ECLI:NL:RBMNE:2025:1685

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
16.322657.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugstransportzaak met 408 kilogram cocaïne

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1973, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 april 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk vervoeren, afleveren en verkopen van 408 kilogram cocaïne in de periode van 13 september 2023 tot en met 4 december 2023. Tijdens de zittingen op 4 en 5 maart 2025 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officieren van justitie een gevangenisstraf van 6 jaar eisten. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de drugstransporten. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte betrokken was bij de transporten, niet kon worden vastgesteld dat hij wist dat het om cocaïne ging. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen, en de rechtbank wees ook de vordering tot gevangenneming af. Daarnaast werden enkele in beslag genomen goederen, waaronder cocaïne en vuurwapens, besproken. De rechtbank besloot dat de cocaïne onttrokken moest worden aan het verkeer, maar dat de vuurwapens teruggegeven moesten worden aan de rechthebbende, aangezien deze legaal waren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.322657.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1973 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [plaats 1] ,
hierna: de verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De strafzaak tegen de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 4 en 5 maart 2025.
Het onderzoek is gesloten op 16 april 2025.
Op de zitting waren aanwezig:
  • de verdachte;
  • de advocaat van de verdachte: mr. J.M. van Dam;
  • de officieren van justitie: mrs. B. Nitrauw en F. Bahadin.

2.INLEIDING

Tijdens een observatie in maart 2023 is een auto van het merk Mitsubishi Grandis in beeld gekomen. Het vermoeden was dat op de plek en het moment van die observatie een bestelling cocaïne opgehaald zou worden. Dat vermoeden volgde uit informatie uit een ander strafrechtelijk onderzoek met de naam ‘Murray’. Deze observatie was aanleiding om gedurende een periode van meerdere maanden de reisbewegingen van de Mitsubishi Grandis te volgen.
Aan de hand van die reisbewegingen van de Mitsubishi Grandis volgden nog meer observaties. Die hebben geleid tot het vermoeden van diverse drugstransporten. Uiteindelijk heeft een arrestatieteam op 4 december 2023 ingegrepen tijdens de observatie van een transport. Dat deed het arrestatieteam toen verbalisanten zagen dat een kist gevuld met – naar later bleek – cocaïne werd overgeladen uit een auto van het merk Mercedes Vito naar de Mitsubishi Grandis. Twee mannen zijn daarbij aangehouden als verdachten: medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte [verdachte] . Medeverdachte [medeverdachte 1] had op het moment van aanhouding de kist gevuld met cocaïne daadwerkelijk in zijn handen, verdachte [verdachte] stond er vlakbij.
Eerder die dag bleek tijdens de observatie dat de Mitsubishi Grandis werd gevolgd door een schaduwauto. Ook bij andere observaties van de Mitsubishi Grandis was datzelfde beeld naar voren gekomen. Die schaduwauto is na de arrestatie van medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte [verdachte] achtervolgd. Die achtervolging leidde tot de aanhouding van de bestuurder van de schaduwauto, medeverdachte [medeverdachte 2] .
Verder onderzoek naar de diverse transporten heeft er uiteindelijk toe geleid dat de officieren van justitie de verdachte beschuldigen van het feit zoals dat hierna onder ‘tenlastelegging’ is omschreven.
De rechtbank zal in dit vonnis oordelen dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feit waarvan hij wordt beschuldigd. Zij zal de verdachte dan ook vrijspreken.
De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze vrijspraak is gekomen.

3.TENLASTELEGGING

De officieren van justitie beschuldigen de verdachte ervan dat hij, samengevat:
in de periode van 13 september 2023 tot en met 4 december 2023 te [plaats 2] (gemeente [gemeente] ) en/of elders in Nederland samen met anderen in totaal 408 kilogram cocaïne opzettelijk heeft vervoerd en/of afgeleverd en/of verkocht, in ieder geval opzettelijk aanwezig heeft gehad.
De volledige tekst van de beschuldiging staat in bijlage 1 bij dit vonnis.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de verdachte het feit waarvan hij wordt beschuldigd heeft gepleegd. Zij hebben geëist de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaar met aftrek van het voorarrest. Ook hebben zij de gevangenneming van de verdachte geëist met ingang van de datum van de uitspraak.
De standpunten van de officieren van justitie worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 4.3.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte en zijn advocaat hebben gesteld dat er rook is, maar dat het vuur – ondanks uitvoerig onderzoek door politie en het openbaar ministerie – niet is gevonden. De rechtbank deelt deze conclusie. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feit waarvan hij wordt beschuldigd. Ja, er is rook en sprake van feiten en omstandigheden die de nodige vragen oproepen, maar niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wist dat het om drugstransporten ging.
De feiten en omstandigheden die kunnen worden vastgesteld zijn de volgende. Op 13 september 2023, 25 september 2023, 6, 13, 18 en 26 oktober 2023 en 4 december 2023 hebben drugstransporten plaatsgevonden, waarbij steeds een Mitsubishi Grandis betrokken was. Deze Mitsubishi Grandis reed vanaf de omgeving van Utrecht naar de [straat] in [plaats 3] en later op de dag reed deze auto voorzien van grote hoeveelheden cocaïne dezelfde route weer terug.
Vastgesteld kan ook worden dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] op de dagen van die transporten steeds een afspraak met elkaar hadden. Die afspraken stonden in de agenda van de verdachte. Deze afspraken vielen qua tijdsbestek steeds samen met het moment waarop de Mitsubishi Grandis op de [straat] in [plaats 3] was. Uit de historische gegevens van de telefoon van de verdachte blijkt dat hij op 25 september 2023, 6 oktober 2023, 13 oktober 2023, 18 en 26 oktober 2023 ten tijde van die afspraken met medeverdachte [medeverdachte 1] ook steeds op dezelfde locatie was als de Mitsubishi Grandis, namelijk op de [straat] in [plaats 3] . Op 18 en 26 oktober 2023 is medeverdachte [medeverdachte 1] daar gelijktijdig waargenomen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij meerdere keren met medeverdachte [medeverdachte 1] naar de [straat] in [plaats 3] is gereden.
Op 4 december 2023 is gezien dat de verdachte als bestuurder van de Land Rover medeverdachte [medeverdachte 1] bracht naar de parkeerplaats op de [straat] in [plaats 3] . Op die locatie stapte medeverdachte [medeverdachte 1] als chauffeur in de Mitsubishi Grandis. De Land Rover en de Mitsubishi Grandis reden vervolgens achter elkaar terug naar het perceel van de verdachte in [plaats 1] . Vervolgens parkeerde medeverdachte [medeverdachte 1] de Mitsubishi Grandis onder een overkapping, nabij een Mercedes Benz Vito. Die Mercedes Benz Vito had medeverdachte [medeverdachte 1] eerder die dag het terrein opgereden. Medeverdachte [medeverdachte 1] laadde vervolgens een afgesloten zwarte kist gevuld met - naar later bleek - cocaïne uit de Mercedes Vito en plaatste die in de Mitsubishi Grandis. In de achterbak van de Mercedes Benz Vito stond toen nog een tweede afgesloten zwarte kist gevuld met - naar later bleek - cocaïne. De verdachte was inmiddels uit de Land Rover gestapt en stond vlakbij de open achterbak van de Mercedes Benz Vito.
Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] meerdere keren de Mitsubishi Grandis heeft opgehaald, deze naar zijn eigen terrein heeft gereden en één keer, namelijk op 4 december 2023, ook afgesloten zwarte kisten heeft gezien die vanuit een andere auto door medeverdachte [medeverdachte 1] naar de Mitsubishi Grandis werden overgeladen. De vraag doet zich voor of verdachte wist, of bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard, dat er in de door hem waargenomen kisten cocaïne zat en dat dit (dus) om drugstransporten ging.
De verdachte heeft bij de politie en op zitting verklaard dat het doel van die ritten was de Mitsubishi Grandis op te halen voor reparaties. Medeverdachte [medeverdachte 1] sleutelde wel vaker aan auto’s op het terrein van de verdachte. Die verklaring acht de rechtbank niet direct ongeloofwaardig: het zou kunnen, want medeverdachte [medeverdachte 1] had een autobedrijf. Dat medeverdachte [medeverdachte 1] meerdere keren dezelfde auto moest ophalen en dat dat ophalen telkens op/langs dezelfde openbare weg gebeurde roept misschien vragen op (“rook”), maar is geen reden om de verklaring van de verdachte direct niét te geloven. De verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hadden namelijk zowel een vriendschappelijke als een zakelijke relatie en gingen vaker samen op pad voor klussen gerelateerd aan auto’s. Dat de verdachte er vanuit die context op vertrouwde dat medeverdachte [medeverdachte 1] hem slechts om hulp vroeg bij legale activiteiten, is een scenario dat niet valt uit te sluiten. In ieder geval kun je op basis hiervan niet zeggen dat het voor de verdachte duidelijk was of moest zijn dat het wel om drugs zou móeten gaan. Bij een dergelijke situatie kan ook passen dat de verdachte geen reden zag om door te vragen als medeverdachte [medeverdachte 1] hem om hulp vroeg. Verder staat vast dat de besproken kisten van 4 december 2023, waar later een behoorlijke hoeveelheid cocaïne in bleek te zitten, niet zijn vastgepakt of overgedragen van de ene naar de andere auto door de verdachte; dat deed namelijk medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte ‘stond erbij en keek er naar’, waarbij ook vast staat dat hij niet heeft kunnen zien wat er in zat: de kisten waren immers zwart en afgesloten.
Er zijn geen andere concrete feiten en omstandigheden waaruit de wetenschap van de verdachte zou kunnen worden afgeleid, ook niet in voorwaardelijke zin. Dat betekent dat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken. Dat heeft ook tot gevolg dat de vordering tot gevangenneming zal worden afgewezen.

5.BESLAG

5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben over de in beslag genomen goederen het volgende geëist:
  • iPhone type 14Pro, SIN-nummer AAOA8760NL – verbeurdverklaring;
  • cocaïne in Grandis, goednummer A.04.00.002 – onttrekking aan het verkeer;
  • cocaïne in Mercedes, goednummer A.05.00.002 – onttrekking aan het verkeer;
  • vuurwapen, goednummer A.01.01.05.02.007 – onttrekking aan het verkeer;
  • vuurwapen, goednummer A.01.01.6.001 – onttrekking aan het verkeer;
  • vuurwapen, goednummer A.01.02.05.002 – onttrekking aan het verkeer;
  • munitie, goednummer A.01.01.05.03.008 – onttrekking aan het verkeer.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft aangevoerd dat de in beslag genomen geweren legale jachtgeweren zijn van de vriendin van de verdachte. Dat geldt ook voor de bijbehorende munitie.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het feit waarbij hij volgens de officieren van justitie de iPhone type 14Pro heeft gebruikt. Dat betekent dat er geen grond is voor verbeurdverklaring van deze in beslag genomen telefoon. De rechtbank zal bepalen dat deze telefoon moet worden teruggegeven aan de verdachte.
De rechtbank zal de in beslag genomen cocaïne uit de Mitsubishi Grandis (goednummer A.04.00.002) en die uit de Mercedes Benz Vito (goednummer A.05.00.002) onttrekken aan het verkeer. Niettegenstaande de vrijspraak van de verdachte, stelt de rechtbank vast dat er wel (door anderen) een strafbaar feit is begaan. Het gaat hier om voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Uit het dossier blijkt dat de in beslag genomen vuurwapens met goednummers A01.01.6.001 (wapennummer [wapennummer 1] ) en A.01.02.05.002 (wapennummer [wapennummer 2] ) jachtgeweren zijn. Er is een vrijstelling verleend voor deze wapens, zodat ze niet vallen onder de verbodsartikelen uit de Wet wapens en munitie. [1] Dat betekent dat de rechtbank zal bepalen dat deze wapens en de bijbehorende munitie moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende.
Dit is anders voor het vuurwapen met goednummer A.01.01..05.02.007 (wapennummer [wapennummer 3] ).
Dit dubbelloops hagelgeweer valt niet (meer) onder de vrijstelling, omdat deze zodanig is gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is geworden dan wel dat de aanvalskracht is verhoogd. De lopen van dit dubbelloops hagelgeweer zijn ingekort tot een lengte van ongeveer 48 centimeter, terwijl deze in originele staat ongeveer 75 centimeter behoord te zijn. Daarom is dit dubbelloops hagelgeweer een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder J gelet op artikel 2 lid 1 categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie. Er wordt echter niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor onttrekking aan het verkeer. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat ook dit wapen moet worden teruggegeven aan de rechthebbende. De rechtbank merkt hierbij wel op dat degene die dit vuurwapen op komt halen zich schuldig maakt aan een strafbaar feit.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • cocaïne met goednummer A.04.00.002;
  • cocaïne met goednummer A.05.00.002;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • iPhone type 14Pro, SIN-nummer AAOA8760NL - aan de verdachte;
  • vuurwapen, goednummer A.01.01.05.02.007 – aan [A] , geboren op [geboortedatum 2] 1993;
  • vuurwapen, goednummer A.01.01.06.001 – aan [A] , geboren op [geboortedatum 2] 1993;
  • vuurwapen, goednummer A.01.02.05.002 – aan [A] , geboren op [geboortedatum 2] 1993;
  • munitie, goednummer A.01.01.05.03.008 – aan [A] , geboren op [geboortedatum 2] 1993;
Voorlopige hechtenis
- wijst af de vordering tot gevangenneming.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Reitsma, voorzitter, mrs. J.P. Verboom en S.E. van den Brink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.M. Raedts, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting 16 april 2025.
BIJLAGE 1: TENLASTELEGGING (BESCHULDIGING)
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op één of meerdere moment(en) in of omstreeks de periode van 13 september 2023 tot
en met 4 december 2023 te [plaats 1] (gemeente [gemeente] ) en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met één of
meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- op 13 september 2023 (ongeveer) 45 kilo cocaïne;
- op 25 september 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
- op 6 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
- op 13 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
- op 18 oktober 2023 (ongeveer) 60 kilo cocaïne;
- op 26 oktober 2023 (ongeveer) 61 kilo cocaïne;
- op 4 december 2023 (ongeveer) 62 kilo cocaïne;
in elk geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
(artikel 47 Wetboek van Strafrecht, 2 en 10 Opiumwet)