ECLI:NL:RBMNE:2025:2061

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
16/361365-24 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van vuurwapens, vuurwapenonderdelen, munitie en amfetamine in woning

Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 november 2024 in Eemnes vuurwapens, vuurwapenonderdelen, munitie en een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine voorhanden had. De rechtbank oordeelde dat het niet geloofwaardig was dat de verdachte geen weet had van de grote hoeveelheid amfetamine in zijn woning, mede gezien het feit dat zijn DNA was aangetroffen op zakjes met amfetamine-residu. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en heeft daarbij zowel algemene als bijzondere voorwaarden opgelegd. De zaak kwam tot stand na een onderzoek ter terechtzitting op 15 april 2025, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het voorhanden hebben van vuurwapens en het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek en de aanbevelingen van de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/361365-24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1986] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 april 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. V. Boelhouwers en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. R. van Rhijn, advocaat in Doorn, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op 11 november 2024 in Eemnes een pistool, een gaspistool, onderdelen van (een) vuurwapen(s) en scherpe patronen voorhanden heeft gehad;
Feit 2
op 11 november 2024 in Eemnes opzettelijk ruim 94 kilo amfetamine aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 ten laste gelegde, omdat de wetenschap bij verdachte ontbrak dat hij in zijn woning deze aanzienlijke hoeveelheid harddrugs aanwezig had. Veel mensen liepen in en uit de woning van verdachte. Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen [1] :
  • de bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting van 15 april 2025;
  • een proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 31 tot en met 34;
  • een kennisgeving van inbeslagneming van een vuurwapen, vuurwapenonderdelen en munitie, doorgenummerde pagina 106 tot en met 108 (goednummers PL0900-2024359375-3435094, PL0900-2024359375-3435097, PL0900-2024359375-3435099, PL0900-2024359375-3435101, PL0900-2024359375-3435105, PL0900-2024359375-3435106);
  • een kennisgeving van inbeslagneming van munitie, doorgenummerde pagina 113 en 114 (goednummers PL0900-2024359375-3436468 en PL0900-2024359375-3436471);
  • een kennisgeving van inbeslagneming van een gaspistool, doorgenummerde pagina 120 (goednummer PL0900-2024359375-3436550);
  • een proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlage), doorgenummerde pagina 292 tot en met 305;
  • een proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 241 tot en met 245;
Feit 2
Bewijsmiddelen [2]
De verklaring van verdachte op de terechtzitting:
Ik woonde op het adres [adres] in [woonplaats] . In mijn woning is de amfetamine aangetroffen.
Een proces-verbaal van bevindingen:
Een slotenmaker heeft op 11 november 2024 de woning [adres] in [woonplaats] voorzien van nieuwe sloten en de sleutelbos is in handen van de politie. De woning is verzegeld middels sluitingszegels van de Forensische Opsporing. [3]
Een verslag van binnentreden woning:
Op 14 november, ben ik binnengetreden in de woning [adres] in [woonplaats] . Ik heb mij toegang verschaft tot de woning middels de sleutelbos die ik had ontvangen op 11 november 2024. De woning is die dag verzegeld. Om de woning binnen te gaan heb ik de, nog intact zijnde, zegels zelf verbroken. [4]
Een proces-verbaal van bevindingen:
Op 14 november 2024 was ik ter plaatse op het [adres] in [woonplaats] . Ik zag dat er in de eerste kamer rechts op de eerste etage, een blauwe plastic bak stond met wit/gele brokken erin. De kleur van deze brokken leek hetzelfde te zijn als de substantie welke was achtergebleven in de plastic zakken. [5]
Een proces-verbaal van bevindingen:
Zolderkamer
Ik zag dat er achter de meest rechter deur van deze kast tassen stonden. Ik zag dat
dit 6 tassen betrof. Ik zag dat deze tassen gevuld waren met wit gelige substantie
die vacuüm was verpakt. [6]
Een kennisgeving van inbeslagneming van verdovende middelen, :
Inbeslagneming
Plaats: [adres] [woonplaats]
Datum en tijd: 14 november 2024
Beslagene
Naam: [verdachte]
Goednummer: PL0900-2024359375-3436625
Object: verdovende middelen
Bijzonderheden: Onbekende substantie vacuum verpakt. +/- 83 pakken van 1 kg. [7]
Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen:
Op 19 november 2024 werd door de Forensische Opsporing een onderzoek ingesteld in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet.
Omschrijving verdovende middelen
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
Goednummer PL0900-2024359375-3436625
SIN AAOI2653NL
Omschrijving aantal 87 blokken, 1 blauwe bak met wit poeder/brokken [8]
Aantal monsters: 3
Monster A
Spoornummer PL0900-2024359375-210549
SIN AARK9425NL
Relatie met SIN AAOI2653NL
Bijzonderheden 87 blokken met witte brokken/poeder 85783 gram
Indicatief amfetamine
Monster B
Spoornummer PL0900-2024359375-210550
SIN AAOI2659NL
Relatie met SIN AAOI2653NL
Plaats veiligstellen 1 blauwe bak met wit/gele brokken 8220 gram [9]
Indicatief amfetamine [10]
Een identificatieonderzoek verdovende middelen, van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong:
2024.11.21.015 (aanvraag 001)
Een identificatieonderzoek verdovende middelen, van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong:
2024.11.21.015 (aanvraag 002)
Een proces-verbaal van bevindingen:
Ik zag dat er een vuilniszak op de overloop lag op de eerste verdieping. Ik zag dat er allemaal kleine doorzichtige zakken in zaten. Ik zag dat er in deze zakken een residu zat wat erg leek op de substantie die ook in de aangetroffen pakketten zaten. Om die reden deze vuilniszak in beslag genomen om er mogelijk nog onderzoek naar te doen. [13]
Een kennisgeving van inbeslagneming van vacuümzakken:
Goednummer: PL0900-2024359375-3440190
Object: zak plastic
Aantal: 3
Inhoud/specificatie Gesealde vacuümzakken geschikt voor dacty/dna
Bijzonderheden Afkomstig van aaoi2653nl [14]
Een onderzoek naar biologische sporen en DNA- onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van verdovende middelen in Eemnes op 11 november
2024, van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), opgemaakt door L.J.W. Grol:
3.
Onderzoek naar biologische sporen
Gesealde vacuümzakken AAOI2655NL
Het onderzoeksmateriaal betreft drie vacuümzakken. Van elke zak is de gehele buitenzijde en de bovenste rand aan de binnenzijde bemonsterd. Deze bemonsteringen zijn als AAOI2655NL#01 t/m #06 veiliggesteld voor een DNA-onderzoek. [16]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
De tenlastegelegde pleegdatum
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de politie de woning van verdachte heeft verzegeld en heeft voorzien van nieuwe sloten, na de eerste doorzoeking op 11 november 2024. De sleutels waren in het bezit van de politie. Vervolgens heeft de politie op 14 november 2024 de woning voor de tweede keer doorzocht. De politie heeft zich de toegang tot de woning verschaft door middel van de sleutelbos die sinds 11 november 2024 in hun bezit was. De politie heeft om de woning binnen te gaan de, nog intact zijnde, zegels zelf verbroken. Hieruit leidt de rechtbank af dat de situatie in de woning op 14 november 2024 hetzelfde was als die op 11 november 2024 en dat de aangetroffen hoeveelheid amfetamine zich op 11 november 2024 ook al in de woning bevond.
Het aanwezig hebben van ruim 94 kilo amfetamine
De rechtbank oordeelt dat verdachte wist dat de amfetamine in zijn woning lag. De blauwe bak en de tassen met amfetamine zijn op twee plaatsen in zijn woning aangetroffen en het betreft hier een zeer grote hoeveelheid amfetamine. Een dergelijke hoeveelheid amfetamine vertegenwoordigt over het algemeen een aanzienlijke waarde. Verdachte was de huurder van de woning en had daar de beschikking over.
Dat verdachte niet wist van de amfetamine, vindt de rechtbank ongeloofwaardig. Verdachte heeft erop gewezen dat zijn woning vrij toegankelijk was voor iedereen, de deuren van de woning nooit op slot waren en dat iedereen in- en uit kon lopen. Daarmee suggereert verdachte dat een ander de amfetamine in zijn woning heeft neergezet. Dat verklaart echter niet dat zijn DNA op de zakjes met amfetamine-residu is aangetroffen. Bovendien vindt de rechtbank het niet geloofwaardig dat verdachte in het geheel geen zicht heeft gehad op wat er in de woning gebeurt, als het inderdaad zo zou zijn dat iemand anders de amfetamine daar zou hebben neergelegd.
De raadsman heeft er nog op gewezen dat verdachte nooit toestemming zou hebben gegeven om de woning te doorzoeken, als hij zou hebben geweten dat er amfetamine aanwezig was. Dit argument over het gebrek aan wetenschap bij verdachte vindt echter geen steun in het dossier: daaruit volgt dat de grondslag van de doorzoeking op 14 november 2024 het bevel van de rechter-commissaris was en dat verdachte daarvoor juist geen toestemming gaf.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigd bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van ruim 94 kilo amfetamine.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1op 11 november 2024 te Eemnes wapens en onderdelen van (een) wapen(s) van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool met patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 9x19mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- meerdere (essentiële) onderdelen van een of meerdere vuurwapen(s) en
- een gaspistool, kaliber 6mm van het merk Record en
- munitie van categorie III, te weten meerdere scherpe patronen van het kaliber 9x17mm (9mmBr.C) van het merk S&B en scherpe patronen van het kaliber 9 mm van het merk P.A.K./Pobjeda en scherpe patronen van het kaliber 8mm van het merk GFL en meerdere hulzen, voorhanden heeft gehad;
Feit 2
op 11 november 2024 te Eemnes opzettelijk aanwezig heeft gehad 94003 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I..
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 2
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de reclassering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet recidiveverminderend zal werken. Zij verzoekt daarom om oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van de al ondergane voorlopige hechtenis, in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals op de terechtzitting is gebleken.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft vuurwapens, vuurwapenonderdelen en munitie voorhanden gehad. Op illegaal wapen- en munitiebezit staan stevige straffen, omdat de gevolgen van het gebruik van vuurwapens over het algemeen desastreus kunnen zijn. Ook als geen lichamelijk ernstig of dodelijk letsel wordt toegebracht veroorzaken vuurwapens maatschappelijk ontwrichtende gevoelens van angst en onveiligheid.
Daarnaast heeft verdachte in zijn woning ruim 94 kilo amfetamine voorhanden gehad. Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs een gevaar vormt voor de gezondheid. Bovendien gaan de handel en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding daarvan en ook dat neemt de rechtbank hem kwalijk.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
17 maart 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het advies van Reclassering Nederland van 31 maart 2025. Uit dit rapport blijkt dat verdachte ten tijde van de verdenking een actieve verslaving had, geen dagbesteding had en schulden had. Verder had hij een negatief sociaal netwerk. Daarnaast constateert de reclassering dat verdachte beïnvloedbaar was. Sinds december 2024 houdt Inforsa toezicht op verdachte in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis en heeft hij een alcohol- en drugsverbod. Volgens de reclassering lijkt dit verdachte goed te doen. Hij is abstinent, heeft dagbesteding, heeft afstand gedaan van zijn negatief sociaal netwerk en heeft goed contact met zijn ouders. Zijn schulden worden afbetaald. Dit alles kan mogelijk beschermend werken in de toekomst.
Op dit moment acht de reclassering het risico op recidive hoog. Om dit risico te verminderen, vindt de reclassering het van belang dat verdachte de huidige stijgende lijn vasthoudt. Het plan van aanpak moet dan ook gericht zijn op de behandeling van zijn verslaving. Daarnaast is het behoud van dagbesteding geïndiceerd.
De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling bij Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, een alcohol- en drugsverbod en meewerken aan het vinden en het behouden van een dagbesteding.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van het feit, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De landelijke oriëntatiepunten die strafrechters hanteren voor straftoemeting gaan voor het voorhanden hebben in een woning van een wapen van categorie III uit van een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden. Bij het voorhanden hebben van de bewezenverklaarde hoeveelheid amfetamine gaan de oriëntatiepunten uit van een gevangenisstraf voor de duur van meer dan 36 maanden. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte wist van de aanwezigheid van een grote hoeveelheid harddrugs in zijn woning, maar heeft onvoldoende aanwijzingen dat hij zelf degene was die de drugs verzameld heeft en in zijn woning heeft neergelegd. De rechtbank houdt daarnaast in strafmatigende zin rekening met het feit dat er geen indicatie is voor de handel in amfetamine door verdachte. Daarnaast heeft verdachte geen relevante eerdere veroordelingen op het gebied van wapen- en drugsdelicten.
Alles afwegende wijkt de rechtbank bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte af van de eis van de officier van justitie. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, op zijn plaats. Aan de proeftijd zal de rechtbank de hierna te noemen algemene en bijzondere voorwaarden verbinden, met het doel om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank ziet geen aanleiding om ambtshalve de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen, omdat verdachte zich blijkens het reclasseringsrapport aan de opgelegde bijzondere voorwaarden houdt.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn verdovende middelen, een vuurwapen, vuurwapenonderdelen, munitie, plastic folie, carbid, een inpakmachine, plasticzakjes en vuurwerk in beslag genomen.
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft om onttrekking aan het verkeer van de verdovende middelen, het verboden vuurwapen met munitie en de verboden vuurwapenonderdelen. Met betrekking tot de zakjes, de vacumeermachine en de weegschalen heeft zij om verbeurdverklaring verzocht. De overige goederen mogen terug naar verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat veel van de inslaggenomen voorwerpen weer in het bezit zijn van verdachte. Voor de overige goederen heeft verdachte aangegeven dat hij daarvan afstand doet.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen
- 1 STK Inpakmachine (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436479),
- 14 STK Plasticzakje (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436480),
- 1 STK Plasticzakje (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436548) en
- STK Plastic folie om wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435137)
verbeurd verklaren. Met behulp van deze voorwerpen zijn de bewezen verklaarde
feiten begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen
  • 2 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2024359375-3434820),
  • 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435094),
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435097),
  • 1 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435099),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435101),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435105),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435106),
  • 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436426),
  • 1 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436468),
  • 25 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436471),
  • 1 STK Carbid (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436476),
  • 33 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436485),
  • 1 STK Alarmpistool (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436550),
  • 1 STK Vuurwerk (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436612),
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436625) en
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436836)
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
  • 2 en 10 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
36 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
12 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
twee jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
  • zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Inforsa op het adres Witte Vrouwensingel 6, 3512 CR Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zich laat behandelen door Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is gericht op verslavingsproblematiek en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • geen alcohol en drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle
gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
 zich inspant voor het vinden en behouden van (betaald) werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag:
- verklaart volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Inpakmachine (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436479),
  • 14 STK Plasticzakje (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436480),
  • 1 STK Plasticzakje (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436548) en
  • STK Plastic folie om wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435137);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 2 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2024359375-3434820),
  • 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435094),
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435097),
  • 1 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435099),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435101),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435105),
  • 1 STK Onderdeel van wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3435106),
  • 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436426),
  • 1 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436468),
  • 25 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436471),
  • 1 STK Carbid (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436476),
  • 33 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436485),
  • 1 STK Alarmpistool (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436550),
  • 1 STK Vuurwerk (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436612),
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436625) en
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL0900-2024359375-3436836).
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en L.L. Veendrick, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.A. van Loon, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 april 2025.
De griffier is verhinderd om dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 11 november 2024 te Eemnes een wapen en onderdelen van (een) wapen(s) van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool met patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 9x19mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of
- meerdere (essentiële) onderdelen van een of meerdere vuurwapen(s) en/of
- een gaspistool, kaliber 6mm van het merk Record en/of
- munitie van categorie III, te weten meerdere scherpe patronen van het kaliber 9x17mm (9mmBr.C) van het merk S&B en/of scherpe patronen van het kaliber 9 mm van het merk P.A.K./Pobjeda en/of scherpe patronen van het kaliber 8mm van het merk GFL en/of meerdere hulzen, voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 11 november 2024 te Eemnes opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 94003 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal of andere geschriften. Deze processen-verbaal of andere geschriften zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte (eind)proces-verbaal van 28 maart 2025, genummerd PL0900-2024361266, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 343. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
3.Pagina 33.
4.Pagina 154.
5.Pagina 39.
6.Pagina 41.
7.Pagina 122.
8.Pagina 234.
9.Pagina 235.
10.Pagina 236.
11.Pagina 237.
12.Pagina 238.
13.Pagina 44.
14.Pagina 135.
15.Pagina 322.
16.Pagina 323.
17.Pagina 325.
18.Pagina 326.