In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft op 9 november 2023 een aanvraag ingediend voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep door eiseres. De rechtbank heeft op 23 april 2025 het onderzoek gesloten, nadat partijen niet gebruik hebben gemaakt van hun recht om gehoord te worden.
De rechtbank overweegt dat er beroep kan worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld op 15 november 2024, en het beroep is ingediend op 12 maart 2025, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Verweerder wordt opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres.
Daarnaast wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 april 2025.