Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
op 17 augustus 2024 te Amersfoort ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen met kracht met een stofzuigerstang op het gezicht en hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
poging tot zware mishandeling.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
- een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, met aftrek van het voorarrest;
- een vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende een contactverbod met het slachtoffer en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 1.193,54;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.193,54 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 21 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;