ECLI:NL:RBMNE:2025:183

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
24/5902
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid bestuursrechter in verzet tegen dwangbevel

Op 27 januari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser verzet heeft aangetekend tegen een dwangbevel van 30 augustus 2024. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij niet bevoegd is om over het verzet te beslissen. Dit oordeel is gebaseerd op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Invorderingswet 1990. Volgens artikel 8:5 van de Awb kan er geen beroep worden ingesteld tegen besluiten die onder de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak vallen, en het dwangbevel valt onder de Invorderingswet 1990. Eiser kan zijn verzet indienen bij de civiele rechter in het arrondissement waar hij woont of is gevestigd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er eerder verzet is aangetekend door eiser, maar dat daar al uitspraak op is gedaan. De rechtbank heeft besloten dat het door eiser betaalde griffierecht zal worden terugbetaald, aangezien zij onbevoegd is. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5902

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente de Ronde Venen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzet dat eiser heeft ingediend tegen het dwangbevel van
30 augustus 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Op grond van artikel 8:5, eerste lid van de Awb kan geen beroep worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in artikel 1 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
3. In artikel 1 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak staat dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit dat is genomen op grond van de Invorderingswet 1990, met uitzondering van de artikelen 30, 49 en 62a.
4. Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 kan de belastingschuldige tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel in verzet komen bij de rechtbank van het arrondissement waarbinnen hij woont of is gevestigd.
5. De bestuursrechter stelt vast dat het verzet van eiser zich richt tegen het dwangbevel van 30 augustus 2024. De bestuursrechter is niet bevoegd om daarover te beslissen. Eiser kan op grond van artikel 17, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 daartegen een verzetschrift indienen bij de civiele rechter. Hoe u dit moet doen kunt u vinden op deze internetpagina:
https://www.rechtspraak.nl/Naar-de-rechter/rechtszaak-beginnen-particulier-of-organisatie/Paginas/dagvaardingsprocedure-beginnen-kantonrechter.aspx.
6. Eiser wijst in zijn verzetschrift ook nog op een eerder verzet van 7 oktober 2023. Volgens eiser is daar nog niet op besloten. De rechtbank heeft op 13 oktober 2023 een verzetschrift van hem ontvangen tegen een dwangbevel van 1 september 2023. Voor zover eiser dit verzetschrift bedoeld, wijst de rechtbank hem erop dat op 20 maart 2024 daar al uitspraak op is gedaan. Eiser kan deze uitspraak vinden op: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:2521.
8. Omdat de bestuursrechter onbevoegd is, zal het door eiser betaalde griffierecht worden terugbetaald. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.A. Barmentlo, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
27 januari 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden. Digitaal verzet instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Verzet instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht.