ECLI:NL:RBMNE:2025:1682

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
16.295504.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen minderjarige verdachte wegens bedreiging met liquidatie

Op 11 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2007, die beschuldigd werd van het bedreigen van vier personen met liquidatie. De bedreigingen vonden plaats tussen 18 en 22 oktober 2023 in Hilversum, waarbij de verdachte via WhatsApp en telefoon ernstige bedreigingen heeft geuit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de bedreigingen heeft gepleegd en heeft haar een werkstraf van 80 uur opgelegd, waarvan 40 uur voorwaardelijk. Daarnaast moet de verdachte zich houden aan voorwaarden zoals het volgen van begeleiding en behandeling. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €500,- aan de benadeelde partij, [slachtoffer 4], toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum van de bedreiging. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van de aangiften en verklaringen van de slachtoffers, en heeft de ernst van de bedreigingen en de impact op de slachtoffers in haar overwegingen meegenomen. De verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat zij de bedreigingen heeft gepleegd, maar de rechtbank heeft ook rekening gehouden met haar jonge leeftijd en de aanbevelingen van deskundigen over haar gedragsstoornis.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.295504.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 11 april 2025
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [2007] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [woonplaats] ,
hierna: [verdachte] .

0 SAMENVATTING

[slachtoffer 1] was de eigenaar van [restaurant] , een restaurant in Hilversum. In oktober 2023 kreeg hij via Whatsapp bedreigingen toegestuurd over zijn schoonfamilie. Er werden ook bedreigende appjes gestuurd naar zijn zus [slachtoffer 2] en zijn werknemers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn toen ook gebeld door iemand die een vervormde stem gebruikte en hen aan de telefoon bedreigde. Er werd onder andere gedreigd met liquidaties.
[verdachte] werkte ook bij het sushirestaurant. De rechtbank komt tot de conclusie dat [verdachte] de bedreigingen heeft gepleegd. [verdachte] krijgt daarvoor een werkstraf, zij moet blijven meewerken aan begeleiding en behandeling en zij moet aan [slachtoffer 4] een schadevergoeding betalen.

1.DE ZITTING BIJ DE RECHTBANK

De officier van justitie heeft [verdachte] in een dagvaarding beschuldigd en heeft het politiedossier naar de rechtbank gestuurd. De rechtbank heeft het dossier voorafgaand aan de zitting gelezen. De rechtbank heeft ook de rapporten gelezen die de deskundigen over [verdachte] hebben geschreven.
De rechtbank heeft de zaak tegen [verdachte] behandeld op de zitting van 28 maart 2025. De officier van justitie was mr. M.J. Drogt. [verdachte] was aanwezig, samen met haar ouders en haar advocaat mr. M.J. Schimmel. Bij de zitting waren daarnaast M.J. Lüken van de jeugdreclassering en E. Smelt van de Raad voor de Kinderbescherming als deskundigen aanwezig.
Tijdens de zitting heeft de rechtbank vragen gesteld aan [verdachte] , aan haar ouders, aan de jeugdreclassering en aan de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft geluisterd naar de standpunten van de officier van justitie en van de advocaat van [verdachte] . Omdat [verdachte] bij de zitting aanwezig was, is dit een vonnis ‘op tegenspraak’.

2.TENLASTELEGGING (de beschuldiging)

Kort gezegd is de beschuldiging dat [verdachte] in de periode van 18 oktober 2023 tot en met 22 oktober 2023 in Hilversum 4 mensen heeft bedreigd. Dat zou zij hebben gedaan door:
  • [slachtoffer 3] te bellen en te vragen of ze hem moet liquideren en te zeggen dat ze weet waar hij woont;
  • [slachtoffer 2] te bellen en te zeggen dat ze haar kapot maakt en dood maakt;
  • [slachtoffer 1] te appen dat zijn kk-zaak in de fik gaat en zijn kk-huis met zijn kk-moeder; dat ze de mensen in die zaak van hem gaat liquideren en dat ze op zijn zaak gaat schieten;
  • [slachtoffer 2] te appen dat ze weet waar zij woont;
  • [slachtoffer 3] te appen dat hij beter thuis kan blijven, dat ze ook achter hem aan gaan en dat hij moet oppassen;
  • [slachtoffer 4] te appen dat iemand haar komt liquideren als ze bij [restaurant] blijft werken en dat haar auto wordt beschoten.
De tenlastelegging is als bijlage bij dit vonnis gevoegd.

3.WAARDERING VAN HET BEWIJS

3.1
De standpunten van de officier van justitie en van de verdediging
De officier van justitie vindt dat de bedreigingen wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De advocaat van [verdachte] heeft geen juridische verweren gevoerd, omdat [verdachte] heeft bekend dat zij de bedreigingen heeft gepleegd.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
Ook de rechtbank vindt dat [verdachte] de bedreigingen heeft gepleegd. De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende 5 bewijsmiddelen [1] :
  • de bekennende verklaring van [verdachte] tijdens de zitting bij de rechtbank.
  • een proces-verbaal van de politie, met de aangifte van [slachtoffer 1] en met de verklaring van [slachtoffer 1] over het Whatsappje dat [slachtoffer 2] kreeg.
- een proces-verbaal van de politie, met de getuigenverklaring van [slachtoffer 3] . [3]
- een proces-verbaal van de politie, met de aangifte van [slachtoffer 4] . [4]
- een proces-verbaal van de politie, waarin staat wat [slachtoffer 2] heeft verteld over wat er is gezegd toen ze werd gebeld. [5]
[verdachte] heeft alles bekend en haar advocaat heeft niet aan de rechtbank gevraagd om haar vrij te spreken. In dit geval hoeft de rechtbank in het vonnis niet uit te werken wat er in de bewijsmiddelen staat. De opsomming van de 5 bewijsmiddelen hierboven is voldoende.

4.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
in de periode van 18 oktober 2023 tot en met 22 oktober 2023 te Hilversum [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en met zware mishandeling, en met brandstichting en waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat,
(1) door telefonisch mondeling die [slachtoffer 3] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] , in de periode van 19 tot en met 22 oktober 2023 dreigend de woorden toe te voegen:
- " moet ik je liquideren ofzo", en
- " ik weet waar je woont", en
- " Zeg alsjeblieft tegen [slachtoffer 1] dat hij zijn telefoon opneemt. Anders ga ik jou
liquideren", en die [slachtoffer 2] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] , op 22 oktober 2023 dreigend de woorden toe te voegen:
- " ik maak je kapot, ik maak je dood" en
(2) door via Whatsappberichten die [slachtoffer 1] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op 18 oktober 2023 dreigend de woorden te sturen:
- " jou kk zaak gaat in de fik gappie" en/of "en jou kk huis met je kk moeder" en/of "en je kk dochter" en/of "en je kk auto's", en/of
- " k ga die mensen van je liquideren in die zaak van je", en/of
- " hand op coran zaak gaat geliquideerd worden", en/of
- " wollah liquidatie gaat daar gebeuren", en/of
- " dan zie je wel in de nacht dat je zaak gepleurd is", en/of
- " ik ga op je zaak schieten",en
die [slachtoffer 2] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op 18 oktober
2023 dreigend de woorden te sturen:
- " ik weet waar je woont", en die [slachtoffer 3] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op 19 oktober 2023 dreigend de woorden te sturen:
- " je kan beter thuis blijven. Is de ex familie van de vrouw van [slachtoffer 1] haar Zusje! Doe hem maar de groeten. Ze gaan ook achter jou aan. Oppassen beter ontslag nemen”, en
die [slachtoffer 4] vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op 19 oktober 2023 dreigend de woorden te sturen:
- " Als ik jou was zou ik niet meer bij [restaurant] werken. Als je daar werkt of bezorgt
komt iemand je liquideren!" en/of
- " Als ik wil wordt je auto beschoten net als bij [slachtoffer 1] zijn vrouw is gebeurd",
Alles wat er verder nog in de tenlastelegging staat, is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

5.DE STRAFBAARHEID

Wat de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert het volgende strafbare feit op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met brandstichting en waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat, meermalen gepleegd.
[verdachte] is zelf ook strafbaar: de bedreigingen kunnen haar worden verweten.

6.OPLEGGING VAN STRAF

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vindt het heel erg wat [verdachte] heeft gedaan. Zij wil dat de rechtbank [verdachte] een werkstraf oplegt van 60 uur en dat zij zich moet houden aan de voorwaarden die in het advies van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) staan. De officier van justitie wil ook dat [verdachte] 2 maanden jeugddetentie krijgt, als zij zich niet aan die voorwaarden zou houden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van [verdachte] vindt ook dat zij een grote fout heeft gemaakt met deze bedreigingen. Maar ze houdt zich nu al een hele tijd aan de voorwaarden van de Raad en het gaat nu goed met haar. Het is daarom niet meer nodig om daar nog mee verder te gaan en het is voldoende als de rechtbank [verdachte] een werkstraf geeft.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Hoe erg is het wat [verdachte] heeft gedaan?
De rechtbank vindt het heel ernstig wat [verdachte] heeft gedaan. Zij heeft 4 mensen zwaar bedreigd, waarbij het onder andere ging over liquideren en beschieten. [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] kregen zomaar appjes en telefoontjes en wisten niet van wie dit kwam. Het is vanzelfsprekend dat zij bang zijn geweest door wat er is gebeurd.
[verdachte] heeft bij de politie verteld dat iemand anders haar onder druk heeft gezet om de bedreigingen te plegen en dat zij niet via de telefoon bedreigd heeft. Pas op de zitting bij de rechtbank, anderhalf jaar later, heeft zij bekend dat zij dat ook heeft gedaan. Het is goed dat zij nu open is over haar rol, maar de rechtbank begrijpt nog steeds niet goed waarom [verdachte] dit heeft gedaan en waarom het zo lang is doorgegaan. Dat kon zij op de zitting ook niet goed uitleggen. Zij wist dat er een conflict was in de schoonfamilie van [slachtoffer 1] en zij heeft dit blijkbaar aangegrepen om hem en de mensen om hem heen te bedreigen. [verdachte] heeft op de zitting wel gezegd dat zij spijt heeft, maar de rechtbank twijfelt eraan of zij dit wel meent. Het lijkt er namelijk ook op dat [verdachte] vooral spijt heeft van de problemen waarin zij terecht is gekomen door het plegen van de bedreigingen.
Wat is belangrijk om over [verdachte] te weten?De rechtbank heeft op het strafblad van [verdachte] gezien dat zij een keer op een scooter heeft gereden zonder rijbewijs, maar dat zij verder niet eerder bij de strafrechter is geweest. [verdachte] zit in het eerste jaar van een mbo-opleiding, maar op de zitting is duidelijk geworden dat zij een negatief studieadvies gaat krijgen omdat zij te vaak afwezig is.
[verdachte] heeft vorig jaar met een psycholoog gepraat, die daar een rapport over heeft geschreven. Daarin staat dat bij [verdachte] sprake is van een ernstige oppositioneel opstandige gedragsstoornis. Zij heeft moeite om complexe situaties te overzien, vooral als het gaat om het onmiddellijk oplossen van problemen en het overzien van de gevolgen van haar gedrag. De psycholoog adviseert daarom ook om de bedreigingen minder aan haar toe te rekenen. [verdachte] kan volgens de psycholoog verder gemakkelijk liegen en is vooral op zichzelf gericht.
[verdachte] hoefde van de rechter-commissaris na het verhoor bij de politie in november 2023 niet in voorarrest te blijven, maar moest zich vanaf toen wel aan voorwaarden houden. Toen is de behandeling bij Fivoor opgestart en de begeleiding door een buddy van Ocura. De Raad heeft daarover geschreven dat de behandeling bij Fivoor stroef verloopt, omdat [verdachte] stil en gesloten is. De begeleiding bij Ocura gaat ook moeizaam: [verdachte] komt afspraken niet na en wil alles zelf oplossen. Op de zitting heeft [verdachte] tegen de rechters gezegd dat zij de behandeling en de begeleiding nutteloos vindt, maar dat ze er wel aan zal meewerken als de rechtbank dat beslist. De Raad vindt het juist wel belangrijk dat zij hiermee door blijft gaan, met als doel dat zij meer grip krijgt op haar eigen gedrag. De psycholoog heeft dat ook geadviseerd en die denkt dat [verdachte] mogelijk nog lange tijd hulp nodig zal hebben.
Wat vindt de rechtbank een goede straf?
De rechtbank komt op een iets andere straf uit dan wat de officier van justitie en de advocaat van [verdachte] willen. Strafrechters gebruiken oriëntatiepunten, zodat voor dezelfde soort zaken ongeveer dezelfde straffen worden opgelegd. Het uitgangpunt bij één bedreiging die is gepleegd door een minderjarige, is een taakstraf vanaf 20 uur.
In dit geval gaat het om meerdere bedreigingen aan 4 personen, in een langere periode. Dat is een reden om de straf te verhogen. Het strafblad van [verdachte] is geen reden om de straf te verhogen. De rechtbank neemt het advies van de psycholoog over en zal de bedreigingen minder aan [verdachte] toerekenen. Dat is een reden om de straf te verlagen.
De rechtbank heeft alles afgewogen en legt de volgende straf op. [verdachte] krijgt een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 80 uur, met aftrek van het voorarrest, waarvan 40 uur voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad. Dit betekent het volgende. [verdachte] heeft 4 dagen in voorarrest gezeten: dat staat gelijk aan 8 uren werkstraf. [verdachte] moet daarom nu nog 32 uur werken. Zij moet zich daarnaast aan de voorwaarden houden die de Raad heeft geadviseerd en die hieronder zullen worden besproken. Als zij dat zich niet of niet goed aan de voorwaarden houdt, dan moet zij nóg eens 40 uur werken.
De voorwaarden zijn dat [verdachte] geen nieuwe strafbare feiten pleegt en dat zij doet wat de reclassering zegt. De rechtbank vindt het verder belangrijk dat [verdachte] door gaat met de behandeling bij Fivoor en ook met de begeleiding door Ocura. De rechtbank hoopt dat [verdachte] begrijpt dat alle deskundigen het beste voor haar willen en dat zij zelf ook gaat inzien dat zij niet alles alleen kan oplossen. De behandeling en begeleiding worden als bijzondere voorwaarden opgelegd: daar móet zij dus naartoe blijven gaan. Tot slot legt de rechtbank aan [verdachte] een contactverbod op met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . De proeftijd is 2 jaar. Zo lang moet [verdachte] zich dus aan de voorwaarden houden. Als de jeugdreclassering op een bepaald moment vindt dat het korter kan zijn, dan is dat ook goed.
Het voorarrest van [verdachte] was al geschorst door de rechter-commissaris. De rechtbank zal het voorarrest nu helemaal opheffen.

7.BESLAG

De politie heeft twee telefoons van [verdachte] in beslag genomen. Die wil zij graag terug, maar de rechtbank beslist (zoals de officier van justitie had gevraagd) dat de telefoons verbeurd worden verklaard. Dat betekent dat [verdachte] de telefoons niet terug krijgt. Dat is een extra straf, omdat [verdachte] de bedreigingen met deze telefoons heeft gepleegd.

8.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 4] vindt dat [verdachte] aan haar smartengeld moet betalen, omdat zij door de bedreiging emotionele schade (immateriële schade) heeft geleden. [slachtoffer 4] vraagt de rechtbank om te bepalen dat [verdachte] haar € 4.000,- betaalt.
8.1
De standpunten van de officier van justitie en van de verdediging
De officier van justitie vindt dat [verdachte] € 2.000,- aan [slachtoffer 4] moet betalen. De advocaat van [verdachte] vindt dat [slachtoffer 4] niet goed heeft onderbouwd dat zij emotionele schade heeft geleden en vindt dat [verdachte] niets hoeft te betalen.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 4] heeft haar schade niet goed onderbouwd, maar de rechtbank vindt dat dat in dit geval ook niet hoeft. Het is namelijk logisch dat je emotionele schade hebt als je bedreigd wordt met een liquidatie. De rechtbank vindt het bedrag van € 4.000,- wel te hoog. De rechtbank kijkt naar zaken die lijken op deze zaak en zal het smartengeld dat [verdachte] aan [slachtoffer 4] moet betalen vaststellen op € 500,-. Voor het bedrag boven de € 500,- verklaart de strafrechter [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk. [slachtoffer 4] heeft de mogelijkheid om naar de civiele rechter te gaan, als zij vindt dat [verdachte] haar toch meer geld moet betalen.
[verdachte] moet ook de wettelijke rente betalen over de € 500,-, vanaf de dag van de bedreiging, 19 oktober 2023, tot de dag dat zij het bedrag volledig heeft betaald.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank legt hierbij de schadevergoedingsmaatregel op. Dat houdt in dat het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB) een brief gaat sturen aan [verdachte] en dat zij het smartengeld aan het CJIB (de Staat) moet betalen. Het CJIB geeft het geld daarna aan [slachtoffer 4] .
Dit zorgt ervoor dat [slachtoffer 4] het geld ook echt krijgt. Als [verdachte] (een deel) aan het CJIB betaalt, hoeft ze (dat deel) niet meer aan [slachtoffer 4] te betalen. En als [verdachte] toch (een deel) aan [slachtoffer 4] betaalt, hoeft ze (dat deel) niet meer aan het CJIB te betalen. Vanwege de jonge leeftijd van [verdachte] hoeft zij hoeft zij niet naar de gevangenis als drukmiddel (gijzeling), als zij niet betaalt aan het CJIB.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De rechtbank neemt deze beslissing op grond van de volgende bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht: artikelen 33, 33a, 36f, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 285. Dit zijn de bepalingen die geldig waren op het moment dat [verdachte] de bedreigingen deed.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart [verdachte] strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt [verdachte] tot een taakstraf in de vorm van een
  • beveelt dat voor het geval [verdachte] de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 40 (veertig) dagen hechtenis;
  • bepaalt dat de tijd, door [verdachte] vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de werkstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 (twee) uren werkstraf per dag;
  • bepaalt dat van de werkstraf een
  • stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
  • beveelt dat, als [verdachte] het voorwaardelijk deel van de werkstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 20 dagen;
- als
algemene voorwaardengelden dat [verdachte] :
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- stelt als
bijzondere voorwaardedat [verdachte] gedurende de proeftijd:
  • meewerkt aan de al gestarte behandeling bij Fivoor of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
  • meewerkt aan de al gestarte ambulante begeleiding bij Ocura of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dat nodig acht;
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met: [slachtoffer 1] (geboren op [1995] ), [slachtoffer 3] , (geboren op [2002] ), [slachtoffer 4] (geboren op [2002] ) en [slachtoffer 2] ;
  • waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten de Jeugd- en Gezinsbeschermers te Bussum opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden, behalve het contactverbod, en [verdachte] ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • waarbij aan de politie opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van het contactverbod.
Voorlopige hechtenis
- heft op het al geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • een zwarte iPhone (G3254431);
  • een zwarte iPhone 8 (G3254433).
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 500,00;
  • veroordeelt [verdachte] tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 4] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt [verdachte] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt [verdachte] de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal geen gijzeling worden toegepast;
  • bepaalt dat [verdachte] van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder, voorzitter, mr. S.M. Schothorst en mr. J.E.S. Dolmans, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 april 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 oktober 2023 tot en met 22 oktober 2023 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, en/of met brandstichting en/of waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat
(1) door (telefonisch) mondeling die [slachtoffer 3] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] , in of omstreeks de periode van 19 tot en met 22 oktober 2023) (dreigend) de woorden toe te voegen: "moet ik je liquideren ofzo", en/of "ik weet waar je woont", en/of "Zeg alsjeblieft tegen [slachtoffer 1] dat hij zijn telefoon opneemt. Anders ga ik jou liquideren", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of die [slachtoffer 2] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] , op of omstreeks 22 oktober 2023) (dreigend) de woorden toe te voegen: "ik maak je kapot, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
(2) door via Whatsappbericht(en) die [slachtoffer 1] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op of omstreeks 18 oktober 2023) (dreigend) de woorden te sturen: "jou kk zaak gaat in de fik gappie" en/of "en jou kk huis met je kk moeder" en/of "en je kk dochter" en/of "en je kk auto's", en/of "k ga die mensen van je liquideren in die zaak van je", en/of "hand op coran zaak gaat geliquideerd worden", en/of "wollah liquidatie gaat daar gebeuren", en/of "dan zie je wel in de nacht dat je zaak gepleurd is", en/of "ik ga op je zaak schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of die [slachtoffer 2] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op of omstreeks 18 oktober 2023) (dreigend) de woorden te sturen: "ik weet waar je woont", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of die [slachtoffer 3] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op of omstreeks 19 oktober 2023) (dreigend) de woorden te sturen: "je kan beter thuis blijven. Is de ex familie van de vrouw van [slachtoffer 1] haar Zusje! Doe hem maar de groeten. Ze gaan ook achter jou aan. Oppassen beter ontslag nemen”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of die [slachtoffer 4] (vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] op of omstreeks 19 oktober 2023) (dreigend) de woorden te sturen: "Als ik jou was zou ik niet meer bij [restaurant] werken. Als je daar werkt of bezorgt
komt iemand je liquideren!" en/of "Als ik wil wordt je auto beschoten net als bij [slachtoffer 1] zijn vrouw is gebeurd", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 18 maart 2024, genummerd MD1R023058, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 198. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 18 oktober 2023, p. 25 e.v.
3.Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] van 1 november 2023, p. 50 e.v.
4.Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] van 23 oktober 2023, p. 41 e.v.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 23 oktober 2023, genummerd PL0900-2023320517-27, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] .