ECLI:NL:RBMNE:2025:180

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
24/587
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure tegen Dienst Toeslagen

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 januari 2025, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van Dienst Toeslagen in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar van 25 juli 2023, dat betrekking had op een besluit van Dienst Toeslagen van 26 mei 2021. Dit beroep werd op 25 november 2024 ingetrokken, omdat Dienst Toeslagen op 13 juni 2024 alsnog op het bezwaar had beslist.

De rechtbank oordeelt dat Dienst Toeslagen zich niet verzet tegen de toewijzing van het verzoek om proceskostenvergoeding. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten.

In dit geval heeft Dienst Toeslagen op 13 juni 2024 alsnog een besluit genomen, waarmee zij tegemoet is gekomen aan verzoekster. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster vast op € 453,50, en verplicht Dienst Toeslagen om dit bedrag te vergoeden. Daarnaast moet Dienst Toeslagen ook het door verzoekster betaalde griffierecht van € 51,- vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/587

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 januari 2025 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. R. Grijpstra),
en

Dienst Toeslagen, kantoor [kantoor]

(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van Dienst Toeslagen in de proceskosten. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar van 25 juli 2023 tegen een besluit van Dienst Toeslagen van 26 mei 2021 met kenmerk UHT-B DMB2. Zij heeft het beroep op 25 november 2024 ingetrokken omdat Dienst Toeslagen op 13 juni 2024 alsnog op haar bezwaar heeft beslist.
2. Verweerder heeft de rechtbank op 25 juli 2024 medegedeeld zich niet te verzetten tegen toewijzing van het verzoek om proceskostenvergoeding.
3. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Zij legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wanneer wordt een bestuursorgaan in de proceskosten veroordeeld?
5. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
Is Dienst Toeslagen aan verzoekster tegemoetgekomen?
6. De rechtbank moet dus beoordelen of Dienst Toeslagen geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen.
7. Op 30 januari 2024 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar. Dienst Toeslagen heeft dit besluit op 13 juni 2024 alsnog genomen. Hiermee is Dienst Toeslagen tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster.
Welk bedrag aan proceskosten moet Dienst Toeslagen aan verzoekster vergoeden?
8. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten. Dienst Toeslagen moet deze vergoeding betalen. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster vast op een bedrag van € 453,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,00, waarbij een wegingsfactor wordt gehanteerd van 0,5).
Krijgt verzoekster een vergoeding van het griffierecht?
9. De rechtbank wijst erop dat Dienst Toeslagen verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. [3] Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot Dienst Toeslagen wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt Dienst Toeslagen tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van mr. N.A.P. Vrijsen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:75a van de Awb en is nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.