Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
- Primair als een poging tot doodslag van [slachtoffer (voornaam)] ;
- Subsidiair als het zwaar mishandelen van [slachtoffer (voornaam)] ;
- Meer subsidiair als een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer (voornaam)] ;
- Meest subsidiair als het mishandelen van [slachtoffer (voornaam)] .
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
abusive head trauma), dat voorheen ook wel bekend stond als het ‘shaken baby syndroom’.
acuutontstaan ernstig hersenletsel en dat dit letsel moet zijn ontstaan door fors repeterende acceleratie-deceleratie al dan niet in combinatie met stomp botsende krachtsinwerkingen op het hoofd van [slachtoffer (voornaam)] . Dat kan door een ongeluk zijn ontstaan (accidenteel) of het kan door iemand zijn toegebracht (niet-accidenteel). Verdachte heeft niets verklaard over een ongeluk dat het ontstaan van het letsel zou kunnen verklaren, terwijl het dan zou moeten gaan om een
ernstigongeluk vanwege de noodzakelijke forse krachtsinwerking. Uit het rapport van dr. [B] volgt dat vallen van beperkte hoogte (tot circa 1,5 meter) en een huis-tuin-en keukenongeval in beginsel niet voldoende is voor het ontstaan van een subdurale bloeding zoals bij [slachtoffer (voornaam)] geconstateerd. Daarbij komt dat uit het rapport van de deskundige volgt dat het letsel dat bij [slachtoffer (voornaam)] is geconstateerd waarschijnlijker (ordegrootte bewijskracht: 10-100) is onder het scenario toegebracht letsel dan onder het scenario accidenteel ontstaan letsel. De rechtbank neemt daarbij nog in aanmerking de opmerking van de deskundige dat bloedingen tussen het netvlies en het glasvocht (subhyaloidale bloedingen), zoals bij [slachtoffer (voornaam)] zijn geconstateerd, in de wetenschappelijke studie van [.] alleen zijn gezien bij kinderen in het kader van niet-accidenteel schedelhersenletsel. Hier leidt de deskundige aanvullende bewijswaarde af richting niet accidentele krachtsinwerking, waardoor het waarschijnlijkheidsoordeel volgens de deskundige van het NFI richting de 100 uitvalt.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
gevangenisstraf van 24 maanden;
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 3 (drie) jarenvast;
De politie houdt toezicht op naleving van dit contactverbod;