In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 maart 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 27 februari 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiser heeft op 21 maart 2024 verweerder in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken later, op 23 oktober 2024, beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dit binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.