ECLI:NL:RBMNE:2025:1637
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en een onbekende verweerder. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van de verweerder, maar de rechtbank kon de zaak niet inhoudelijk behandelen omdat eiser het griffierecht van € 53 niet had betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. Eiser had op 7 februari 2025 een aangetekende brief ontvangen waarin hem werd meegedeeld dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Aangezien de rechtbank het bedrag niet had ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser kreeg geen gelijk en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.