ECLI:NL:RBMNE:2025:1656

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
16/167998-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging zware mishandeling, diefstal met geweld, afpersing en belaging in het kader van intieme terreur

Op 10 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot zware mishandeling, diefstal met geweld, afpersing en belaging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 een patroon van intieme terreur heeft vertoond jegens het slachtoffer. De verdachte heeft herhaaldelijk geweld gebruikt, waaronder het slaan met een houten knuppel en het dreigen met geweld, wat heeft geleid tot ernstig letsel bij het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar aangemerkt, ondersteund door diverse bewijsmiddelen, waaronder letselrapportages en getuigenverklaringen. De verdachte is eerder veroordeeld voor partnergeweld, wat de ernst van zijn huidige daden onderstreept. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 20 maanden opgelegd, met daarbij vrijheidsbeperkende maatregelen om de veiligheid van het slachtoffer te waarborgen. Tevens is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer, die aanzienlijke materiële en immateriële schade heeft geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/167998-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] (Marokko),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] in [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden op de zittingen van 20 oktober 2023, 11 januari 2024, 5 april 2024, 26 september 2024 en 27 maart 2025. De zaak is inhoudelijk behandeld op 27 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. S. Mirshahi en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L. de Leon, advocaat in Utrecht, naar voren hebben gebracht. Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van wat mr. A.Y. Bleeker, advocaat, namens [slachtoffer] naar voren heeft gebracht over de ingediende vordering van de benadeelde partij.
[slachtoffer] heeft als slachtoffer gebruik gemaakt van het spreekrecht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
feit 1, primair
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 in [woonplaats] geprobeerd heeft om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door meermalen
  • tegen haar gezicht/hoofd en/of lichaam te slaan;
  • tegen haar lichaam te schoppen,
  • met een knuppel en/of een stok tegen haar lichaam te slaan,
  • met een (oplaad)kabel tegen haar lichaam te slaan, en
  • (met kracht) aan haar haren te trekken;
subsidiairten laste gelegd als mishandeling;
feit 2
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 in [woonplaats] met (bedreiging met) geweld van [slachtoffer] meerdere telefoons, een laptop, geld en sieraden heeft gestolen;
feit 3
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 door (bedreiging met) geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van geld en sieraden;
feit 4, primair
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 [slachtoffer] heeft belaagd door:
  • haar veelvuldig (dreigende) berichten te sturen;
  • haar auto en andere (persoonlijke) goederen onder zich te houden, zodat zij daar geen beschikking over had;
  • veelvuldig bij haar werk langs te gaan;
  • meermalen bedreigingen naar haar te uiten, en
  • meermalen geweld tegen haar te gebruiken;
subsidiairten laste gelegd als dwang.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij beoordelen of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 primair, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen zijn. De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat de verklaring van aangeefster over de tenlastegelegde feiten geloofwaardig en betrouwbaar is en in voldoende mate wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in pleidooi opmerkingen gemaakt over de te laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 (primair), feit 2, feit 3 en feit 4 (primair) [1]
De hieronder weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , voor zover inhoudende:
Plaats delict: [woonplaats] .
Ik doe aangifte van mishandeling, zware mishandeling, stalking, bedreiging en diefstal met geweld. De verantwoordelijke betreft [verdachte] .
Medio april 2023 kwam ik voor het eerst in contact met verdachte. Na ongeveer een maand, medio mei 2023, deelde verdachte mij mede dat hij gevoelens voor mij had. Vanaf dat moment begon verdachte zich agressief te gedragen richting mij. [2]
Zo noemt hij mij sindsdien zijn ‘ […] ’ en heeft hij van mij meerdere dingen geëist. Zo moest ik het contact verbreken met mijn vriendinnen en moet ik om de zoveel tijd op hem reageren via de telefoon. Als ik niet direct reageer of luister, dan wordt hij boos. Hij begint mij dan te slaan en bedreigt mij. Zo heeft hij mij al vaak geslagen, in mijn gezicht gespuugd en dingen gezegd als: "ik ga je kapot slaan/dood slaan, dat is dan je verdiende straf.”, of woorden van gelijke strekking.
In de nacht van 4 op 5 juli 2023 heeft hij mij meermaals geslagen met een houten knuppel, waar hij een ijzeren kop van een poot van een bed omheen had gebonden. Tevens heeft hij mij geslagen met oplaadkabels, welke hij gebruikte als een zweep.
Diefstal met geweld
In de woning van verdachte heeft hij met geweld mijn privé telefoon, werktelefoon en laptop weggenomen. Hij heeft mij hierbij meermaals geslagen. [3]
Een proces-verbaal met betrekking tot de ontvangst van een klacht inzake belaging
Op 1 mei 2023 heb ik een schriftelijke klacht ontvangen terzake: stalking in de periode van 01-05-2023 t/m 08-07-2023. De klacht werd gedaan door [slachtoffer] . De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader (s) over te gaan. [4]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangeefster op 9 juli 2023, voor zover inhoudende:
Toen onze relatie veranderde zette hij mij thuis af en ging hij met mijn auto naar zijn huis. Hij zei dan ook wel: dan kan je nergens heen.
Hij belde mij dagelijks onverwachts en meerdere malen op een dag om te controleren of ik werkelijk daar was dat ik had gezegd waar ik was.
Ik ben [beroep] op een […] . Nadat hij onze relatie claimde, kwam hij mij vaak brengen en ophalen. Dan kwam hij in mijn […] . [5]
Verandering verstandhouding
C: je hebt verklaard: Na ongeveer een maand, medio mei 2023, deelde de verdachte mij mede dat hij gevoelens voor mij had.W
anneer was dit exact?
A: 30 april 2023.
V: op welke wijze reageerde hij agressief?
A: door geschreeuw en gescheld, vernederende woorden. Toen begon ook het fysiek geweld en de mentale mishandeling. Constant vernederen en kleineren. Het werd ook erger, het bouwde zich op.
Bedreigingen
De bedreigingen gingen geleidelijk, met woorden als: zolang ik leef ben jij van mij. Je moet naar mij luisteren, anders maak ik jou leven een hel. [6]
Ik voelde me bedreigd, voornamelijk ook omdat het niet alleen naar mij gericht was, maar naar mijn hele gezin. De bedreigingen werden steeds erger.
Eerste geweldsincident
V: kun je de eerste keer herinneren dat hij agressief was tegen jou?
A: Dat was op 5 mei 2023. Hij vond toen dat ik aan het flirten was met een andere man. Toen heeft hij mij klappen gegeven in mijn gezicht, met zijn platte hand. [7]
Ergste geweldsincident
V: kun je een incident omschrijven wat jij als ergste hebt ervaren?
A: die van de afgelopen dinsdag nacht op woensdag van 4 op 5 juli
V: op welke plek raakte hij jou met deze knuppel?
A: voornamelijk op mijn benen, maar hij raakte ook mijn armen en mijn enkel. Hij sloeg me eigenlijk gewoon waar hij mij maar kon slaan. Ik moest toen op het bed gaan zitten en liggen. Als hij naast mij lag was hij ook aan het trappen en slaan. [8]
Diefstal met geweld
V: Wanneer was de diefstal van de telefoon, werktelefoon en laptop met geweld?
A: periode tussen 1 en 12 mei 2023.
V: Wat voor geweld gebruikte hij daarbij?
A: Klappen met zijn vuisten en met zijn vlakke hand. Hij rukte de laptop uit mijn handen en trok ook de harde schijf eruit en gooide die tegen de muur. [9]
Geld pinnen
A: op een gegeven moment wilde hij dat ik onder dwang geld moest pinnen. De eerste keer dat ik dat moest doen, was op 17 mei 2023. Ik moest meerdere keren geld pinnen. In totaal heb ik 6 x een bedrag van 2.000 euro moeten pinnen. Dus in totaal 12.000 euro.
Toen we in de auto zaten, heeft hij mij heel hard met zijn vuist op mijn gezicht gebeukt. Ik had een bloedneus en een blauw oog hierdoor. Hij trok ook aan mijn haren. [10]
V: hoe kon hij jou daartoe dwingen om je geld op te nemen
A: bedreigingen, dat hij mij anders zou vermoorden, mijn familie wat aan zou doen. [11]
Stalking
C: Je hebt ook al verklaard dat hij je controleerde, door je constant te bellen en je moest laten weten en aantonen waar je was
V: wanneer is dit gedrag begonnen?
A: eigenlijk begon dit toen hij mij claimde, dat wij een relatie hadden. Het werd de laatste tijd veel erger, het moest vaker. Er kwamen ook nieuwe regels bij. Ik mocht eerder eerst naar mijn kamer lopen en hem dan bellen maar de laatste tijd moest ik op de trap wachten tot hij opnam en dan samen naar boven lopen naar mijn kamer. En ook als ik beneden zat, moest ik om de tien minuten, kwartier een bericht sturen en de laatste tijd moest dat een video zijn, of een foto of een voice memo. Ook op […] , tijdens het werk werd het vaker. [12]
Hij heeft een sieraad van mij afgepakt en met geweld van mij afgetrokken. Het zijn gouden armbanden, een horloge en een gouden enkelband. [13]
Hij zei: Misschien dat je van klappen leert. Het wordt steeds erger, ik word steeds erger, ik ga door tot het einde met jou, ik heb niks te verliezen, ik vermoord je, ik sla je het ziekenhuis in en daarna, als ik vrij kom, maar ik je dood. Als je naar de politie gaat, dan kom ik toch weer vrij en dan ben ik alleen maar bozer en maak ik je dood en zorg ik er voor dat je hele gezin er aan gaat. [14]
Vinger
A: mijn vinger is waarschijnlijk gebroken. hij trok mij aan mijn haren van de bank af, ik viel toen op de grond en ik kwam toen op mijn vinger terecht. Hij is nog steeds dik en hard.
Haren
V: wanneer is dat geweest dat hij zoveel haren uit je hoofd heeft getrokken?
A: eigenlijk bij elk geweldsincident. [15]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangeefster op 11 juli 2023, voor zover inhoudende:
Ik bracht een bezoek aan de huisarts in verband met mijn middel vinger aan mijn rechterhand welke vermoedelijk gebroken is naar aanleiding van één van de mishandelingen door [verdachte] . Tevens heb ik een pijnlijke linker hand naar aanleiding van de mishandelingen. [16]
Verstopte goederen
Ik vertelde dat er een ladekastje op de slaapkamer staat. Hij rommelde ook vaak in of bij dit kastje.
Noot verbalisant: Ik toonde de aangeefster een foto met daarop de gevonden goederen welke in een holle wand van het voornoemde ladekastje, naast de lades, waren aangetroffen.
Ik herken op de foto de zwarte lederen laptop tas, De Samsung Tab 2 tablet, de HP laptop, de I Phone 13 pro Max telefoon met het rode telefoonhoesje. Ik herken mijn harde schijf in het hoesje en mijn backup USB met het gouden cadeau lint eraan. Ik herken alle goederen die op de foto's staan als mijn eigendom. [17]
Een proces-verbaal van bevindingen ter plaatse bij aangeefster, voor zover inhoudende:
8 juli 2023 zijn wij naar de woning van [slachtoffer] (de rechtbank begrijpt: aangeefster)
gegaan. [18]
Gedurende de periode dat wij in de woning zijn geweest werd [slachtoffer] om de circa 15 minuten gebeld door een persoon, welke volgens [slachtoffer] [verdachte] betrof. Wij hoorden [verdachte] meermaals schreeuwen over de telefoon richting [slachtoffer] . Wij hoorden hem onder andere schreeuwen dat [slachtoffer] :
- een kankerhoer was;
- naar boven moest en met hem moest videobellen;
- hem niet moest negeren en moest luisteren;- moest laten zien waar ze was, ze moest hierbij ook haar ouders filmen en het huis, om te bevestigen dat ze daadwerkelijk in haar woning was.
Wij vonden dat [verdachte] verbaal zeer agressief over kwam. [19]
Een geschrift, te weten een letselrapportage van de GGD van 8 juli 2023, inclusief fotobijlagen van het letsel op pagina 337-366, voor zover inhoudende:
Samenvatting letsel
Verspreid over lichaam: hoofd, beide armen, beide benen, rug zijn er onderhuidse bloedingen te zien. Op behaarde hoofdhuid is een kale plek te zien. Op rechterbovenarm een huidbeschadiging.
Toegebracht letsel is gezien spreiding, vorm en locatie van letsel goed mogelijk. Gezien tramline bruising is letsel veroorzaakt door een hard cilindervormig voorwerp waarschijnlijk.
Gezien streepvormig letsel is letsel veroorzaakt door dun snoer, touw, kabel mogelijk. [20]
Algemene ontstaanswijze: onderhuidse bloeduitstortingen ontstaan als gevolg van een uitwendig inwerkende botsende dan wel samendrukkende kracht, zoals bijvoorbeeld door slaan, schoppen, duwen, knijpen, geraakt worden door een hard voorwerp of lichaamsdeel, dan wel botsen tegen een hard oppervlak of uitsteeksel.
Een proces-verbaal van bevindingen onderzoektelefoon slachtoffer, inclusief bijlagen, voor zover inhoudende:
Betreft geluidsfragment van 8 juli 2023 13:38 uur via Whats app. van verdachte aan aangeefster waarin hij dwingend vraagt wat ze aan het doen is. Fragment wordt door hem afgesloten met: "Meldt dit!". [21]
Verdachte stuurt audiobericht naar aangeefster waarin hij geagiteerd vraagt waarom ze niet online is. "Is niet goed" besluit hij. [22]
Whatsappgesprek 8 juli tussen verdachte en aangeefster
[verdachte] : [slachtoffer]
kkkk kood
[verdachte] lief aub
Kkkk duivel (…)
Ga jij geluid uit zetten voor mij (..)
Kkkkk hoer
Hoer
Kkkk jood [23]
Naar boven Bel camera
Lief??
Ik ga je slopen
Hoer
Lieff [24] (..)
Je gaat kapot
Klkk hoer
Bel met cameratoezicht
Niet praten [25]
Bovenstaande is een samengevatte weergave van het Whatsapp. verkeer op 8 juli 2023 tussen aangever en verdachte. De wijze van communicatie roept bij verbalisant het gevoel op dat aangever onder voortdurende controle van verdachte staat waarbij ze moet verantwoorden wat ze doet, waar ze is en met wie ze zich ophoudt. Om aan deze eisen van verdachte hieraan te voldoen maakt aangeefster gebruik van audio en videoberichten. [26]
Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van bankafschrijvingen van aangeefster, voor zover inhoudende:
10 juni 2023
Geldmaat - 2.000,00
Geldmaat - 2.000,00
18 mei 2023
Geldmaat - 2.000,00
17 mei 2023
Geldmaat - 2.000,00
Geldmaat - 2.000,00
Geldmaat - 2.000,00. [27]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] op 10 juli 2023, voor zover inhoudende:
Ongeveer 3 weken geleden zag ik een blauwe plek op één van haar onderbenen.
Toen [slachtoffer] op een gegeven moment geen hoofddoek thuis droeg, zag ik dat ze kale plekken had op haar hoofd. Dit zag ik ongeveer 3 weken geleden voor de eerste keer. [28]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , voor zover inhoudende:
Ik ben directeur van de (..) [werk] .
Het is de laatste tijd opgevallen dat zij (de rechtbank begrijpt: aangeefster)
met twee telefoons op [werk] was, waarvan er steeds 1 aan leek te staan. Zij had veel contact met (de rechtbank begrijpt:)
verdachte gaf zij aan. Pas is ook (de rechtbank begrijpt
:) verdachte als begeleider meegegaan op […] . De manier waarop hij daar met haar omging was opdringend.
Hij kwam vaak langs op [werk] en op een gegeven moment steeds vaker na [werktijd] . Hij was ook bij haar in het lokaal. [29] Het leek erop alsof ze de hele dag werd gecontroleerd. [30]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] op 13 juli 2023, voor zover inhoudende:
Sinds een half jaar heb ik geen contact meer met [slachtoffer] . Naar mijn idee komt dit door [verdachte] . Zij heeft ons toen geblokkeerd op social media en op de telefoon.
We hebben haar toen gebeld, we kregen(de rechtbank begrijpt:)
verdachte aan de lijn. Toen zei hij dathij (de rechtbank begrijpt:)
verdachte was en dat [slachtoffer] geen contact meer wilde en we moesten geen moeite doen om contact met haar op te nemen. [31]
Een proces-verbaal, inhoudende het aantreffen van de goederen van aangeefster in de woning van verdachte, voor zover inhoudende:
Ik ben naar de witte ladekast op de slaapkamer gelopen, heb de lades eruit gehaald en zag dat er links in de kast, achter de geleiderails, een zwarte tas was geplaatst. [32] Ik zag dat er een laptop in zat, een mobiele telefoon, een externe harde schijf, een USB stick en een tablet. Aangeefster bevestigde mij dat dit een deel van de ontbrekende spullen waren. [33]
Een kennisgeving van inbeslagneming, betreffende de houten knuppel, voor zover inhoudende:
Omstandigheden: deze houten stok is aangetroffen in de woning van verdachte.
Object: slagwapen
Bijzonderheden: houten stok met handvat. [34]
Een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de telefoon van aangeefster, voor zover inhoudende:
In de belgeschiedenis van het apparaat zag ik staan dat de geschiedenis maar terug ging tot aan 3 juli 2023. Tussen 3 juli 2023 en 8 juli 2023 hebben er 141 oproepen plaatsgevonden tussen beide partijen. In nagenoeg alle gevallen ging het om oproepen van aangeefster naar verdachte. [35]
4.3.2
Bewijsoverwegingen
De kern van deze zaak is dat verdachte zich in een periode van ruim twee maanden schuldig heeft gemaakt aan intieme terreur. Intieme terreur is een lastig te herkennen en zeer ernstig controlerende vorm van huiselijk geweld, waarbij de controlerende partner zich schuldig maakt aan psychologische en/of fysieke overmacht. Deze vorm van huiselijk geweld kenmerkt zich door een steeds ernstiger wordend patroon van controle en dwang. In dit geval van intieme terreur valt verdachte vier verschillende strafrechtelijke verwijten te maken, welke verwijten op grond van voornoemde bewijsmiddelen allen bewezen worden verklaard. De rechtbank stelt vast dat verdachte zich in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 meermalen schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling (feit 1 primair), diefstal met geweld (feit 2), afpersing (feit 3) en belaging (feit 4 primair). Gelet op de kern van de zaak, te weten dat er sprake is van intieme terreur, hebben deze feiten zich allen in dezelfde periode afgespeeld en waren zij gericht tegen hetzelfde slachtoffer (zijnde aangeefster). Tevens hangen de feiten in grote mate met elkaar samen, mede doordat (de dreiging met) geweld door verdachte ten grondslag ligt aan alle feiten. Om deze reden dienen de feiten in samenhang te worden bezien.
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
Aangeefster heeft zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris meerdere verklaringen afgelegd over het ten laste gelegde. De rechtbank overweegt dat deze verklaringen uitgebreid en gedetailleerd zijn, en op grond van de inhoud als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Aangeefster heeft in de kern en bij herhaling consistent verklaard over de diverse gebeurtenissen die zich in de tenlastegelegde periode hebben afgespeeld.
Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de verklaringen van aangeefster op wezenlijke onderdelen steun vinden in andere bewijsmiddelen in het dossier en daarmee objectief verifieerbaar zijn. Dit draagt dan ook bij aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen. Zo past het letsel dat is waargenomen bij aangeefster tijdens het letselonderzoek bij de verklaring die aangeefster heeft gegeven over het ontstaan van het letsel. Ook wordt de verklaring van aangeefster over de bedreigende en dwingende toon van de berichten van verdachte aan haar bevestigd door de weergave van de Whatsapp-berichten van verdachte aan aangeefster.
De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs en gaat dan ook uit van de juistheid van wat aangeefster heeft verklaard (en daarmee van de feitelijke gebeurtenissen zoals die tenlastegelegd zijn), ook voor zover het onderdelen uit de verklaringen betreffen die niet direct door andere bewijsmiddelen worden ondersteund.
Poging tot zware mishandeling (feit 1 primair)
Aangeefster heeft verklaard dat zij gedurende de tenlastegelegde periode op meerdere momenten mishandeld is door verdachte. Als ‘ergste mishandeling’ verklaart zij over een mishandeling in de nacht van 4 op 5 juli 2023, waarbij zij onder andere met een houten knuppel met ijzeren kop en een kabel is geslagen. Verdachte sloeg haar met die knuppel met ijzeren kop ‘waar hij maar kon slaan’. Naast dat een vergelijkbare houten knuppel en diverse kabels in de woning van verdachte zijn teruggevonden, vindt de verklaring van aangeefster steun in de uitgebreide letselrapportage van 8 juli 2023 met bijbehorende foto’s. De forensisch arts heeft gezegd dat al het aangetroffen letsel goed past bij de toedracht zoals aangegeven door aangeefster. Op de foto’s bij de rapportage is te zien dat onderhuidse bloeduitstortingen op bijna het hele lichaam zichtbaar zijn. Ook heeft aangeefster verklaard dat zij bij ieder geweldsincident aan haar haren werd getrokken en dat zij in een enkel geval ook aan haar haren van de bank werd getrokken. Op het hoofd van aangeefster zijn ten tijde van de letselrapportage verschillende (grote) kale plekken te zien. Voor de kale plekken, de gebroken vinger door een val van de bank na het haren trekken (waar aangeefster niet direct hulp voor mocht zoeken van verdachte) en de ontstane littekens heeft het slachtoffer medische behandelingen moeten ondergaan. Ook is zij nog onder behandeling, en is het eindresultaat van de behandelingen nog onduidelijk.
Het samenstel van de mishandelingen, waaronder het diverse keren slaan met een knuppel met ijzeren kop en het meermaals zodanig hard aan de haren trekken dat het slachtoffer grote kale plekken op haar hoofd heeft, levert naar het oordeel van de rechtbank, een poging zware mishandeling op. Daaraan staat niet in de weg dat de geweldshandelingen op verschillende momenten in de bewezenverklaarde periode van twee maanden plaats hebben gevonden. Door het slachtoffer in korte tijd veelvuldig te mishandelen op een wijze die het beschreven letsel oplevert, bestaat de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel oploopt. Door het slachtoffer in een kort tijdsbestek ook daadwerkelijk veelvuldig en op verschillende manieren te mishandelen, heeft verdachte de kans daarop ook aanvaard.
Diefstal met geweld (feit 2)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte onder andere telefoons, een laptop en sieraden van aangeefster heeft weggenomen met geweld. Uit haar verklaring blijkt dat zij niet meer in het bezit is van deze goederen en dat (een deel van) deze goederen door verbalisanten werd aangetroffen (op heimelijke plekken) in de woning van verdachte. Zo werden onder andere een telefoons en laptop van aangeefster in een holle wand van een ladekastje in de slaapkamer van verdachte aangetroffen.
Afpersing (feit 3)
Zoals eerder overwogen gaat de rechtbank uit van de juistheid van de verklaringen van aangeefster. Dat aangeefster onder (dreiging met) geweld geld moest pinnen voor verdachte, en dat dit dus wederrechtelijk was, volgt uit haar verklaring en wordt ondersteund door de screenshots in het dossier van de bankafschriften, waaruit blijkt dat zes keer bij een geldautomaat € 2.000,- is gepind.
Belaging (feit 4 primair)
Uit de genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de tenlastegelegde periode bedreigende en denigrerende berichten heeft gestuurd naar aangeefster, haar auto gebruikte en andere eigendommen van aangeefster onder zich hield, waardoor zij er niet vrijelijk over kon beschikken. Tevens ging hij veelvuldig langs haar werk om haar te controleren, bedreigde hij haar en haar familie iets aan te doen, eiste hij dat aangeefster het contact met vriendinnen verbrak, eiste hij dat aangeefster zichzelf filmde zodat hij haar kon controleren en mishandelde hij haar. Hieruit volgt de wederrechtelijkheid en stelselmatigheid van zijn gedragingen. De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van deze gedragingen, de omstandigheden waaronder zij hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster - naar objectieve maatstaven bezien - zodanig zijn geweest dat dat sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. Dit wordt (extra) ondersteund door het onderzoek aan de telefoon van aangeefster, waaruit volgt dat er in een periode van slechts vijf dagen, van 3 tot 8 juli 2023, alleen al 149 oproepen hebben plaatsgevonden tussen verdachte en aangeefster. Dat de meeste oproepen vanuit aangeefster zijn gekomen, doet hier niet aan af, nu zij hiertoe door verdachte gedwongen werd. Uit angst voor (meer) geweld kwam zij tegemoet aan de behoefte van verdachte om controle en toezicht op haar te houden. De rechtbank merkt dit aan als (af)gedwongen controle en daarmee als dwang.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1, primair
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen haar meermalen,
- tegen het gezicht/hoofd en het lichaam heeft geslagen,
- tegen het lichaam heeft geschopt,
- met een knuppel en/of een stok, althans een hard voorwerp tegen het lichaam heeft geslagen,
- met een (oplaad)kabel tegen het lichaam heeft geslagen, en
- met kracht aan de haren heeft getrokken,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] onder andere meerdere
telefoons, een laptop en sieraden, die geheel aan [slachtoffer] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- haar meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam te slaan, en/of
- (met kracht) voornoemde goederen uit haar handen te rukken;
Feit 3
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van geld, dat geheel aan die [slachtoffer]
toebehoorden, door haar meermalen,
- tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam te slaan,
- (met kracht) aan de haren te trekken, en
- dreigend de woorden toe te voegen "ik ga je vermoorden" en/of "ik ga jouw familie iets aandoen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 4, primair
in de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
- haar veelvuldig (dreigende) berichten te sturen,
- de auto en andere (persoonlijke) goederen van die [slachtoffer] onder zich te houden, zodat zij hier geen beschikking over had,
- veelvuldig bij haar werk te langs te gaan,
- meermalen bedreigingen naar haar te uiten, en
- meermalen geweld tegen haar te gebruiken

met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1, primair
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
Feit 2
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
Feit 3
afpersing;
Feit 4, primair
belaging.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 428 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 180 dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren, met als (bijzondere) voorwaarden een contact- en locatieverbod;
- een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contact- en locatieverbod met aangeefster, voor de duur van 5 jaar, waarbij vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van één maand per overtreding, met een maximumduur van zes maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij een bewezenverklaring een straf op te leggen die niet hoger is dan de tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan
Verdachte heeft zich gedurende ruim twee maanden tegenover aangeefsterschuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling, belaging, afpersing en diefstal met geweld. Verdachte en aangeefster komen begin 2023 voor het eerst met elkaar in contact en niet lang na hun eerste contact heeft verdachte tegen aangeefster gezegd dat hij gevoelens voor haar had. Vanaf dat moment ziet verdachte aangeefster als zijn vrouw en werd aangeefster gedwongen om een aan verdachte ondergeschikte partnerrol aan te nemen. Verdachte werd vanaf dit moment steeds agressiever en heeft aangeefster meerdere malen mishandeld. Zoals in de bewezenverklaring is weergegeven is er sprake geweest van intieme terreur. Het gedrag van verdachte richting het slachtoffer heeft zich gekenmerkt door een patroon van controle en dwang waarbij verdachte het toepassen van geweld in zijn geheel niet schuwde. Dat patroon van controle en dwang werd gedurende de tijd ook steeds erger: zo moest aangeefster in eerste instantie het contact met vriendinnen verbreken, vervolgens ook een nieuw telefoonnummer aannemen, moest zij elk moment van de dag bereikbaar zijn voor verdachte en hem continu laten weten en bewijzen waar ze was en wat ze deed. Daarnaast stuurde verdachte onder andere veelvuldig (dwingende) berichten naar aangeefster, hield hij persoonlijke eigendommen van aangeefster – zoals een auto, telefoon en laptop - onder zich, ging hij veelvuldig langs haar werk om haar te controleren en bedreigde en mishandelde haar. In een korte tijd heeft verdachte het leven van aangeefster compleet overgenomen. Verdachte heeft zich daarbij dwingend, controlerend en zeer gewelddadig gedragen; hij heeft het aangeefster geterroriseerd.
Uit de spreekrechtverklaring van aangeefster, maar ook uit de namens haar ingediende vordering tot schadevergoeding blijkt wat voor enorme impact het handelen van verdachte op aangeefster heeft gehad en nog altijd heeft. Aangeefster heeft aanzienlijk letsel opgelopen. Zo had zij na de mishandeling(en) bloeduitstortingen over haar hele lichaam en heeft zij hier mogelijk blijvende littekens aan overgehouden. Daarnaast heeft zij meerdere (grote) kale plekken op haar hoofd, doordat verdachte haar met geweld aan haar haren trok en hierbij plukken haar van haar hoofd heeft getrokken. Om deze schade te herstellen ondergaat aangeefster tot op de dag van vandaag haarbehandelingen. Daarnaast heeft zij ondanks herhaaldelijk medisch ingrijpen blijvend letsel aan haar vinger. Tijdens een van de mishandelingen is zij aan haar haren van de bank getrokken en kwam zij op haar vinger terecht die daardoor is gebroken. Omdat aangeefster door verdachte verhinderd werd medische hulp te zoeken is het bot in afwijkende positie vastgegroeid en is de mobiliteit naar verwachting blijvend beperkt.
Daarnaast heeft het handelen van verdachte geleid tot gevoelens van angst, onveiligheid en psychische problematiek, waaronder posttraumatische stressklachten. Aangeefster leeft nog steeds in angst dat verdachte haar of haar gezin iets zal aandoen. Om dat te voorkomen heeft aangeefster haar vaste woonadres opgegeven.
Verdachte heeft met zijn handelen meermalen aangetoond geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Zorgelijk – maar wellicht ook kenmerkend bij een patroon van controle en dwang – is dat verdachte nagenoeg niets heeft willen verklaren en hiermee geen enkel inzicht heeft getoond in de kwalijkheid van zijn handelen en de gevolgen van zijn handelen voor aangeefster. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Verdachte meent dat hij geen enkel probleem heeft, hij heeft geen hulp nodig en hij meent te kunnen volstaan met de (onnavolgbare) verklaring dat het letsel bij het slachtoffer zou zijn ontstaan door de SM-relatie die zij naar beide tevredenheid zouden hebben gehad. Niet alleen legt verdachte daarmee de schuld voor het aangrijpende letsel van het slachtoffer geheel buiten zichzelf, ook laat hij daarmee zien dat hij de gruwelijkheid van zijn gedrag en handelen niet ziet en ook niet wil inzien.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel justitiële documentatie (‘het strafblad’) betreffende verdachte van 17 februari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte in het verleden al meerdere keren is veroordeeld voor partnergeweld. Onderdeel van het procesdossier in deze zaak is de complete inhoud van het vonnis van 14 april 2011 waarin verdachte voor de derde keer werd veroordeeld voor (onder meer) partnergeweld. In aanloop naar dat vonnis werd verdachte geobserveerd in het PBC, waaraan verdachte iedere medewerking consistent heeft geweigerd. Uiteindelijk is er geen psychiatrische stoornis of evidente persoonlijkheidsstoornis bij verdachte vastgesteld. Ook voor de onderhavige zaak heeft verdachte iedere medewerking aan gesprekken met een psycholoog of psychiater categorisch geweigerd.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 29 maart 2024. In het reclasseringsadvies wordt geschreven dat verdachte een patroon kent waarin hij zich niet meewerkend opstelt en een afwijzende houding aanneemt ten opzichte van justitietrajecten. Doordat verdachte ook niet met de reclassering in gesprek wilde, was het voor de reclassering niet mogelijk om verbanden te leggen tussen de bewezenverklaarde feiten en de leefgebieden van verdachte. Ook kan de reclassering de risico’s niet inschatten. De reclassering ziet wel een zorgelijk beeld, waarbij relaties waar verdachte zich in bevindt, zich op eenzelfde manier lijken te ontwikkelen, waarbij controle, dwang en mishandeling vanuit hem centraal lijken te staan. De reclassering heeft geen aanwijzing voor beschermende factoren en acht interventies gericht op verdachte niet uitvoerbaar omdat verdachte niet meewerkt. Volgens de reclassering moet daarom ingezet worden op de veiligheid van het slachtoffer. Gezien de voortdurende houding van verdachte waarin hij niet meewerkt aan justitietrajecten, adviseert de reclassering geen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM, artikel 38z Sr) op te leggen. De reclassering adviseert daarom wel een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten, gelet op de grote impact die de feiten hebben gehad op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijke vrijheid van aangeefster, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt.
Nu verdachte geen enkele openheid van zaken heeft gegeven en geen enkel inzicht heeft getoond, zelfs niet na meerdere veroordelingen voor partnergeweld, ziet de rechtbank geen aanleiding om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, zoals door de officier van justitie is geëist. De rechtbank heeft geen zicht op de beweegredenen of de persoon van verdachte, waardoor het niet mogelijk is om een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden op te leggen. Nu het onderhavige vonnis inmiddels de vierde veroordeling van verdachte is voor partnergeweld, waarbij hij zich zelfs schuldig heeft gemaakt aan intieme terreur, ziet de rechtbank ook niet in wat een ‘kaal’ voorwaardelijk strafdeel zou toevoegen.
Alles overwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
De rechtbank ziet net als de reclassering, mede op basis van eerdere veroordelingen, een zeer zorgelijk beeld bij verdachte waarbij zijn relaties zich op eenzelfde manier lijken te ontwikkelen, en waarbij dwang, controle en mishandeling vanuit verdachte centraal lijken te staan. De rechtbank ziet daarom aanleiding om in te zetten op de veiligheid van aangeefster en de algemene veiligheid van de maatschappij.
Vrijheidsbeperkende maatregel (38v Sr)
De rechtbank ziet in de eerste plaats aanleiding om aan verdachte vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen in de zin van artikel 38v Sr. De rechtbank zal voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer] (geboortedatum: [geboortedatum] );
  • zich niet in en binnen een straal van 100 meter van de woning van de ouders van aangeefster begeeft, met als adres: [adres] in [woonplaats] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de maximale duur van 5 jaar. Gedurende die periode zal hier per overtreding 14 dagen hechtenis tegenover staan met een maximum van zes maanden.
De politie ziet toe op handhaving van dit contact- en locatieverbod.
Gelet op het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Gedrag beïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (38z Sr)
De aard van de strafbare gedragingen, die in ernst toenamen en die zijn gericht tegen aangeefster, in combinatie met de ontkennende en weigerachtige houding van de verdachte, baren de rechtbank ernstig zorgen. De rechtbank ziet daarom aanleiding om ook een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr (hierna: GVM) op te leggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om de verdachte ook na afloop van de gevangenisstraf langdurig onder toezicht te stellen als dat in verband met dan bestaande risico’s noodzakelijk is.
De rechtbank schat de kans op recidive van verdachte hoog in. Verdachte heeft een totaal gebrek aan probleembesef en een afwijzende houding ten opzichte van justitietrajecten. Ook vindt hij zelf dat hij geen enkele hulp nodig heeft, terwijl hij inmiddels al voor de vierde maal wordt veroordeeld voor huiselijk geweld en/of partnergeweld. Ondanks dat enkele van die veroordelingen van langere tijd geleden zijn, is verdachte nu weer teruggevallen in gedragingen die grote gelijkenis tonen met deze eerdere veroordelingen. Daarbij lijken de gedragingen van verdachte zelfs in ernst te zijn toegenomen. Verdachte is ten tijde van dit vonnis nog maar […] jaar oud. Dit maakt dat in algemene zin te verwachten is dat verdachte in de toekomst nog relaties aan wil gaan. Ook is hier in het bijzonder sprake van, nu verdachte op zitting heeft gezegd dat hij momenteel een nieuwe relatie heeft en dat hij gaat trouwen. Dit baart de rechtbank grote zorgen. Zonder een afdwingbaar kader ziet de rechtbank een reële kans op escalatie en herhaling waardoor gevaar voor anderen, zoals de nieuwe partner van verdachte, ontstaat. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de detentie van de verdachte plaatsvinden.
Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr is voldaan, nu de maatregel wordt opgelegd ter bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, terwijl de verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens misdrijven die gericht zijn tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Voorts heeft de rechtbank het risico op recidive ingeschat als hoog, zoals hierboven weergegeven.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is met ingang van 6 april 2024 geschorst. Aan verdachte wordt nu een langere gevangenisstraf opgelegd dan zijn reeds ondergane voorarrest. Bij de beoordeling of de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dit geval moet worden opgeheven, dient de rechtbank de belangen van de samenleving en de verdachte af te wegen en na te gaan of deze opheffing geboden is. In dit geval wegen voor de rechtbank de strafvorderlijke belangen dat de voorlopige hechtenis weer komt te herleven zwaarder dan de persoonlijke belangen van verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid. Dit betekent dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven en de detentie van verdachte weer herleeft.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de in beslag genomen gasbrander, snoeren en kabel zal verbeurdverklaren en zal gelasten dat de telefoon zal worden teruggegeven aan verdachte/beslagene.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurdverklaren, te weten:
- 1 STK Gasbrander (G3191127);
- 2 STK Snoer (G3191122);
- 3 STK Kabel (G3195021).
Met betrekking tot de snoeren en de kabels is het onder 1 primair bewezen verklaarde feit begaan. Met betrekking tot de gasbrander is het onder 4 primair bewezenverklaarde feit begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen telefoon (1 STK Telefoontoestel, G3190773) die aan verdachte toebehoort, aangezien dit voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 31.397,93. Dit bedrag bestaat uit € 21.397,93 materiële schade en € 10.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij voor wat betreft de schadeposten ‘eigen risico 2026’ (€ 385,-), ‘toekomstige haarbehandeling’ (€ 1.620,-), toekomstige reiskosten (€ 876,35) en ‘huidkliniek (toekomstig)’ (€ 800,-) niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat dit om toekomstige schade gaat waarvan de kosten nog niet gemaakt zijn. Het overige deel dat ziet op de materiële schade is voldoende onderbouwd en dient toegewezen te worden.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag in zijn geheel moet worden toegewezen.
De officier van justitie heeft gevorderd het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk moet worden verklaard..
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van dubbeltellingen bij de gevraagde apotheekkosten. Daarnaast vordert de benadeelde partij € 12.000,- voor de pinbetalingen, maar volgens de raadsman is niet onderbouwd dat deze bedragen wederrechtelijk zijn verkregen door verdachte.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank overweegt ten aanzien van de materiële schade dat alle schadeposten het rechtstreekse gevolg zijn geweest van het bewezenverklaarde, voldoende zijn onderbouwd en waarbij geen sprake is van dubbeltellingen in de gevraagde vergoeding.
Dat geldt dus ook voor de schadeposten die zien op toekomstige behandelingen, toekomstige reiskosten en toekomstige eigen bijdrage. De benadeelde partij heeft voldoende onderbouwd dat deze kosten gemaakt zullen worden, waardoor dit ook voorzienbare kosten zijn.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij voor wat betreft de gevraagde materiële schade volledig toewijzen.
Immateriële schade
Ten aanzien van het gevorderde bedrag voor immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreekse schade is toegebracht.
Ingevolge artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek bestaat recht op vergoeding van immateriële schade indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De benadeelde partij heeft de bewezenverklaarde feiten lichamelijk letsel opgelopen en heeft dus recht op een immateriële vergoeding. Bovendien is uit de slachtofferverklaring, maar ook uit de overgelegde stukken met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij, gebleken dat aangeefster door het bewezenverklaarde posttraumatische stressklachten heeft opgelopen, onder behandeling is bij een psycholoog en langdurige (haar)behandelingen ondergaat om het letsel wat door verdachte is aangericht te herstellen.
Gelet op de aard en de ernst van het feit en de gevolgen die dit voor de benadeelde partij heeft gehad en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, is de rechtbank van oordeel dat toewijzing van een bedrag van immateriële schade van
€ 7.500,- euro billijk is. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 7.500,- toewijzen. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren.
Conclusie
De rechtbank zal aan schade een bedrag van in totaal € 28.897,93, toewijzen, bestaande uit
€ 21.397,93 materiële schade en € 7.500,00 immateriële schade. Er is (expliciet) geen wettelijke rente gevorderd door de benadeelde partij, zodat die ook niet wordt toegewezen.
De rechtbank verklaart de vordering voor het overige deel niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor het overige deel bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 28.897,93.
Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 179 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 38v, 38w, 38z, 45, 57, 285b, 302, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Vrijheidsbenemende maatregel (38v Sr)
  • legt aan verdachte op
  • beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt in een straal van 100 meter van de woning van de ouders van aangeefster, met als adres: [adres] in [woonplaats] ;
  • zich onthoudt van contact met aangeefster [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] ;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 14 dagen hechtenis en met een maximum van zes maanden;
de politie ziet toe op handhaving van dit contact- en locatieverbod.
Vrijheidsbeperkende maatregel (38z Sr)
- legt op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Gasbrander (G3191127);
  • 2 STK Snoer (G3191122);
  • 3 STK Kabel (G3195021).
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 STK Telefoontoestel (G3190773).
Benadeelde partij [slachtoffer] (feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 primair)
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 28.897,93;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag;
  • verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mr. J.F. Haeck en mr. L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.S.M. van Duinkerken, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 april 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en
met 8 juli 2023 te [woonplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen haar
meermalen, althans eenmaal,
- tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft geslagen,
- tegen het lichaam heeft geschopt,
- met een knuppel en/of een stok, althans een hard voorwerp tegen het lichaam
heeft geslagen,
- met een (oplaad)kabel tegen het lichaam heeft geslagen, en/of
- ( met kracht) aan de haren heeft getrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en
met 8 juli 2023 te [woonplaats] [slachtoffer] heeft mishandeld door haar meermalen,
althans eenmaal
- tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam te slaan,
- tegen het lichaam te schoppen,
- met een knuppel en/of een stok, althans een hard voorwerp tegen het lichaam te
slaan,
- met een (oplaad)kabel tegen het lichaam te slaan, en/of
- ( met kracht) aan de haren te trekken;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en
met 8 juli 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland onder andere meerdere
telefoons, een laptop, geld en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke
diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- haar meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam te
slaan, en/of
- ( met kracht) voornoemde goederen uit haar handen te rukken;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en
met 8 juli 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van onder andere geld en/of sieraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] en/of een derde
toebehoorde(n), door haar meermalen, althans eenmaal
- tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam te slaan,
- ( met kracht) aan de haren te trekken, en/of
- dreigend de woorden toe te voegen "ik ga je vermoorden" en/of "ik ga jouw familie iets aandoen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] ,
althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer]
, door
- haar veelvuldig (dreigende) berichten te sturen,
- de auto en/of andere (persoonlijke) goederen van die [slachtoffer] onder zich te
houden, zodat zij hier geen beschikking over had,
- veelvuldig bij haar werk te langs te gaan,
- meermalen, althans eenmaal bedreigingen naar haar te uiten, en/of
- meermalen, althans eenmaal geweld tegen haar te gebruiken
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 8 juli 2023 te [woonplaats] ,
althans in Nederland een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere
feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht
tegen die ander en/of derden, te weten die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft
gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
- het verbreken van contact met derden,
- het overhandigen van persoonsgegevens van haar en/of haar ouders,
- het afstaan van haar auto aan hem, verdachte, en/of
- het veelvuldig bellen en/of berichten sturen naar hem, verdachte,
door meermalen, althans eenmaal
- geweld tegen haar te gebruiken,
- bij haar werk te langs te gaan, en/of
- haar dreigend de woorden toe te voegen "ik ga je vermoorden" en/of "ik ga jouw
familie iets aandoen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 11 juli 2023, genummerd PL0900-2023207500, het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 juli 2023, documentcode 20230712130511281, het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 11 oktober 2023, documentcode 20230720190811281, het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 december 2023, documentcode 20231026155811281 en het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 maart 2024, documentcode 20231026155811281, allen opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 498. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Alle opgenomen bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Pagina 16.
3.Pagina 17.
4.Pagina 68.
5.Pagina 21.
6.Pagina 22.
7.Pagina 23.
8.Pagina 24.
9.Pagina 25.
10.Pagina 26.
11.Pagina 27.
12.Pagina 27-28.
13.Pagina 28.
14.Pagina 29.
15.Pagina 31.
16.Pagina 37.
17.Pagina 39.
18.Pagina 56.
19.Pagina 58.
20.Pagina 306.
21.Pagina 295.
22.Pagina 298.
23.Pagina 301.
24.Pagina 302.
25.Pagina 303.
26.Pagina 304.
27.Een geschrift, zijnde een screenshot van bankafschrijvingen, pagina 199.
28.Pagina 47.
29.Pagina 279.
30.Pagina 280.
31.Pagina 288.
32.Pagina 65.
33.Pagina 66.
34.Pagina 108.
35.Pagina 250.