Uitspraak
Procedure
Bezwaarschrift
Het standpunt van de officier van justitie
Beoordeling
Beslissing
gegrond;
Rechtbank Midden-Nederland
Op 15 april 2025 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een minderjarige veroordeelde tegen de opname van zijn DNA in de DNA-databank. De veroordeelde, geboren in 2006, had eerder een taakstraf van 35 uren opgelegd gekregen voor openlijk geweld en opzettelijke vernieling. Na de oplegging van deze straf heeft de officier van justitie een bevel tot afname van DNA-materiaal gegeven, waarop de veroordeelde bezwaar maakte. In de raadkamer is de situatie van de veroordeelde besproken, waarbij zijn autisme en de impact van de DNA-afname op zijn mentale welzijn aan de orde kwamen. De raadsman van de veroordeelde voerde aan dat de bijzondere omstandigheden, waaronder de minderjarigheid en de aard van het misdrijf, maken dat de opname van DNA niet gerechtvaardigd is. De officier van justitie erkende de bijzondere omstandigheden, maar stelde dat er een uitzondering op de wet van toepassing was. De raadkamer heeft uiteindelijk geoordeeld dat de opname van DNA disproportioneel is en heeft het bezwaar gegrond verklaard. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om het celmateriaal van de veroordeelde te vernietigen.