ECLI:NL:RBMNE:2025:182
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Wolbink
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting na intrekking door heffingsambtenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de beslissing van de heffings- en invorderingsambtenaar van de gemeente Woerden. Eiser had op 24 januari 2024 beroep aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar van 30 november 2023, waarin zijn bezwaar tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk was.
De heffingsambtenaar heeft op 7 november 2024 aangegeven dat hij de naheffingsaanslag parkeerbelasting uit coulance heeft ingetrokken. Tevens heeft hij medegedeeld dat het bedrag van de naheffingsaanslag automatisch zal worden teruggestort en dat het griffierecht aan eiser zal worden vergoed. Hierdoor is de heffingsambtenaar volledig tegemoetgekomen aan het beroep van eiser.
De rechtbank heeft eiser op 8 en 5 november 2024 gevraagd of de intrekking van de naheffingsaanslag voor hem een reden was om zijn beroep in te trekken, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat er met de intrekking van de naheffingsaanslag geen procesbelang meer bestaat voor een oordeel over het beroep, aangezien eiser niet meer kan bereiken dan wat al is bereikt. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, maar moet de heffingsambtenaar wel het griffierecht aan eiser betalen.