ECLI:NL:RBMNE:2025:1954

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
UTR 24/1595
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan gronden en documenten

Op 11 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker op 5 februari 2024. Het verzoek was gericht tegen een besluit van een bestuursorgaan. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoekschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dit gebrek aan formaliteiten maakte het onmogelijk om de zaak inhoudelijk te behandelen.

De voorzieningenrechter constateerde dat verzoeker geen gronden had ingediend ter onderbouwing van zijn verzoek en ook geen kopie van het bestreden besluit of het daartegen gerichte bezwaarschrift had overgelegd. De griffier had verzoeker op 26 augustus 2024 per e-mail geïnformeerd over de gebreken in het verzoekschrift en hem de gelegenheid gegeven om deze binnen twee weken te herstellen. Verzoeker heeft echter niet gereageerd op deze oproep.

Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek niet inhoudelijk te behandelen en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan geen hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak worden aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR / AWB 24/1595

uitspraak van voorzieningenrechter van 11 april 2025 in de zaak tussen

[verzoeker] , [plaats] , verzoeker,

en

VERWEERDER ONBEKEND.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek om een voorlopige voorziening dat verzoeker heeft ingediend op 5 februari 2024 tegen een besluit van een bestuursorgaan.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het verzoekschrift voldoet namelijk niet aan de wettelijke eisen, waardoor de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker geen gronden heeft ingediend ter onderbouwing van zijn verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Ook heeft verzoeker geen kopie van het bestreden besluit en het daartegen gerichte bezwaarschrift overgelegd.
3. De griffier heeft verzoeker op 26 augustus 2024 een e-mail gestuurd, waarin staat dat hij binnen twee weken deze gebreken kan herstellen. Verzoeker heeft hierop niet gereageerd.
4. Het verzoek zal niet inhoudelijk worden behandeld. en de voorzieningenrechter zal geen inhoudelijke uitspraak over het verzoek doen. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een vergoeding van de proceskosten is geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S.N. Lekatompessij, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
11 april 2025.
De griffier is verhinderd voorzieningenrechter
om deze uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep of in verzet.