Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] V.O.F.,
2.
[eiser sub 2] B.V.,
hierna afzonderlijk te noemen: [eiser sub 2] ,
1.De procedure
- de akte van [eisers c.s] . met productie 10;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om de overeenkomsten tussen [eiser sub 1] V.O.F. en [eiser sub 2] B.V. enerzijds en [gedaagde] anderzijds, betreffende de koop van sanitair en de installatie van een nieuwe badkamer. De opdrachtgever, [gedaagde], heeft aangegeven de badkamer niet op de afgesproken datum te willen afnemen, wat door de aannemer, [eisers c.s.], ten onrechte werd opgevat als een annulering van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de opdrachtgever niet bevoegd was om de overeenkomsten te ontbinden, omdat de aannemer niet in verzuim was. De opdrachtgever verkeerde in schuldeisersverzuim, omdat hij zelf de afname van de badkamer uitstelde. Hierdoor blijven de overeenkomsten bestaan en is er geen recht op annuleringsvergoedingen. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eisers c.s.] af, evenals de tegenvorderingen van [gedaagde]. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.