECLI:NL:RBMNE:2025:2448

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
21 mei 2025
Zaaknummer
16.300609-23 en 16.268344-23 (vordering tenuitvoerlegging) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van metamfetamine en een stroomstootwapen, met vrijspraak voor vervaardigen van metamfetamine en dumpen van drugsafval

Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 3 september 2024 in Hilversum 964,1 gram metamfetamine en een stroomstootwapen voorhanden had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 100 dagen, met aftrek van voorarrest. De verdachte werd vrijgesproken van de vervaardiging van metamfetamine en het dumpen van drugsafval, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldigingen. De rechtbank heeft ook de vordering tot kostenverhaal afgewezen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de relevante feiten. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat leidde tot de ontdekking van de drugs en het wapen in de woning van de verdachte, waarbij de rechtbank de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen in overweging nam. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.300609-23 en 16.268344-23 (vordering tenuitvoerlegging) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 mei 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 mei 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. V.A. van Biljouw, advocaat te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
1
in de periode van 11 juni 2023 tot en met 3 september 2024 in Hilversum, samen met een ander of anderen of alleen, opzettelijk heeft bereid, verwerkt, verstrekt, vervoerd, althans aanwezig heeft gehad een hoeveelheid metamfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
op 3 september 2024 in Hilversum opzettelijk aanwezig heeft gehad 964,1 gram van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
op 3 september 2024 in Hilversum een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad;
4
primair:
op 11 juni 2023 in Hilversum, samen met een ander, opzettelijk vaten, jerrycans, kuipen en emmers met chemische afvalstoffen, afkomstig van drugsproductie, heeft vervoerd en gedumpt op de locatie [adres] , terwijl zij wisten, althans hadden kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan;
subsidiair:
opzettelijk behulpzaam is geweest bij het plegen van het onder 4 primair omschreven misdrijf door de vaten aan elkaar vast te binden en/of gereed te maken voor vervoer en/of dumping;
5
primair:
op 11 juni 2023 in Hilversum, samen met een ander, chemische afvalstoffen (afkomstig van de productie van synthetische drugs) op de bodem heeft neergelegd, waardoor de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast - terwijl verdachte en zijn mededader wisten, althans hadden kunnen vermoeden dat de bodem daardoor kon worden verontreinigd of aangetast;
subsidiair:
opzettelijk behulpzaam is geweest bij het plegen van het onder 4 primair omschreven misdrijf door de vaten aan elkaar vast te binden en/of gereed te maken voor vervoer en/of dumping.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3, 4 primair en 5 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 3, 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair tenlastegelegde. De raadsman heeft zich ten aanzien van een bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1, 4 en 5
De rechtbank is van oordeel dat, hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat verdachte betrokken is geweest bij de hem onder 1, 4 en 5 ten laste gelegde gedragingen, onvoldoende wettig bewijs voorhanden is op grond waarvan kan worden vastgesteld waaruit de betrokkenheid van verdachte zou hebben bestaan.
Het voorgaande betekent dat verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1, 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Feit 2
Het onder 2 tenlastegelegde is door verdachte begaan. Verdachte heeft dit feit bekend en er is geen vrijspraak bepleit van dit feit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingvan 3 september 2024, genummerd MD1R023067-121, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inspecteur van politie Midden-Nederland, houdende bevindingen van deze verbalisant
(proces-verbaal Einddossier, digitale nummering pagina’s 92-93);
- een
Kennisgeving van inbeslagneming, genummerd PL0900-2023173564-9, betreffende inbeslagneming op 3 september 2024 op het adres [adres] te [woonplaats] op goednummer PL0900-2023173564-3398603
(proces-verbaal Einddossier, digitale nummering pagina 171);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelenvan 5 september 2024, genummerd 240904-136-306, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie Midden-Nederland, houdende bevindingen van deze verbalisanten
(proces-verbaal Einddossier, digitale nummering pagina’s 117-118);
- een geschrift: een
Rapport NFIDENTvan het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag van 5 september 2024, genummerd 2024.09.04.153 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, houdende bevindingen van deze deskundige
(proces-verbaal Einddossier, digitale nummering pagina 120);
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2025.
Feit 3
Bewijsmiddelen [1]
Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres] in [woonplaats] op 3 september 2024 [2] is een stroomstootwapen in de vorm van een zaklamp aangetroffen. Dit wapen is aangetroffen in een kast in de slaapkamer op de eerste verdieping aan de voorzijde van de woning. [3]
Het aangetroffen stroomstootwapen betreft een wapen van categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie. Met dit wapen kunnen personen door een elektrische stroomstoot weerloos worden gemaakt of kan pijn worden toegebracht. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij met enige regelmaat verbleef in de slaapkamer op de eerste verdieping aan de voorzijde van de woning aan de [adres] in [woonplaats] en dat het stroomstootwapen van hem is. [5]
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van het voorhanden hebben van het stroomstootwapen. Enerzijds is gesteld dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd met betrekking tot het voorhanden hebben van het stroomstootwapen en anderzijds dat verdachte het wapen niet kent, hij het wapen niet heeft aangeschaft en dat het wapen hem niets zegt. De raadsman heeft betoogd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat bij verdachte sprake is van wetenschap, althans van een meer of mindere mate van bewustheid ten aanzien van dit wapen.
Het verweer wordt verworpen. De rechtbank overweegt dat uit de bekennende verklaring van verdachte volgt dat hij wetenschap had van (de aanwezigheid van) het stroomstootwapen en dat hij dit wapen voorhanden heeft gehad.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen en -overweging is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 3 september 2024 in Hilversum het stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
2
hij op 3 september 2024 te Hilversum opzettelijk aanwezig heeft gehad 964,1 gram van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij op 3 september 2024 te Hilversum een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
2
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
3
handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan een gedeelte van 253 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging aan verdachte van (bijzondere) voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om de maatregel kostenverhaal op te leggen in de zin van artikel 13d van de Opiumwet voor een bedrag van € 3.494,72.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om bij een mogelijk op te leggen straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is hard aan het werk om zijn gezin te ondersteunen en opnieuw gedetineerd raken zal desastreuze gevolgen hebben voor hem en zijn gezin. Verdachte heeft geen relevante documentatie op het gebied van de Opiumwet.
Indien de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het onder 1, 4 en 5 tenlastegelegde, dan wordt verzocht een straf op te leggen gelijk aan het reeds ondergane voorarrest. Indien toch een veroordeling volgt voor (een van) de feiten 1, 4 en 5, dan wordt verzocht een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen, in die zin dat verdachte niet meer vast komt te zitten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van metamfetamine en een stroomstootwapen.
Het gebruik van (synthetische) drugs levert gevaar op voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Het gebruik van drugs leidt bovendien tot handel in deze middelen en deze handel gaat vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Door het voorhanden hebben van de metamfetamine heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek. Daarnaast brengt het ongecontroleerde bezit van een stroomstootwapen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en versterkt dit in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op:
  • een op naam van verdachte gesteld uittreksel Justitiële Documentatie (‘strafblad’) van 27 maart 2025, waaruit blijkt dat verdachte weliswaar eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke strafbare feiten als waarvoor hij thans zal worden veroordeeld;
  • een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland te Utrecht van 30 april 2025.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan. De rechtbank let daarnaast op de straffen die in soortgelijke strafzaken door rechters zijn opgelegd en houdt ten slotte rekening met de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank is van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen passend en geboden is. De tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op deze gevangenisstraf in mindering worden gebracht. Gelet op de duur van het in mindering te brengen voorarrest, is er geen ruimte meer om naast de onvoorwaardelijke op te leggen gevangenisstraf ook een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met daaraan gekoppeld (bijzondere) voorwaarden, zoals door de reclassering is geadviseerd.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het bovenstaande zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis worden opgeheven.
Maatregel kostenverhaal
Uit het
Rapport maatregel kostenverhaalvan 8 januari 2025 blijkt dat de gemeente Hilversum kosten heeft gemaakt in verband met het schonen van de dumpingslocatie van chemische afvalstoffen, afkomstig van de productie van synthetische drugs, op de openbare weg de [adres] te Hilversum, inclusief het afvoeren van chemicaliën, het restafval en de hardware ter vernietiging.
Op 1 juli 2022 is de
Maatregel kostenverhaalin werking getreden. De maatregel is van toepassing op strafbare feiten die na de datum van inwerkingtreding van de maatregel worden opgespoord en vervolgd. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de Staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met die voorwerpen. De maatregel is (onder meer) opgenomen in artikel 8, aanhef en onder d, van de Wet op de economische delicten. Op grond van deze bepaling kan de maatregel worden opgelegd bij veroordeling wegens een economisch delict, zoals aan verdachte ten laste is gelegd onder de feiten 4 en 5.
De rechtbank zal de vordering maatregel kostenverhaal, nu verdachte zal worden vrijgesproken van hetgeen hem onder 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair ten laste is gelegd, afwijzen.

9.BESLAG

9.1
De inbeslaggenomen voorwerpen
Onder verdachte zijn een aantal voorwerpen inbeslaggenomen, zoals omschreven op de “
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen” van 1 mei 2025:
1. telefoontoestel, nummer PL0900-2023173564-G3398566;
2 USB-stick (memorykaart, imation), nummer PL0900-2023173564-G3398585;
3 telefoontoestel, merk Samsung, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398539;
4 telefoontoestel, merk Nokia, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398572;
5 methadon (2 stuks), nummer PL0900-2023173564-G3398603;
6 telefoontoestel, merk Google, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398555.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van het op de beslaglijst onder 5 vermelde voorwerp gesteld dat de omschrijving
methadononjuist is en dat dit
metamfetaminemoet zijn. Zij heeft de rechtbank verzocht de beslaglijst ten aanzien van dit voorwerp gecorrigeerd te lezen.
De officier van justitie heeft gevorderd:
  • onttrekking aan het verkeer van het onder 5 vermelde voorwerp;
  • teruggave aan verdachte van de onder 1, 2, 3, 4 en 6 vermelde voorwerpen.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de inbeslaggenomen voorwerpen.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
Uit het tot het dossier behorende
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelenvan 5 september 2024 (genummerd 240904-136-306), en het
Rapport NFIDENTvan het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag van 5 september 2024 (genummerd 2024.09.04.153), volgt dat het onder 5 op de beslaglijst omschreven voorwerp met nummer PL0900-2023173564-G3398603
metamfetaminebevat en geen methadon. De rechtbank zal de beslaglijst in die zin gecorrigeerd lezen.
De rechtbank beslist met betrekking tot de op de beslaglijst vermelde voorwerpen als volgt.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de onder 5 vermelde metamfetamine onttrekken aan het verkeer. Het onder 2 bewezen verklaarde feit is met betrekking tot dit voorwerp begaan en dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de hiervoor onder 1, 2, 3, 4 en 6 omschreven voorwerpen, nu deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 18 januari 2024 (parketnummer 16.268344-23) is aan verdachte een taakstraf opgelegd voor de duur van 70 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk, waarbij als voorwaarde is gesteld dat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaren niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
De officier van justitie vordert dat bevel zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van de bij het vonnis van 18 januari 2024 aan verdachte opgelegde taakstraf voor de duur van 30 uren waarvan bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd. Daartoe is gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een of meer nieuwe strafbare feiten.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het plegen van nieuwe strafbare feiten, zoals bewezen verklaard in dit vonnis.
Om die reden zal de vordering van de officier van justitie worden toegewezen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2, 10 en 13a van de Opiumwet;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, 4 primair en subsidiair en 5 primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 2 en 3 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 100 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Maatregel kostenverhaal
- wijst de vordering maatregel kostenverhaal af;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
5 metamfetamine (2 stuks), nummer PL0900-2023173564-G3398603;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
1. telefoontoestel, nummer PL0900-2023173564-G3398566;
2 USB-stick (memorykaart, imation), nummer PL0900-2023173564-G3398585;
3 telefoontoestel, merk Samsung, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398539;
4 telefoontoestel, merk Nokia, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398572;
6 telefoontoestel, merk Google, zwart, nummer PL0900-2023173564-G3398555;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.268344-23
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 18 januari 2024 opgelegde voorwaardelijke
taakstraf voor de duur van 30 uren.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.F. Hammerle, voorzitter, mr. V.A. Groeneveld en mr.
T. van Haaren-Paulus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 mei 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 11 juni 2023 tot en met 3 september 2024 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Hilversum, in elk geval in Nederland. opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 964,1 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Hilversum, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk als degene die handelingen met betrekking tot (chemisch(e)) afvalstof(fen) (bestaande uit het vervoeren van (chemisch(e)) afvalstof(fen) (afkomstig van drugsproductie), terwijl deze onvoldoende waren verpakt waardoor vervolgens vloeibare (chemisch(e)) afvalstoffen op het wegdek lekten en het dumpen van een of meerdere vat(en) ("IBC"vat(en)) en/of een of meerdere jerrycan(s) en/of een of meerdere losse vaten en kuipen en emmers met (chemisch(e)) afvalstoffen op de locatie [adres] , en die wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), opzettelijk als degene die handelingen met betrekking tot (chemisch(e)) afvalstof(fen) (bestaande uit het vervoeren van (chemisch(e))
afvalstof(fen) (afkomstig van drugsproductie), terwijl deze onvoldoende waren verpakt waardoor vervolgens vloeibare (chemisch(e)) afvalstoffen op het wegdek lekten en het dumpen van een of meerdere vat(en) ("IBC"vat(en)) en/of een of meerdere jerrycan(s) en/of een of meerdere losse vaten en kuipen en emmers met (chemisch(e)) afvalstoffen op de locatie [adres] , en die wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door de hiervoor genoemde vat(en) aan elkaar vast te binden en/of gereed te maken voor vervoer en/of dumping;
5
hij op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander handelingen op de bodem heeft verricht, bestaande uit het neerleggen van (chemisch(e)) afvalstof(fen) (afkomstig van de productie van synthetische drugs), waardoor de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast - terwijl hij, verdachte, en zijn mededader, wisten althans redelijkerwijs hadden kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), handelingen op de bodem heeft verricht, bestaande uit het neerleggen van (chemisch(e)) afvalstof(fen) (afkomstig van de productie van synthetische drugs), waardoor de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast - terwijl hij, verdachte, en zijn mededader, wisten althans redelijkerwijs hadden kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 juni 2023 te Hilversum, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door de hiervoor genoemde vat(en) aan elkaar vast te binden en/of gereed te maken voor vervoer en/of dumping.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte
2.Pagina 92.
3.Pagina 93.
4.Pagina’s 121 en 122.
5.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2025.