Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De voorgeschiedenis van de zaak
4.De beoordeling
€ 178,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder], een statutair bestuurder bij [verzoekster]. [Verzoekster] heeft het verzoek ingediend met als argument dat er geen grond is voor het voortduren van de arbeidsovereenkomst, onder andere vanwege verwijtbaar handelen van [verweerder] en een verstoorde arbeidsverhouding. [Verweerder] heeft echter betwist dat er een grond is voor ontbinding en heeft zich beroepen op het opzegverbod tijdens ziekte, aangezien hij zich op 22 juni 2024 ziek heeft gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het opzegverbod van toepassing is, omdat [verweerder] nog steeds arbeidsongeschikt is volgens de bedrijfsarts. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontbindingsgronden die [verzoekster] heeft aangevoerd, verband houden met de ziekte van [verweerder], waardoor het verzoek tot ontbinding is afgewezen. De rechtbank heeft ook het voorwaardelijk tegenverzoek van [verweerder] niet besproken, omdat de voorwaarde niet is vervuld. [Verzoekster] is veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].