ECLI:NL:RBMNE:2025:1778

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
C/16/590766 / KG ZA 25-121
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op verspreiding van het Zwartboek Lentekriebels en onrechtmatige uitingen over Rutgers

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Rutgers en Stichting Civitas Christiana. Rutgers vorderde een verbod op de verspreiding van het Zwartboek Lentekriebels, waarin Civitas Rutgers in verband brengt met pedofilie en beschuldigt van het seksualiseren van kinderen. De rechter oordeelde dat de beschuldigingen van Civitas onrechtmatig zijn, omdat er geen feitelijke basis voor deze beschuldigingen is. De rechter wees de vorderingen van Rutgers grotendeels toe, met de conclusie dat Civitas onmiddellijk moest stoppen met de verspreiding van het Zwartboek en alle onrechtmatige uitingen over Rutgers moest verwijderen. Civitas werd ook verplicht om rectificaties te versturen naar alle ontvangers van het Zwartboek. De rechter benadrukte dat de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd is en dat ernstige beschuldigingen enige feitelijke onderbouwing moeten hebben. De vorderingen van Civitas in reconventie werden afgewezen, en Civitas werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/590766 / KG ZA 25-121
Vonnis in kort geding van 17 april 2025
in de zaak van
STICHTING RUTGERS,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Rutgers,
advocaat: mr. L. Broers,
tegen

1.STICHTING CIVITAS CHRISTIANA,

te Veenendaal,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: Civitas en [gedaagde sub 2] ,
advocaten: mrs. R.P.E. Halfens en R.R. Surquin.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de producties van Rutgers
- de reconventionele vordering van Civitas en [gedaagde sub 2]
- de producties van Civitas en [gedaagde sub 2]
- de mondelinge behandeling van 3 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Rutgers
- de pleitnota van Civitas en [gedaagde sub 2] .

2.De kern

2.1.
In de aanloop naar de Week van de Lentekriebels, die elk jaar op basisscholen wordt gehouden, heeft Civitas het Zwartboek Lentekriebels (hierna: Zwartboek) gepubliceerd en in grote getalen verspreid onder in ieder geval politici en ministeries. Daarnaast kan het worden besteld of als e-book worden gedownload op de website van Civitas (www. [website] .nl). In het Zwartboek brengt Civitas Rutgers in verband met pedofilie en stelt zij dat Rutgers kinderen ‘seksualiseert’. Daarnaast heeft Civitas meerdere artikelen op haar website en op verschillende sociale mediakanalen geplaatst, waarin zij zich zeer kritisch uitlaat over Rutgers en de Week van de Lentekriebels. Volgens Rutgers zijn deze publicaties en uitingen over haar onrechtmatig en zij vordert een verbod tot (verdere) verspreiding van het Zwartboek, verwijdering van de verschillende onrechtmatige uitingen, rectificaties en nog een aantal daarmee samenhangende nevenvorderingen.
2.2.
De rechter wijst de vorderingen van Rutgers voor het grootste deel toe. Er is geen feitelijke basis om Rutgers in verband te brengen met pedofilie. Dat volgt al uit de eigen stellingen van Civitas in deze procedure. Wat Civitas zegt over het verleden vormt ook geen feitelijke basis voor dit ernstige verwijt. Alleen al dit in verband brengen met pedofilie is onrechtmatig en reden voor toewijzing van de vorderingen. Ook het verwijt dat Rutgers kinderen ‘seksualiseert’ is onrechtmatig. Dat komt omdat Civitas dit verwijt onderbouwt door passages uit het lesmateriaal van Rutgers te verdraaien en die ten onrechte in een context te plaatsen van het aanzetten tot seksuele handelingen.

3.De achtergrond

Relationele en seksuele voorlichting door scholen
3.1.
Scholen in het basis en voortgezet onderwijs zijn sinds 2012 wettelijk verplicht om leeftijdsadequate relationele en seksuele voorlichting (RSV) te geven aan hun leerlingen. De overheid heeft als kerndoel binnen het onderwijs bepaald dat leerlingen leren respectvol om te gaan met seksualiteit en (seksuele) diversiteit binnen de samenleving. Ook hebben scholen de taak om leerlingen te leren over de functies van hun eigen lichaam en hoe zij voor hun eigen gezondheid en welzijn kunnen zorgen. Tot slot dient de school te zorgen voor een sociaal veilig klimaat. Dit alles ter bevordering van respectvol gedrag en seksuele weerbaarheid van leerlingen én ter voorkoming van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
3.2.
De scholen zijn vrij in de wijze waarop zij dit willen invullen. Scholen kunnen gebruik maken van door het RIVM goedgekeurde en wetenschappelijk onderbouwde lesmethodes [1] . Dat zijn er op dit moment drie, te weten “Veiligwijs” van Care for Sexuality Foundation, “Wonderlijk gemaakt” van Driestar en “Kriebels in je Buik” van Rutgers. De lespakketten kunnen gedurende het hele schooljaar gebruikt worden en behandelen dezelfde thema’s: lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld, voortplanting en gezinsvorming, sociale en emotionele ontwikkeling en wensen en grenzen. Het lespakket “Kriebels in je Buik” bestaat voor de groepen 1 tot en met 6 steeds uit zo’n vijf lessen per schooljaar en voor de groepen 7 en 8 zijn dat ongeveer 10 lessen.
3.3.
De week van de Lentekriebels is een jaarlijkse projectweek voor het basisonderwijs, die wordt georganiseerd door scholen zelf, in samenwerking met Rutgers en de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD). Rutgers is onder andere verantwoordelijk voor het thema en de landelijke communicatie van de week. De week vindt al 20 jaar plaats en heeft tot doel om scholen goed te kunnen laten starten met de behandeling van de RSV-thema’s. Ongeveer een derde van de scholen doet mee aan deze week. De andere scholen geven de RSV-thema’s op een ander moment of gedurende het hele schooljaar.
Rutgers
3.4.
Rutgers bestaat sinds 1969 en is het onafhankelijke kennis- en expertisecentrum seksuele gezondheid en seksualiteit van Nederland. Zij verzamelt die kennis door middel van grootschalige monitors en aanvullend thematisch onderzoek. Met de uitkomsten van deze onderzoeken monitort Rutgers de seksuele gezondheid van Nederlanders en worden gezondheidsproblemen en risicogroepen gesignaleerd. Zij fungeert feitelijk als advies- en vraagbaak voor burgers en professionals. In dat kader publiceert zij bijvoorbeeld ook per thema een boekenlijst op www. [website] .info (hierna: de boekenlijst).
3.5.
Daarnaast ontwikkelt Rutgers lesmateriaal. De lesmethode – Kriebels in je Buik – bestaat al sinds 1998 (destijds onder de naam Relaties en Seksualiteit). Het lesmateriaal is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en is ontwikkeld in samenwerking met pedagogen, psychologen, seksuologen, onderwijsprofessionals en sociale wetenschappers.
Civitas, [gedaagde sub 2] en het Zwartboek
3.6.
Civitas is een stichting die in haar eigen woorden
“vecht voor de overwinning van de christelijke tradities, het gezin en de vrijheid van Nederland. Tegen het oprukkende multiculturalisme, de genderideologie en de cultuur van de dood.”[gedaagde sub 2] heeft de stichting in 2014 samen met enkele leden van de Braziliaanse organisatie Traditie, Familie en Privé-eigendom (TFP) opgericht. Hij is een van de bestuurders en het gezicht van de stichting. Via verschillende door de stichting opgerichte platforms, het versturen van nieuwsbrieven en sociale media wordt geprobeerd de publieke opinie van haar standpunten te overtuigen.
3.7.
Het platform Gezin in Gevaar bestaat sinds 2018 en verdedigt naar eigen zeggen
“het door God gegeven gezin tegen de aanvallen van de gender-ideologie, de lhbt-dictatuur en tegen de seksualisering van kinderen.”Een van haar doelen is om de seksuele voorlichting op basisscholen aan banden te leggen.
3.8.
In dat kader heeft zij zich vanaf 2023 gericht tegen de Week van de Lentekriebels en Rutgers in het bijzonder. Civitas heeft het lesmateriaal van Rutgers gelezen en over haar bevindingen daarvan het Zwartboek geschreven. Dit boek heeft zij vanaf maart 2025 in grote getalen verspreid onder andere aan verschillende ministeries en politici en kan worden besteld of als e-book worden gedownload op haar website.
3.9.
De voorkant van het Zwartboek ziet er als volgt uit:
3.10.
Op de achterkant van het Zwartboek staat:
Heeft u zich ooit afgevraagd wat kinderen nu echt leren tijdens de Week van de Lentekriebels? Dit boek legt de schokkende waarheid bloot over hoe Rutgers schoolkinderen seksualiseert van ons belastinggeld.
Jarenlang hebben ouders en critici gestreden voor transparantie, terwijl Rutgers haar lesmateriaal in het duister hield. Nu heeft Gezin in Gevaar toegang gekregen tot datgene wat het daglicht niet kan verdragen.
Dit boek is onmisbaar voor ouders van schoolgaande kinderen, en iedereen die zich zorgen maakt over hun toekomst. InZwartboek Lentekriebels
leest u de harde feiten over het seksualiserende ‘onderwijs’ van Rutgers; van kinderzelfbevrediging tot transgenderindoctrinatie, en van het bekijken van (elkaars) geslachtsdelen tot het leren van gebruiken van seksueel stimulerende voorwerpen.’
3.11.
Het Zwartboek telt 80 bladzijden. Na de inleiding volgt Hoofdstuk 1: ‘De agenda achter de Lentekriebels’, waarin wordt ingegaan op het ‘duister verleden van pedofiel activisme’ van Rutgers. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 tot en met 5 ingegaan op de lesstof van ‘Kriebels in je Buik’ voor respectievelijk groep 1 en 2, groep 3 en 4, groep 5 en 6 en groep 7 en 8, maar wordt ook veelvuldig ingegaan op de inhoud van boeken op de boekenlijst. In het laatste hoofdstuk 6: ‘Wat kinderen niet wordt verteld’ wordt met name ingegaan op wat kinderen volgens Civitas wel en niet moet worden bijgebracht. Dit hoofdstuk sluit af met een oproep om in actie te komen tegen de Week van de Lentekriebels en 8 tips voor ouders over wat je tegen de Lentekriebels kan doen (zoals: Houd uw kind thuis, als u vreest dat de school uw zorgen niet ter harte neemt), en een korte toelichting over de campagne Gezin in Gevaar.
De ingestelde vorderingen en tegenvorderingen
3.12.
Rutgers is van mening dat Civitas en [gedaagde sub 2] zich in het Zwartboek en hun overige publieke uitingen onrechtmatig over Rutgers uitlaten door haar te beschuldigen van het ontvankelijk maken van kinderen voor pedofilie, door pedofilie te normaliseren en kinderen te seksualiseren. Volgens Rutgers wil zij met het betreffende lesmateriaal juist het tegenovergestelde bereiken. Zij vraagt daarom om een verbod op de verdere openbaarmaking en verspreiding van het Zwartboek en wil dat Civitas en [gedaagde sub 2] daarnaast ook iedere onrechtmatige uiting over haar staken en verwijderen van de website(s) van Civitas en Gezin in Gevaar en andere sociale media. Tot slot verlangt zij een rectificatie van Civitas en [gedaagde sub 2] .
3.13.
Civitas en [gedaagde sub 2] hebben op hun beurt tegenvorderingen ingesteld, die er in de kern op neerkomen dat Rutgers haar onrechtmatige uitlatingen moet staken, zoals dat Civitas een extreem-conservatieve stichting is die een perverse mening heeft en lasterlijke informatie, desinformatie en leugens verspreidt.

4.De beoordeling van de vorderingen

Algemeen
4.1.
Het gaat hier om in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Rutgers ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt dat in een kort geding procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisend belang
4.2.
De rechter is van oordeel dat Rutgers een voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Rutgers stelt dat Civitas onrechtmatig handelt door al enkele jaren een voor Rutgers inmiddels zeer schadelijke lastercampagne te voeren, waarin de door Civitas geuite beschuldigingen over Rutgers of feitelijk onjuist zijn of gebaseerd zijn op het onvolledig en op misleidende wijze weergeven van informatie over het lespakket van Rutgers.
4.3.
Het vragen van een verbod op het doen van onrechtmatige uitlatingen is, als sprake is van voortdurende uitlatingen, in zijn algemeenheid al spoedeisend. Hier is duidelijk sprake van voortdurende uitlatingen. Dat geldt in het bijzonder voor het Zwartboek, dat pas recent is uitgebracht, op grote schaal is verspreid en nog steeds te bestellen is op de website van Civitas. Daarmee is het spoedeisend belang van Rutgers bij haar vorderingen voldoende komen vast te staan.
Toetsingskader
4.4.
Het gaat in deze zaak om een botsing van rechten. Volgens Rutgers verspreidt Civitas moedwillig en op grote schaal aantoonbaar onjuiste informatie over Rutgers, de Week van de Lentekriebels en het lespakket Kriebels in je Buik. Volgens Rutgers maakt Civitas zich daarbij schuldig aan smaad en laster en zet zij aan tot haat en discriminatie. Omdat Civitas deze uitlatingen blijft doen en zelfs intensiveert, vindt Rutgers dat dit rechtvaardigt dat de vrijheid van meningsuiting van Civitas (die is vastgelegd in artikel 10 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, hierna: EVRM) wordt beperkt. Civitas stelt zich op het standpunt dat haar uitingen toegestaan zijn op grond van de vrijheid van godsdienst (artikel 9 lid 1 EVRM) en vrijheid van meningsuiting (artikel 10 lid 1 EVRM).
4.5.
Zowel het recht op vrijheid van godsdienst als het recht op vrijheid van meningsuiting zijn evenwel niet onbegrensd. Deze rechten kunnen worden beperkt als dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen, waaronder een bedrijfs- of beroepsmatige reputatie (artikel 10 lid 2 en artikel 9 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien, is sprake als de uitlatingen onrechtmatig zijn (artikel: 6:162 BW). Daarnaast moet de verzochte beperking proportioneel zijn. Bij de beantwoording van de vraag of aan deze voorwaarden is voldaan, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, zoals bijvoorbeeld:
de inhoud en vorm van de uitlatingen,
de ernst van de gevolgen voor degene op wie de uitlatingen betrekking hebben,
de mate waarin de uitlatingen steun vinden in de beschikbare feiten,
de mate waarin de uitlatingen een bijdrage leveren aan een (publiek) debat van algemeen belang en;
de mate van bekendheid en eerder gedrag van de (rechts)persoon waar de uitlatingen over gaan.
4.6.
Voor wat betreft de inhoud van uitlatingen geldt dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen uitlatingen die als feit worden gebracht en uitlatingen die als waardeoordeel worden gebracht. Ook voor waardeoordelen geldt evenwel dat die onrechtmatig kunnen zijn als ze geen basis hebben in de feiten.
4.7.
Welk recht uiteindelijk zwaarder weegt, hangt ervan af aan wiens belang in de gegeven omstandigheden meer gewicht toekomt. Het belang aan de zijde van Rutgers is dat zij door de publicaties niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Aan de kant van Civitas is het belang om vanuit haar christelijke visie haar standpunt te kunnen verkondigen over het lesmateriaal van Rutgers.
Beperking reikwijdte van dit kort geding
4.8.
Rutgers heeft ter onderbouwing van haar standpunt drie schematische overzichten overgelegd, waarin zij ingaat op elke door Civitas geuite beschuldiging. Civitas heeft daar weer met eigen overzichten op gereageerd. In de dagvaarding zelf gaat Rutgers onder punt 42 in op tien beschuldigingen die Civitas deed in 2024, en vervolgens onder acht kopjes op tien beschuldigingen die Civitas doet in het Zwartboek. Het gaat het bestek van een kort geding ruimschoots te buiten om op alle door Rutgers genoemde en onrechtmatig geachte uitlatingen en op alle reacties daarop van Civitas in te gaan. Gelet op de door Rutgers ingestelde vorderingen zal de rechter zich bij de beoordeling dan ook richten op de drie beschuldigingen die Rutgers expliciet noemt in haar verbods- en rectificatievorderingen, te weten:
  • het ontvankelijk maken van kinderen voor pedofilie
  • het normaliseren van pedofilie en
  • het seksualiseren van kinderen.
Het ontvankelijk maken van kinderen voor pedofilie en het normaliseren van pedofilie: Civitas brengt Rutgers ten onrechte en op onrechtmatige wijze in verband met pedofilie – zowel in het heden als in het verleden
4.9.
Rutgers komt ten eerste op tegen de beschuldigingen dat zij kinderen bewust ontvankelijk maakt voor pedofilie en dat zij pedofilie normaliseert.
4.10.
In het Zwartboek wordt Rutgers door Civitas op meerdere manieren in verband gebracht met pedofilie. Dat doet Civitas vooral in Hoofdstuk 1: De agenda achter de lentekriebels. In de tweede alinea staat:
“Wie de achtergrond van Rutgers kent, stuit echter op andere motieven. Deze organisatie heeft een duister verleden van pedofiel activisme. Ouders doen er goed aan deze geschiedenis te kennen, om te weten wat er achter de fleurige façade van de Lentekriebels zit.”Vervolgens wordt er het een en ander geschreven over de naamgever van Rutgers, de WHO en een abortusorganisatie. Vervolgens wordt beweerd dat de Amerikaanse krant
The Washington Timesop 4 juli 2023 Rutgers omschreef als de motor achter seksualisering van kinderen wereldwijd en dat deze krant Rutgers ervan beticht dat ze “pedofilie normaliseert”. Het Zwartboek (pag. 11) voegt daaraan toe
‘Dat is geen loze beschuldiging. Rutgers heeft een lang verleden van pedofiel activisme’.
4.11.
Die beschuldiging wordt vervolgens op pag. 12 en 13 van het Zwartboek onderbouwd door te verwijzen naar (a) [A] , een promotor van pedofilie, die hoofd is geweest van een sectie van het Nisso, terwijl het Nisso later in Rutgers is opgegaan, (b) [B] , die met Rutgers kennelijk niets te maken had, maar een verzameling kinderpornografie zou hebben nagelaten die Rutgers nu onder zich zou hebben en (c) (laatste alinea van hoofdstuk 1) een petitie uit 1979 om seksuele omgang met kinderen te legaliseren, die door Rutgers werd gesteund. Deze laatste alinea sluit als volgt af:
‘De petitie spreekt slinks van “een belemmering van de vrijheid van deze jongeren om door henzelf gewenste [seksuele] contacten aan te gaan.” Zo wordt de focus verschoven van de pedofiele verlangens van de volwassene naar de vermeende seksuele begeerte van het kind. Seksualiteit speelt evenwel pas bij de puberteit, als het kind geslachtsrijp wordt. Daarvóór is de interesse vanuit het kind zelf, normaliter beperkt tot bijvoorbeeld de oorsprong van baby’s. Ook deze desinteresse maakt pedofilie lastiger te rechtvaardigen. Vandaar de ‘oplossing’ om kinderen seksuele begeerte ‘aan te leren’. Daar is geen betere plek voor dan in het onderwijs, via de Week van de Lentekriebels, weg van de ouders en onder de hoede van de overheid, die zich in toenemende mate als hoeder van de Seksuele Revolutie ziet.’
4.12.
Ook in de verdere hoofstukken, waarin wordt ingegaan op het lesmateriaal van “Kriebels in je Buik” en de boekenlijst, wordt meerdere keren een verband gelegd tussen het lesmateriaal of die boeken en pedofilie.
Civitas spreekt van een duister verleden, maar legt direct verband met heden
4.13.
In haar reactie op de dagvaarding schrijft Civitas dat ‘niemand betwist dat Rutgers zich tegenwoordig – althans in haar publieke uitingen – keert tegen seksueel misbruik van kinderen’. Ook tijdens de zitting heeft [gedaagde sub 2] verklaard dat Civitas geen verband wil leggen tussen het verleden van Rutgers en het heden.
4.14.
Maar in het Zwartboek doet Civitas dat wel. Daarin wordt een direct verband gelegd tussen het vermeende ‘duister verleden van pedofiel activisme’ van Rutgers en de Week van de Lentekriebels in 2025. Het meest evident volgt dit al uit de titel van Hoofdstuk 1: ‘De agenda achter de Lentekriebels’. Juist in dat hoofdstuk wordt ingegaan op het ‘duister verleden van pedofiel activisme’ van Rutgers. Heel kort gezegd is het dus: de agenda achter de lentekriebels is (iets met) pedofilie. Ook spreekt de laatste alinea van dit hoofdstuk boekdelen. Daar staat dat (zie hiervoor onder 4.11) de desinteresse van prepuber-kinderen voor seks wordt opgelost door kinderen seksuele begeerte aan te leren, en dat daar geen betere plek voor is dan in het onderwijs, via de Week van de Lentekriebels. Hier wordt dus concreet gesuggereerd dat er een pedofiele agenda zit achter de Week van de Lentekriebels. En het gaat over de Week van de Lentekriebels van 2025 – het Zwartboek is immers net daarvoor verschenen. Ook de foto op de kaft van het boek legt een verband met pedofilie: een jong (minderjarig) meisje met een angstige blik in haar ogen, wordt van achteren bij haar schouders vastgegrepen door een man (gelet op de zichtbare harige onderarm).
4.15.
Uit de stelling die Civitas in deze procedure inneemt – dat Rutgers in ieder geval nu niets (meer) met pedofilie te maken heeft – volgt al dat deze beschuldiging die ze in het Zwartboek, en in andere uitlatingen doet ongefundeerd is. De beschuldiging/suggestie van Civitas dat Rutgers bewust kinderen ontvankelijk zou willen maken voor pedofilie via de Week van de Lentekriebels en het lespakket ‘Kriebels in je Buik’, en dat dit zelfs feitelijk de verborgen agenda is van Rutgers, heeft gegeven wat Civitas zelf zegt al geen feitelijke basis.
4.16.
Associatie met pedofilie is een ernstige beschuldiging, en zal als er geen feitelijke basis voor is meestal alleen al daarom onrechtmatig zijn. Hier is dat niet anders, ook als de andere factoren als genoemd hiervoor onder 4.5 worden betrokken. Civitas heeft op zich gelijk dat Rutgers als een publieke organisatie, die zelf ook veelvuldig de publiciteit zoekt, in zijn algemeenheid meer kritiek moet dulden. Maar dat doet niets af aan het feit dat ook een publieke organisatie niet hoeft te accepteren dat zij ongefundeerd van dit soort ernstige feiten wordt beschuldigd. Civitas had op voorhand moeten begrijpen dat de gevolgen van de door haar geuite beschuldiging verstrekkend zouden zijn voor Rutgers. Dat is ook gebleken, gelet op de woordelijke en fysieke bedreigingen die Rutgers en haar medewerkers hebben ontvangen. Civitas handelt dan ook onrechtmatig door Rutgers in verband te brengen met pedofilie.
4.17.
Alleen al deze beschuldiging rechtvaardigt toewijzing van de vordering tot het stoppen met het verspreiden van het Zwartboek, een verbod op het doen van de beschuldiging en het doen van een rectificatie.
Ook de verwijten met betrekking tot het verleden zijn onterecht
4.18.
Voor de volledigheid overweegt de rechter dat ook de beschuldiging van een ‘duister verleden van pedofiel activisme’ onterecht is. De onderbouwing van dat verwijt in hoofdstuk 1 (zie hiervoor onder 4.11) snijdt namelijk geen hout. Onduidelijk is wat (a) Rutgers met [A] van doen heeft. Dat Rutgers de door Civitas genoemde verzameling kinderpornografie (b) onder zich zou hebben, heeft zij gemotiveerd weersproken. Dan blijft slechts over het verwijt (c) van de ondertekening namens Rutgers van een petitie uit 1979 om seksuele omgang met kinderen te legaliseren.
4.19.
Volgens Civitas was de strekking van die petitie feitelijk pedofilie te legaliseren. Volgens Rutgers was het doel van die petitie het opheffen van de strafbaarstelling van ieder seksueel contact tussen (minderjarige) leeftijdsgenoten. Die strafbaarstelling werd door de ondertekenaars van de petitie als onwenselijk gezien, omdat strafvervolging (en het krijgen van een strafblad) en verhoor door politie en justitie schadelijk zouden zijn voor kinderen. Civitas heeft opgemerkt dat de strekking van de petitie breder was dan het doel dat Rutgers er mee zegt te hebben willen dienen, omdat de petitie zich niet beperkte tot seks tussen leeftijdsgenoten onderling. Maar daarmee weerspreekt Civitas niet dat Rutgers de petitie ondertekende met de intentie om strafbaarstelling van seks tussen minderjarige leeftijdsgenoten op te heffen. En dus niet met een intentie om pedofilie makkelijker te maken. Verder werd, gelet op de vele ondertekenaars (waaronder ook veel christelijke organisaties) het door de petitie uitgedragen standpunt destijds kennelijk maatschappelijk breed gedragen. Het enkele feit dat Rutgers een van de vele maatschappelijke organisaties was die 46 jaar geleden deze petitie heeft ondertekend, kan onmogelijk het in het Zwartboek gemaakte verwijt van een ‘duister verleden van pedofiel activisme’ rechtvaardigen. Dat verwijt is dus ongefundeerd en dus onrechtmatig.
Beschuldiging van seksualisering van kinderen: wijze waarop Civitas deze beschuldiging uit, onder andere door verdraaiing van lesmateriaal Rutgers, is onrechtmatig
4.20.
Civitas beschuldigt Rutgers in het Zwartboek (waarvan de ondertitel is: ‘hoe Rutgers schoolkinderen seksualiseert’, zie hiervoor onder 3.9) en in andere uitlatingen regelmatig van het ‘seksualiseren’ van kinderen.
4.21.
Ter zitting heeft [gedaagde sub 2] op de vraag wat er met het woord ‘seksualiseren’ van kinderen wordt bedoeld, geantwoord dat hij vindt dat kinderen op te jonge leeftijd seksuele voorlichting krijgen en daarmee worden blootgesteld aan informatie over seks terwijl zij daar nog helemaal niet mee bezig zouden zijn. Als dat de strekking zou zijn van de beschuldiging van het seksualiseren van kinderen, zou sprake zijn van een waardeoordeel dat beschermd wordt door de vrijheid van meningsuiting.
4.22.
In het Zwartboek wordt de term ‘seksualisering’ echter anders gebruikt. Op de achterkant van het boek staat bijvoorbeeld:
“InZwartboek Lentekriebels
leest u de harde feiten over het seksualiserende ‘onderwijs’ van Rutgers: van kinderzelfbevrediging tot transgenderindoctrinatie, en van het bekijken van (elkaars) geslachtsdelen tot het leren gebruiken van seksueel stimulerende voorwerpen.”Het woord ‘seksualiseren’ wordt hier (en bij herhaling in het Zwartboek) in een context geplaatst dat Rutgers kinderen aanzet tot (onder meer) zelfbevrediging, het bekijken van elkaars geslachtsdelen en het gebruiken van seksueel stimulerende voorwerpen.
4.23.
Rutgers betwist gemotiveerd dat zij dat doet en verwijt Civitas het lesmateriaal ten onrechte te plaatsen in een volwassen seksuele context van lust en begeerte, en dat juist Civitas iets seksualiseert, te weten het lesmateriaal van Rutgers.
4.24.
Het staat Civitas vrij om een eigen interpretatie te geven aan bepaalde passages in het lesmateriaal. Zij mag uitdragen dat het bespreken van zelfbevrediging in groep 7 en 8 kinderen op ideeën kan brengen, en zij mag dit duiden als ‘aanzetten tot’ iets dat zij ten zeerste afkeurt, omdat zij zelfbevrediging ziet als een door God verboden handeling. Civitas overschrijdt echter een grens doordat zij in het Zwartboek ook, op meerdere plaatsen, passages uit het lesmateriaal van ‘Kriebels in je Buik’ verdraait en ten onrechte in een context plaatst van het aanzetten tot seksuele handelingen. Civitas trekt daarbij (gedeeltelijke) citaten volledig uit het verband van de lesstof. Daarmee geeft het Zwartboek een onjuist en onvolledig beeld van de lesstof waardoor het gehele boek een misleidend karakter krijgt.
4.25.
Zo wordt er in hoofdstuk 3, dat ingaat op de lesstof voor groepen 3 en 4, op pagina 28 geschreven dat kinderen door Rutgers op het idee worden gebracht om naar elkaars geslachtsdelen te kijken. In hetzelfde hoofdstuk op pagina 33 staat dat Rutgers kinderen aanmoedigt om elkaars lichaam te gaan ontdekken. Deze stellingen onderbouwt Civitas met een citaat dat afkomstig is van dia 5 van de les ‘Wat voel ik?’ voor groep 4 (productie 9J, Rutgers):
“Je moet dus altijd heel goed naar de ander luisteren als je samen bijvoorbeeld lichamelijke spelletjes speelt. Bijvoorbeeld als iemand jouw geslachtsdelen aanraakt…”.
Dit citaat is echter door zijn onvolledigheid zeer gebrekkig. Er staat namelijk:
“Je moet dus altijd heel goed naar de ander luisteren als je samen bijvoorbeeld ‘lichamelijke spelletjes’ speelt. Bijvoorbeeld als iemand jouw geslachtsdelen (piemel, vulva) aanraakt, of je kietelt op een plek die jij niet fijn vindt, of als iemand jou slaat: een ander mag dit niet doen, je hier niet toe dwingen of zeggen dat je dit geheim moet houden. Als zoiets gebeurt, mag je dit altijd vertellen aan iemand die je vertrouwt.”
4.26.
Uit dit voorbeeld blijkt dat de strekking van het lesmateriaal is kinderen juist aan te leren dat een ander hun geslachtsdelen
nietmag aanraken en dat kinderen het moeten vertellen als zoiets gebeurt. Dit bevestigt de stelling van Rutgers dat het uitgangspunt van het lesmateriaal is dat kinderen leren hun wensen en grenzen aan te geven en daarbij feitelijk geïnformeerd worden. En niet de in het Zwartboek weergegeven beschuldiging dat Rutgers kinderen aanmoedigt of verplicht om aan eigen of elkaars geslachtsdeel te zitten in de klas. Het is juist een voorbeeld van een van de belangrijke redenen waarom het lesmateriaal van Rutgers ingaat op het aanraken van geslachtsdelen. Namelijk dat kinderen moeten leren dat iemand anders dat dus
nietmoet doen. Die boodschap, namelijk dat een volwassene
nooitaan het geslachtsdeel van een kind mag komen, komt overigens in het hele lesprogramma van Rutgers steeds weer terug. Daarmee draagt Rutgers dus juist een boodschap uit die gericht is tegen kindermisbruik en daaruit blijkt dus juist, om in de bewoordingen van Civitas te blijven, van een anti-pedofiele agenda.
4.27.
Civitas beschuldigt Rutgers er ook van dat zij kinderen zou leren om seksueel stimulerende voorwerpen te gebruiken; dit staat met zoveel woorden op de achterkant van het Zwartboek (hiervoor onder 4.22) als een van de voorbeelden van het
seksualiserende ‘onderwijs’van Rutgers. De onderbouwing hiervan vindt Civitas kennelijk in het lesmateriaal van Rutgers voor groep 8 waarin bij de les ‘Je eigen lichaam’ als tip aan de leerkrachten wordt meegegeven dat leerlingen tijdens de les met vragen kunnen komen over een vibrator of dildo en dat het slim is voor de leerkracht om zich daarop voor te bereiden. Op zichzelf genomen is enige overdrijving toegestaan om je standpunt voor het voetlicht te brengen. Maar de duiding door Civitas dat kinderen door Rutgers wordt geleerd om seksueel stimulerende voorwerpen te gebruiken, kan naar het oordeel van de rechter op geen enkele wijze in deze tip voor leerkrachten worden gelezen.
4.28.
Ten slotte wordt het verwijt van ‘seksualiseren’ in het Zwartboek deels onderbouwd door te verwijzen naar boeken van de boekenlijst, waarvan Civitas suggereert dat deze aan bod komen tijdens de Week van de Lentekriebels. Hoewel deze boeken in het Zwartboek los van de verschillende hoofdstukken over het lesmateriaal van Rutgers op niet genummerde bladzijden met een blauwe achtergrond worden besproken, wordt gesproken over een “Lentekriebels-leeslijst” of gesteld (pag. 44) dat Rutgers een boek “Tijdens de Week van de Lentekriebels promoot”. Rutgers stelt onweersproken dat deze boeken geen deel uitmaken van en niets te maken hebben met de lesstof ‘Kriebels in je Buik’ en geheel los staan van de Week van de Lentekriebels. De koppeling die het Zwartboek maakt tussen deze boeken en de Week van de Lentekriebels en het lespakket van Rutgers is dan ook onterecht. De rechter zal verder niet ingaan op de boeken, juist omdat de boekenlijst los staat van waar het Zwartboek op zegt in te gaan (wat kinderen te horen krijgen tijdens de Week van de Lentekriebels).
4.29.
Ook de beschuldiging van Civitas dat Rutgers kinderen seksualiseert is dus, gegeven de wijze waarop zij die beschuldiging onderbouwt, onrechtmatig.
Conclusies
4.30.
Zoals gezegd heeft Civitas het recht om het niet eens te zijn met de inhoud van het lesprogramma van Rutgers en dat mag zij ook verkondigen. Dit recht op vrijheid van meningsuiting (en vrijheid van godsdienst) is echter niet onbegrensd. De ernstige beschuldigingen aan het adres van Rutgers, zullen – ook al gaat het om een mening – enige steun in het feitenmateriaal moeten hebben. Dat geldt des te meer nu veel van de beschuldigingen aan het adres van Rutgers door Civitas gepresenteerd zijn als feiten. Weliswaar verwijst Civitas ter onderbouwing van haar standpunten naar specifieke onderdelen van het lesmateriaal van Rutgers, maar zoals hiervoor is weergegeven, geeft zij daarbij een onvolledige onjuiste en misleidende weergave van het lesmateriaal en kunnen die verwijzingen de door Civitas geuite beschuldigingen niet dragen. De door Civitas geuite beschuldigingen zijn naar het oordeel van de rechter dan ook onrechtmatig tegenover Rutgers.
4.31.
Alles tegen elkaar afwegend maakt dit dat het belang van Rutgers om door publicaties niet te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen zwaarder weegt dan het belang van Civitas om aandacht te vragen voor het in hun ogen te seksueel getinte onderwijs in de Week van de Lentekriebels.
4.32.
Hoewel het ver gaat om een volledig boek als onrechtmatig aan te merken, is de rechter van oordeel dat dit gelet op het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, in het geval van het Zwartboek Lentekriebels gerechtvaardigd is. Voor de volledigheid merkt de rechter op dat het Zwartboek lange passages bevat waarin niets onrechtmatigs is te vinden. Waar bijvoorbeeld afleveringen van
De Dokter Corrie Showworden besproken die aan de klas getoond zouden kunnen worden in het kader van bepaalde lessen voor groep 6 (Bloos je van bloot?) en groep 8 (Je eigen lichaam) wordt zonder kenbare verdraaiing weergegeven wat daarin te zien en te horen is en wordt dat vervolgens afgekeurd vanuit de overtuiging van Civitas, zoals dat schaamte juist iets goeds is omdat het ons weerhoudt om te zondigen en dingen te doen die schandelijk zijn. Als het hele Zwartboek zo zou zijn opgebouwd, was er niets mis mee. Maar dat is niet zo: de ongefundeerde pedofilie-beschuldigingen in met name hoofdstuk 1 en de met misleidende citaten onderbouwde beschuldiging van ‘seksualisering’ van kinderen zijn dermate ernstig dat zij het hele Zwartboek de das omdoen.
4.33.
Ook de door Civitas verspreide flyers en nieuwsbrieven en in haar uitingen op sociale media worden stelselmatig citaten uit de lesstof van Rutgers uit hun verband gehaald. Daar waar Rutgers in het lesmateriaal kinderen feitelijk informeert over het eigen lichaam, relaties of situaties waarmee kinderen in aanraking kunnen komen, plaatst Civitas Rutgers feitelijk steeds in de hoek van agressor. Ook daarbij worden termen gebruikt als ‘indoctrinatie’, ‘stimuleren’ en ‘seksualiseren van schoolkinderen en normaliseren van pedofilie’. Zoals hiervoor al overwogen, is voor het uiten van dergelijke beschuldigingen tegenover Rutgers onvoldoende basis.
Vorderingen 1 tot en met 3 (verbod Zwartboek verder te verspreiden, verbod op onrechtmatige uitlatingen en terugname van onrechtmatige uitlatingen) zijn daarom toewijsbaar
4.34.
Naar het oordeel van de rechter hebben de vorderingen 1 tot en met 3 tegen Civitas, waarin – kort gezegd – gevraagd wordt om een verbod tot (verdere) verspreiding van het Zwartboek en het staken en verwijderen van de onrechtmatige uitingen, in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen, dat vooruitlopend daarop door toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is.
Vorderingen 4, 5 en 6 – de rectificatievorderingen – worden ook toegewezen
4.35.
Voor wat betreft de onder 4 gevorderde rectificatie, geldt dat Civitas wordt veroordeeld om een rectificatie, zoals vermeld onder de beslissing, te versturen aan alle personen, organisaties en anderen aan wie Civitas het Zwartboek heeft doen toekomen. In de eis maakt Rutgers niet duidelijk hoe de rectificatie moet worden verstuurd. De rechter gaat er vanuit dat Civitas aan iedereen die een e-mailadres heeft doorgegeven om het e-book te downloaden een rectificatie per e-mail stuurt en aan iedereen die een fysiek exemplaar heeft besteld een rectificatie per brief stuurt.
4.36.
Ook de plaatsing van een rectificatie op de homepage van de website van Gezin in Gevaar en via een post op alle door Civitas gebruikte sociale mediakanalen zoals gevorderd onder 6 wordt toegewezen. De rechter acht de toewijzing van deze vorderingen proportioneel gelet op de ernst van de (inhoud van de) beschuldiging aan het adres van Rutgers, de ernstige gevolgen die zij en haar medewerkers daarvan ondervinden en de grootschaligheid waarmee Civitas de onrechtmatige publicaties heeft verspreid door gebruik te maken van de voor het grote publiek toegankelijke (sociale) media.
4.37.
De rechter heeft enkele aanpassingen aangebracht in de rectificatie. Zo is het verzoek van Civitas aan de geadresseerde om het Zwartboek te vernietigen weggelaten. Als Rutgers had willen bewerkstelligen dat dit gebeurde, had zij daarvoor een afzonderlijke vordering moeten instellen.
4.38.
De vordering om ook een rectificatie te sturen naar degenen, die een nieuwsbrief of flyer hebben ontvangen, wordt afgewezen. Naar het oordeel van de rechter gaat het te ver om een rectificatie te sturen naar iedereen, die daar zonder om te vragen een flyer heeft ontvangen. De rechter gaat er daarbij vanuit dat in de media voldoende aandacht zal worden besteed aan deze beslissing, zodat men op die wijze ook op de hoogte zal raken van de inhoud van deze beslissing. Voor wat betreft de ontvangers van de nieuwsbrieven geldt dat zij (in ieder geval in overwegende mate) de rectificatie onder ogen zullen krijgen door de verplichting voor Civitas om een rectificatie te plaatsen op hun website en sociale media-accounts, zodat de rechter het daarnaast nog apart verzenden van een rectificatie buitenproportioneel vindt.
4.39.
Om te kunnen controleren of Civitas de rectificatie ook daadwerkelijk verstuurt aan alle ontvangers van het Zwartboek heeft Rutgers gevraagd om opgave van een adreslijst van alle personen, organisaties en andere derden aan wie het Zwartboek is verzonden en een afschrift van alle verstuurde rectificaties. Civitas heeft hiertegen bezwaar gemaakt, omdat dit naar haar mening in strijd is met de algemene verordening gegevensbescherming (AVG). 4.40. De AVG is enkel van toepassing wanneer het gaat om de verwerking van gegevens van natuurlijke personen. Voor zover het dus gaat om het doorgeven van de namen en adressen van organisaties valt het buiten het bestek van de AVG. Overigens geldt ook voor de door Rutgers verzochte verwerking van persoonsgegevens dat dit een rechtmatige verwerking is op grond van artikel 6, eerste lid, onder c, van de AVG. Of er al dan niet sprake is van verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens in de zin van artikel 9 AVG kan in het midden blijven, omdat op grond het tweede lid onder f van dat artikel een uitzondering op het verbod om bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken bestaat voor het kunnen uitoefenen van een rechtsvordering.
4.41.
Desalniettemin zal de rechter in zoverre tegemoetkomen aan Civitas door te bepalen dat de lijst met namen en adresgegevens van degenen die het Zwartboek hebben ontvangen en afschriften van de verstuurde rectificaties moeten worden verstrekt aan de advocaat van Rutgers en niet verder mogen worden verspreid. De advocaat van Rutgers – daaronder vallen overigens ook kantoorgenoten – kan dan controleren of Civitas aan de veroordeling een rectificatie te versturen aan alle ontvangers van het Zwartboek heeft voldaan. Dat is immers het enige doel van de veroordeling om deze gegevens te verstrekken. De rechter geeft Civitas ten slotte wat meer tijd om aan deze veroordeling te voldoen dan geëist.
Dwangsom
4.42.
Rutgers heeft tot slot om een dwangsom gevraagd. Deze zal worden toegewezen op de wijze zoals wordt vermeld in de beslissing. De dwangsommen worden gemaximeerd.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.43.
De beslissing wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Civitas heeft bezwaar gemaakt tegen de uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring van (een deel van) de beslissing, omdat een veroordeling tot rectificatie niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Gelet op het verweer van Civitas zal de rechter de belangen van partijen moeten afwegen. Daarbij moeten alle omstandigheden worden meegewogen. De rechter is van oordeel dat het belang van Rutgers bij het snel kunnen executeren van de veroordeling zwaarder weegt dan het belang van Civitas bij het kunnen doorgaan met het doen van in dit vonnis onrechtmatig geachte uitlatingen tot op het rechtsmiddel is beslist. Weliswaar kan de verzending van een rectificatie op zichzelf bezien niet ongedaan worden gemaakt, maar de gevolgen van een eventueel (in hoger beroep vast te stellen) onterechte rectificatie zijn niet dusdanig ingrijpend voor Civitas dat dit het belang van Rutgers om op korte termijn de onrechtmatige schending van haar eer en goede naam te kunnen tegengaan overstijgt.
Proceskosten
4.44.
Civitas is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Rutgers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
119,40
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.661,00
Totaal
2.494,40
4.45.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Positie van [gedaagde sub 2] – vorderingen tegen [gedaagde sub 2] worden afgewezen
4.46.
De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] worden afgewezen, omdat Rutgers niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij kan worden vereenzelvigd met Civitas. Het Zwartboek en de andere uitingen gaan uit van Civitas. Dit zou wellicht anders zijn als [gedaagde sub 2] de onrechtmatige uitingen ook persoonlijk vanuit zijn eigen sociale media-accounts zou hebben geopenbaard, maar dat is in het kader van dit kort geding onvoldoende gebleken. De rechter ziet geen aanleiding een kostenveroordeling ten gunste van [gedaagde sub 2] uit te spreken, nu Civitas en [gedaagde sub 2] door dezelfde advocaten werden vertegenwoordigd en het verweer ten aanzien van de vorderingen tegen [gedaagde sub 2] maar een zeer klein deel uitmaakt van wat zij op de zitting hebben aangevoerd.

5.De beoordeling van de tegenvorderingen

5.1.
Civitas heeft op haar beurt een aantal tegenvorderingen ingesteld, die er in de kern op neerkomen dat Rutgers onrechtmatige uitlatingen over Civitas moet staken. Volgens Civitas pretendeert Rutgers de waarheid in pacht te hebben en doet zij de andersluidende mening van Civitas stelselmatig af als leugens, desinformatie, lasterlijk en pervers. Doordat Rutgers bovendien over Civitas spreekt als extreem-conservatieve organisatie wordt zij volgens Civitas door Rutgers geframed tot een extremistische organisatie.
5.2.
De door Civitas ingestelde tegenvorderingen zijn niet voor toewijzing vatbaar. De door Rutgers gebruikte termen betreffen allemaal waardeoordelen over (de denk- en handelswijze van) Civitas. Het uiten van deze waardeoordelen valt binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
5.3.
Civitas wordt veroordeeld in de kosten van Rutgers. Deze kosten worden aan de kant van Rutgers begroot op € 830,50 aan advocaatkosten.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
verbiedt Civitas met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis om het Zwartboek Lentekriebels op welke wijze dan ook te (doen) verspreiden, aan te bieden, openbaar te maken en te verveelvoudigen,
6.2.
gebiedt Civitas met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis om iedere openbaarmaking en verspreiding van uitingen over Rutgers, de Week van de Lentekriebels en het Lespakket Kriebels in je Buik, waarin Rutgers in verband wordt gebracht met pedofilie en het seksualiseren van kinderen en termen van gelijke betekenis, te staken en gestaakt te houden,
6.3.
gebiedt Civitas om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de berichten en publicaties waarin de onder 6.2 genoemde onrechtmatige uitingen worden gedaan over Rutgers, de Week van de Lentekriebels en het lespakket Kriebels in je Buik van de website van Gezin in Gevaar en andere platformen van Civitas, zoals in ieder geval Facebook, X, YouTube, Whatsapp en Telegram te verwijderen en verwijderd te houden,
6.4.
gebiedt Civitas om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan alle personen, organisaties en andere derden aan wie Civitas het Zwartboek Lentekriebels in e-book of hardcopy versie heeft doen toekomen de navolgende rectificatietekst zonder toevoeging, wijziging of enig commentaar te versturen. De tekst dient te zijn opgesteld in het lettertype Arial, puntgrootte 14 met zwarte vetgedrukte letters op briefpapier van Gezin in Gevaar:
“RECTIFICATIE
Geachte heer, mevrouw,
U heeft recent het Zwartboek Lentekriebels ontvangen van Stichting Civitas Christiana, handelend onder de naam Gezin in Gevaar. Daarin zijn uitlatingen gedaan over Rutgers, de Week van de Lentekriebels en het lespakket Kriebels in je Buik, die feitelijk onjuist zijn gebleken. Het gaat om de beschuldigingen waarin Rutgers in verband wordt gebracht met pedofilie en het seksualiseren van kinderen en termen van gelijke betekenis. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft op 17 april 2025 geoordeeld dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn. Wij zijn op grond van dit vonnis verplicht om deze rectificatie aan u toe te sturen en verdere verspreiden van het Zwartboek Lentekriebels te staken en gestaakt te houden. U wordt om die reden vriendelijk verzocht het ontvangen exemplaar van het Zwartboek Lentekriebels niet verder te verspreiden.
Wij danken u voor uw medewerking.
Hoogachtend,
Stichting Civitas Christiana (Gezin in Gevaar)”
6.5.
veroordeelt Civitas om ter controle van de veroordeling onder 6.4. binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Rutgers opgave te doen van:
a. een lijst van alle personen, organisaties en andere derden, voorzien van adressen, aan wie het Zwartboek Lentekriebels is verzonden;
b. een afschrift van alle verstuurde rectificaties door Civitas;
6.6.
gebiedt Civitas om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis over te gaan tot plaatsing van de navolgende rectificatie, zonder toevoeging, wijziging of enig commentaar, in het lettertype Arial, puntgrootte 14, zwart vetgedrukte letters, op een volledig witte achtergrond en in een duidelijk omlijnd kader,
a. gedurende een aaneengesloten periode van 30 dagen op de homepage van de website van Gezin in Gevaar op dezelfde plek waar op dit moment het Zwartboek Lentekriebels (zoals vermeld in productie 3b van Rutgers) wordt aangekondigd;
b. via een post, waar mogelijk gedurende een aaneengesloten periode van 30 dagen ‘vastgemaakt’ bovenaan de feed, op alle door Civitas gebruikte sociale media-kanalen, waaronder in ieder geval Facebook, Whatsapp, Telegram en X , en wanneer noodzakelijk in verband met een beperkte beschikbare karakters in opvolgende berichten:
“RECTIFICATIE
Stichting Civitas Christiana h.o.d.n. Gezin in Gevaar heeft uitlatingen gedaan over Rutgers, de Week van de Lentekriebels en het lespakket Kriebels in je Buik, die feitelijk onjuist zijn gebleken. Het gaat om de beschuldigingen waarin Rutgers in verband wordt gebracht met pedofilie en het seksualiseren van kinderen en termen van gelijke betekenis. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft op 17 april 2025 geoordeeld dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn. Wij zijn op grond van dit vonnis verplicht deze rectificatie te plaatsen. De betreffende uitlatingen zijn op last van de voorzieningenrechter verwijderd.
Stichting Civitas Christiana (Gezin in Gevaar)”
6.7.
bepaalt dat Civitas een dwangsom verbeurt van € 1.000,- voor iedere dag, iedere uiting of voor ieder geval dat Civitas nalaat aan de veroordelingen onder 6.1 tot en met 6.6 te voldoen, tot een maximum van € 100.000,-,
6.8.
veroordeelt Civitas in de proceskosten van € 2.494,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
6.10.
wijst de vorderingen af,
6.11.
veroordeelt Civitas in de proceskosten van € 830,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als deze niet tijdig zijn betaald,
in conventie en in reconventie
6.12.
veroordeelt Civitas tot betaling van € 278,00 aan nakosten, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Civitas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.13.
verklaart het vonnis voor wat betreft de onder 6.1 tot en met 6.8 en 6.11 en 6.12 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell in samenwerking met mr. C.E.M. Roeleveld en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2025.
CR 4529

Voetnoten

1.Zie: www. [website] .nl