Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde], die handelde onder de naam [handelsnaam]. De procedure betreft de ontbinding van twee huurkoopovereenkomsten die in april en mei 2024 zijn gesloten, waarbij [gedaagde] een Fiat en een Mercedes in gebruik had. [eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat de overeenkomsten rechtsgeldig zijn ontbonden, alsook betaling van achterstallige leasetermijnen, rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] in gebreke was gebleven met het betalen van de leasetermijnen en dat de ontbinding van de overeenkomsten gerechtvaardigd was. De kantonrechter wees de vordering van [eiseres] grotendeels toe, waarbij [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 27.997,27, vermeerderd met rente en proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat. De uitspraak is gebaseerd op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 6:265 en artikel 6:100.