Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2025 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, op 2 juni 2023 beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, gedateerd 24 mei 2023. De zitting vond plaats op 27 januari 2024 via MSTeams, waarbij zowel Bartels als de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen machtiging is overgelegd waaruit blijkt dat Bartels bevoegd is om namens eiser op te treden. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om een toereikende machtiging in te dienen, heeft Bartels niet tijdig gereageerd. De rechtbank heeft op 22 maart 2024 opnieuw verzocht om een machtiging die niet ouder is dan één jaar, maar de overgelegde machtiging bleek niet correct te zijn. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat Bartels bevoegd was om het beroep in te stellen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen toereikende machtiging is overgelegd. Daarnaast heeft Bartels verzocht om schadevergoeding wegens een onredelijk lange procedure, maar dit verzoek is afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat eiser immateriële schade heeft geleden. De rechtbank heeft de beslissing op 21 februari 2025 uitgesproken.