ECLI:NL:RBMNE:2025:1753
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van de aanvraag tot overname van private geldschulden door de Minister van Financiën
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een van haar private geldschulden over te nemen beoordeeld. Eiseres, een gedupeerde ouder van de kinderopvangtoeslagaffaire, had op 7 augustus 2023 een aanvraag ingediend bij de Sociale Banken Nederland (SBN) voor de overname van haar private geldschulden. De aanvraag werd echter afgewezen, omdat de schuld bij JWerkWizard niet overgenomen kon worden. De minister verklaarde het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 21 november 2023.
De rechtbank heeft op 28 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de Minister aanwezig waren. Eiseres had aanvullende bewijsstukken overgelegd, maar de rechtbank oordeelde dat de minister op goede gronden had geweigerd om de schuld over te nemen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende informatie had verstrekt om de schuld te verifiëren, en dat de eerder afgewezen aanvraag terecht was afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.
De uitspraak benadrukt het belang van het overleggen van volledige en tijdige informatie bij aanvragen voor schuldovername onder de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank bevestigde dat de minister de gevraagde informatie essentieel achtte voor de beoordeling van de aanvraag, en dat de late indiening van aanvullende stukken door eiseres niet voldoende was om de rechtmatigheid van het besluit te beïnvloeden.