ECLI:NL:RBMNE:2025:1589
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake exploitatievergunning speelautomaten
Op 28 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster B.V. en de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit (Ksa). Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Ksa van 22 november 2024, waarbij aanvullende voorwaarden aan haar exploitatievergunning voor speelautomaten waren verbonden. Verzoekster verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij stelde dat het verwijderen van twee speelautomaten haar inkomsten zou schaden en haar voortbestaan bedreigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. Financiële belangen alleen zijn doorgaans onvoldoende voor het treffen van een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een acute noodsituatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster onvoldoende bewijs had geleverd van een dreigend financieel gevaar en dat de Ksa haar besluit voldoende had gemotiveerd. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen evident onrechtmatig besluit was en dat de Ksa gerechtigd was om voorwaarden te verbinden aan de vergunning. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.