In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een ontheemde Oekraïner, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, waarin hem de toegang tot een opvanglocatie werd geweigerd. Dit besluit was genomen op 12 februari 2025, naar aanleiding van agressief gedrag van verzoeker, die een derde waarschuwing had ontvangen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een ordemaatregel te treffen, zodat hij toegang tot de opvang zou krijgen totdat zijn verzoek om een voorlopige voorziening op zitting kon worden behandeld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, aangezien verzoeker zonder opvang zat. De rechtbank had op dat moment nog geen dossier ontvangen van verweerder, wat de beoordeling van het besluit bemoeilijkte. Gezien de omstandigheden besloot de voorzieningenrechter het primaire besluit te schorsen, waardoor verzoeker toegang tot de opvanglocatie moest worden verleend. De voorzieningenrechter benadrukte dat deze ordemaatregel niet voor lange tijd kon voortduren en dat een zitting snel moest worden gepland om de zaak verder te behandelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd naar de betrokken partijen verzonden.