ECLI:NL:RBMNE:2025:1954
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan gronden en documenten
Op 11 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker op 5 februari 2024. Het verzoek was gericht tegen een besluit van een bestuursorgaan. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoekschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dit gebrek aan formaliteiten maakte het onmogelijk om de zaak inhoudelijk te behandelen.
De voorzieningenrechter constateerde dat verzoeker geen gronden had ingediend ter onderbouwing van zijn verzoek en ook geen kopie van het bestreden besluit of het daartegen gerichte bezwaarschrift had overgelegd. De griffier had verzoeker op 26 augustus 2024 per e-mail geïnformeerd over de gebreken in het verzoekschrift en hem de gelegenheid gegeven om deze binnen twee weken te herstellen. Verzoeker heeft echter niet gereageerd op deze oproep.
Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek niet inhoudelijk te behandelen en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan geen hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak worden aangetekend.