Uitspraak
1.De procedure
- verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde en vergezeld door [A] , zijn moeder;
- de rechter;
- als toehoorders mr. [B] , griffier in de hoofdzaak, en mr. J. Lahr, officier van justitie in de hoofdzaak.
2.De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
19 december 2024 behandeld. Nadat de standpunten van partijen over het bezwaarschrift haar duidelijk waren, heeft zij aangegeven dat zij haar beslissing ging nemen. Tijdens de toelichting van haar beslissing over het bezwaarschrift tegen de dagvaarding heeft de gemachtigde van verzoeker de rechter onderbroken en gevraagd om een schorsing. De rechter heeft aangegeven dat zij voordat zij de zitting zal onderbreken, eerst haar beslissing op het bezwaarschrift zal afmaken.
19 december 2024 blijkt dat de raadsman de rechter wraakt na het door haar gegeven oordeel dat het bezwaarschrift ongegrond is. Op de zitting heeft verzoeker erkend dat hij het wrakingsverzoek heeft ingediend terwijl de rechter bezig was met het uitspreken van de mondelinge beslissing op het bezwaarschrift. Hij heeft daarbij aangegeven dat deze beslissing voor hem de druppel was, die de emmer deed overlopen. Op dat moment was er naar het oordeel van de wrakingskamer echter al een einde aan de procedure voor de behandeling van het bezwaar tegen de dagvaarding gekomen en bestond niet langer de mogelijkheid tot wraking.