4.3.1Parketnummer 16/255976-24 (de feiten van 9 augustus 2024)
Feit 1 en 2 (poging tot doodslag en mishandeling van [slachtoffer 1] )
Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , opgesteld door verbalisant [verbalisant 4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 8 augustus 2024 ben ik omstreeks 22.30 uur naar de woning van [verdachte] aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] in [plaats] gegaan. Ik ben naar beneden gegaan en ik ben in zijn auto gaan zitten. [verdachte (voornaam)] kwam ook naar de auto. Ik zag en voelde dat hij mijn haren vastpakte en mij naar zich toetrok. Ik kreeg toen direct een paar klappen van hem in mijn gezicht. Dit was met de vlakke hand. Ik voelde direct pijn in mijn gezicht en mijn hoofd.Ik zag dat [verdachte (voornaam)] om de auto liep en naar mij toe kwam gelopen. Terwijl ik op de grond zat kreeg ik van [verdachte (voornaam)] harde trappen op mijn linkerbeen en mijn rug. Tevens pakte [verdachte (voornaam)] mijn haren vast en begon hard aan mijn haren te trekken. Ik voelde daarna weer veel pijn.
Ik ben meegegaan naar zijn woning. Ik zag dat [verdachte (voornaam)] weer voor mij ging staan en ik kreeg van hem harde klappen in mijn gezicht. Deze klappen waren deels met de vlakke hand, maar ik kreeg ook veel stompen in mijn gezicht. Dit gebeurde met zijn beide handen. Ik voelde steeds meer pijn in mijn gezicht en mijn lijf. Ik zag en voelde dat [verdachte (voornaam)] zijn handen om mijn keel vastpakte en ik voelde dat hij mijn keel dichtkneep. Ik kreeg op dat moment geen lucht meer en ik kon niet meer ademen. Vanwege het dichtknijpen van mijn keel moest ik hoesten en ik moest overgeven. Ik ben vervolgens op de grond gevallen. Terwijl ik op de grond lag zag en voelde ik dat ik door [verdachte (voornaam)] in mijn rug werd getrapt. Ik voelde een onbeschrijfelijke pijn in mijn lijf.Ik zag het volgende letsel aan mijn lichaam:
- blauwe plek onder mijn linkerborst;
- forse blauwe plek in mijn nek;
- blauwe plek op mijn linker bovenbeen;
- rode plekken en krassen in mijn gezicht.
Tijdens het doen van de aangifte heb ik veel pijn in mijn nek, neus, hoofd
en mijn rug.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2024 kwamen wij binnen in de woning aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] in [plaats] en zagen [slachtoffer 1] op het tweepersoonsbed zitten. Wij zagen dat [slachtoffer 1] een flinke bloeduitstorting in haar hals had. Ook zagen en hoorden wij dat ze kortademig was. Wij hoorden dat [slachtoffer 1] verklaarde dat ze geen lucht kreeg. Wij zagen dat [slachtoffer 1] begon te schokken met haar lichaam. Wij zagen dat [slachtoffer 1] wankel op haar benen stond en niet zonder ondersteuning van onze armen richting de ambulance kon lopen.
Een letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD regio [plaats] , opgemaakt door [B] , Forensisch Arts in opleiding, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naam: [slachtoffer 1]
Datum letselonderzoek: 09-08-2024
Gemelde toedracht: betrokkene vertelt dat zij is mishandeld door haar partner.
Samenvatting letsel: bloeduitstortingen op rand linkeroorschelp, achter het linkeroor, voorzijde van de hals, linkerzijde borst, rechterbovenarm, rechteronderarm, rechterpols en linkerbeen; huidbeschadigingen op voorzijde linkeroorschelp, achterzijde linkeroorlel, voor- en linkerzijde hals en rechterzijde borst; zwelling linkerwang; roodverkleuring linker- en rechterzijde gelaat.
Past het gemelde tijdsinterval bij het letsel: goed.
Past de gemelde toedracht bij het letsel: goed.
Op de linkerzijde van de hals, onder de linkerzijde van de onderkaak, is een scherp begrensde onderbroken streepvormige rode huidverkleuring zichtbaar met een lengte van circa 2,5 cm met daaromheen een gebied van vlekkerige diffuse rood paarse
huidverkleuring met afmetingen van circa 6,0 bij 4,0 cm. Het is een oppervlakkige krasverwonding met daaromheen een gebied met bloeduitstorting.
Op de voorzijde van de hals is een matig scherp begrensde min of meer ovaalvormige rood paarse huidverkleuring zichtbaar met afmetingen van circa 7,0 bij 5,0 cm. met aan de bovenzijde tevens twee min of meer verticaal verlopende onderbroken streepvormige rood paarse huidverkleuringen met lengtes van circa 2,5 en 2,0 cm. Het is een bloeduitstorting met oppervlakkige krasverwondingen.
Met forensisch licht is te zien dat het volledige letsel in de hals van de onderzijde van het linkeroor tot de onderzijde van het rechteroor verloopt en dus de gehele voorzijde van de hals omvat.
Gemelde toedracht bij het letsel: betrokkene vertelt dat zij met twee handen in haar hals is vastgepakt.
Past gemelde toedracht bij letsel: goed.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2024 spraken wij met de bewoners van [straat 1] [nummeraanduiding 2] .
Wij hoorden dat de dochter zei: Wij schrokken wakker. Ik hoorde eerst geschreeuw. Mijn kamer is naast de woning van nummer [nummeraanduiding 1] . De vrouw, mijn buurvrouw, snakte naar adem, liet pijnkretenhoren en gilde een gedempte 'aaaaah'.
Het gebruik van de bewijsmiddelen
De hiervoor genoemde bewijsmiddelen worden steeds gebruikt voor het bewijs van het feit of de feiten waarop zij betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewezenverklaring van feit 2
Gelet op de hierboven genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hard aan haar haren te trekken, haar te stompen en haar te trappen (feit 2).
Bewezenverklaring van feit 1 primair
Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte [slachtoffer 1] gepoogd heeft te wurgen door haar hals dicht te knijpen en dat dit is gebeurd in de vroege ochtend van 9 augustus 2024. Verdachte heeft op de zitting voor het eerst verklaard dat de blauwe plekken in de hals van [slachtoffer 1] het gevolg zijn van de ruwe seks die zij eerder die dag hebben gehad. Verdachte heeft bij de politie echter verklaard dat de laatste keer dat zij seks hadden een paar maanden geleden was. Gelet hierop en gelet op de bewijsmiddelen vindt de rechtbank dit alternatieve scenario volstrekt ongeloofwaardig.
De raadsman heeft vervolgens bepleit dat verdachte geen opzet heeft gehad op het doden van [slachtoffer 1] , ook niet in voorwaardelijke zin. Er kan namelijk niet worden vastgesteld dat sprake was van een aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer 1] , omdat uit het dossier onvoldoende naar voren komt met welke kracht, intensiteit en hoe lang verdachte de keel van [slachtoffer 1] heeft dichtgedrukt. Daarover overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte de keel van [slachtoffer 1] met veel kracht en intensiteit moet hebben dichtgeknepen. [slachtoffer 1] heeft door het dichtknijpen van haar keel namelijk een flinke paarsblauwe bloeduitstorting over de gehele voorzijde van haar hals opgelopen (van haar linkeroor tot aan haar rechteroor). Daarbij komt dat [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij geen lucht meer kreeg en dat de politieagenten, die vlak na het incident ter plaatse waren, hoorden dat [slachtoffer 1] kortademig was. Ook zagen zij dat [slachtoffer 1] schokte met haar lichaam, wankel op haar benen stond en niet zonder ondersteuning kon lopen. De buren hebben bovendien gehoord dat [slachtoffer 1] snakte naar adem, pijnkreten slaakte en dat zij gilde.
De rechtbank oordeelt dat de aard en de intensiteit waarmee verdachte de keel van [slachtoffer 1] heeft dichtgeknepen, met zich brengt dat [slachtoffer 1] door verdachte is blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat zij zou komen te overlijden. Het is namelijk een feit van algemene bekendheid dat het op deze wijze met kracht dichtknijpen van de keel gedurende enige tijd kan leiden tot het overlijden van het slachtoffer. Naar algemene ervaringsregels is deze kans als aanmerkelijk te zien. Deze wetenschap mag ook bij de verdachte bekend worden verondersteld. Door toch op deze manier te handelen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer 1] bewust heeft aanvaard of op de koop heeft toegenomen.
De conclusie is dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag van [slachtoffer 1] (feit 1 primair).
Feit 3, 4 en 5 (wederspanningheid en bedreiging en belediging van verbalisanten)
Bewezenverklaring van feit 3, 4 en 5
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan wederspannigheid (feit 3) en aan bedreiging en belediging van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 9] (feit 4 en 5). Bij dit oordeel heeft de rechtbank de bewijsmiddelen gebruikt die hierna worden genoemd. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt voor het bewijs van het feit of de feiten waarop zij betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2024 was ik samen met collega [verbalisant 1] in [plaats] .Ik hoorde dat verdachte [verdachte] meermaals "kankerhoeren en kankerlijers" riep. Verdachte begon hevig te schreeuwen, schelden en bedreigen. Ik hoorde verdachte meermaals de volgende zinnen herhalen:
- kankermongolen;
- ik wacht je op na je werk;
- ik wacht je op en maak je kapot;
- ik ga jullie na jullie werk nog wel pakken;
- jullie zijn niet veilig op dit bureau;
- kankerhoeren.
Ik voelde nadat de transportboeien omgelegd waren bij verdachte dat hij hevig in verzet ging. Verdachte begon met zijn hele lichaam te bewegen, begon te krijsen, te trappen richting ons/goederen en verder ging met ons beledigen. Ik zag dat collega zijn hand op het gelaat legde van verdachte en hem achterover trok om hem in bedwang te houden. Ik hoorde dat collega op dat moment riep: “je moet mij niet bijten!” Ik en mijn collega moesten ons hevig inspannen om verdachte onder controle te krijgen. Ik riep meermaals dat verdachte zijn verzet moest staken.
Ik zag dat collega zijn rechteronderarm aan mij liet zien. Ik zag dat een verse bijtwond bevond aan de binnenzijde ter hoogte van zijn pols. Ik zag er bloed uit de wond liep.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2024 bevond ik mij in [plaats] met collega [verbalisant 9] .Ik hoorde dat [verdachte] de volgende dingen schreeuwen. Terwijl hij dit schreeuwde zag ik dat hij mij aankeek en dit in mijn richting riep. Ik hoorde dat hij riep:
- kankerhoertjes;
- kankermongolen;
- ik wacht je op na je werk (verdachte zei dit veelvuldig);
- ik wacht je op en maak je kapot (verdachte zei dit veelvuldig).
[verdachte] kwam meerdere malen op ongeveer vijf centimeter van mij af staan, maakte zich groot en riep bovenstaande uitspraken.
Ik hoorde [verdachte] onder andere het volgende schreeuwen:
- ik maak je dood;
- kankerflikkers;
- ik maak jullie kapot na werk, jullie gaan zien.
Ik pakte de linkerpols van [verdachte] vast en voelde dat hij met kracht zijn arm probeerde los te trekken. Ik voelde dat [verdachte] hevig en krachtig in verzet ging met zijn linkerarm en bracht zijn arm hierom iets omhoog om controle te krijgen. Ik zag dat collega [verbalisant 9] ondertussen de handboeien aansloeg om zijn rechterpols. Ik probeerde vervolgens de linkerarm van [verdachte] naar beneden te brengen zodat de handboeien ook om deze pols konden. Ik voelde op het moment dat ik zijn arm omlaag bracht dat hij deze met een krachtige ruk probeerde los te trekken.
Ik voelde dat [verdachte] nog steeds fysiek in verzet bleef gaan. Ik zag dat hij met zijn benen tegen de lift begon te trappen.Ik voelde dat zij zich ook afzette tegen de lift. Ik stond op dat moment achter [verdachte] . Ik stond met mijn rug tegen de muur aan en kon geen kant op en werd tegen de muur gedrukt. Ik voelde ondertussen dat [verdachte] los probeerde te komen en met zijn gehele lichaam heen en weer trok om los te komen. Ik trok het hoofd van [verdachte] achterover. Ik voelde dat [verdachte] mij hard beet. Ik voelde een hevige pijnscheut door mijn arm en een prikkend gevoel. Ik riep naar collega [verbalisant 9] dat ik gebeten werd. Ik voelde dat [verdachte] zijn tanden diep in mijn pols drukte en mij vast hield. Ik voelde dat [verdachte] zijn tanden in mij hield terwijl ik zijn hoofd naar achteren haalde. Ik keek direct naar mijn pols en zag een wond. Ik zag dat deze wond direct begon te bloeden en zag dat mijn huid los was gekomen.
Ik voelde dat, ondanks de nekklem en controle, [verdachte] bleef proberen om los te komen. Gedurende bovenstaande gevecht bleef [verdachte] alle bovenstaande beledigingen en bedreigingen uiten. Ik voelde veel pijn in mijn rechter onderarm en zag zichtbaar letsel. Ik keek naar mijn pols en zag direct een bloedende wond. Ik zag een wond van ongeveer één bij één centimeter en zag dat hier bloed uit kwam.
Toen [verdachte] bij het dienstvoertuig stond hoorde ik hem het volgende zeggen:
- jullie gaan kapot;
- kankerflikkers;
- jullie zijn niet meer veilig.
Feit 6 (niet meewerken aan adem- en bloedonderzoek)
Bewezenverklaring van feit 6
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte niet heeft voldaan aan een bevel om mee te werken aan een adem- en bloedonderzoek. Bij dit oordeel heeft de rechtbank het volgende bewijsmiddel gebruikt.
Een proces-verbaal gebruik middelen bij geweldsdelicten, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 11] , [verbalisant 10] en [verbalisant 12] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 augustus 2024 werd een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van middelen ten tijde van het plegen van bedreiging door verdachte: [verdachte] , [verdachte (voornaam)] .Ik heb de verdachte bevolen zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek uitgeademde lucht als bedoeld in artikel 55e lid 1 Wetboek van Strafvordering. Vervolgens is de verdachte meegedeeld, dat een weigering van dit onderzoek strafbaar is gesteld. De verdachte weigerde mee te werken aan het onderzoek uitgeademde lucht. Daarbij schreeuwde de verdachte: "Ik werk helemaal nergens aan mee! Op 9 augustus 2024 heb ik, [verbalisant 12] , de verdachte bevolen zijn medewerking te verlenen aan een bloedonderzoek als bedoeld in artikel 55e lid 3 Wetboek van Strafvordering. De verdachte weigerde, na mededeling van de gevolgen daarvan, mee te werken aan het bloedonderzoek.
4.3.2Parketnummer 16/167279-24 (de feiten van 19 mei 2024)
Feiten 1 en 3 (vernieling en mishandeling)
Bewezenverklaring van feit 1 en 3
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte winkelgoederen en een stellingkast van [slachtoffer 2] heeft vernield (feit 1) en [slachtoffer 2] heeft mishandeld (feit 3). Bij dit oordeel heeft de rechtbank de bewijsmiddelen gebruikt die hierna worden genoemd. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt voor het bewijs van het feit of de feiten waarop zij betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , opgesteld door verbalisant [verbalisant 13] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik werk in de nachtwinkel [winkel] , gevestigd in [plaats] . Op 19 mei 2024 kwam er een man binnen gelopen.Hij kwam op enig moment naar mij toe gelopen en duwde mij tegen het raam aan achter de kassa. Ik zag dat hij een stelling beetpakte. Ik zag ineens de stelling omvallen. Ik zag dat de stelling kapot viel en alle snoep daardoor verspreid op de grond lag. Ik kan deze stelling niet meer gebruiken omdat deze verbogen is. Ik zag dat ik bloed aan mijn hand en hoofd had. Ik had voor het conflict met de man nog geen pijn of letsel.
Een proces-verbaal, opgesteld door verbalisant [verbalisant 14] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er zijn beelden beschikbaar gesteld door de nachtwinkel [winkel] . De opnamen werden door mij bekeken.
19/05/2024:
Ik zie dat verdachte [verdachte] naast de kassa staat en de eigenaar van de winkel duwt. Ik zie dat de eigenaar van de winkel naar achter valt. De eigenaar van de winkel is genaamd: [slachtoffer 2] , [slachtoffer 2 (voornaam)] .
Ik zie dat verdachte [verdachte] naar achteren loopt en naar de stelling van drankflessen loopt. Uit deze stelling pakt hij een fles en gooit die op de grond.
Ik zie dat verdachte [verdachte] naar achteren loopt en naar de stelling van de drankflessen loopt. Ik zie dat verdachte [verdachte] naar links is gelopen net buiten beeld van de camera. Wel zie ik zijn zwarte schoen in beeld. Ik zie dat de eigenaar van de winkel [slachtoffer 2] een harde duw krijgt en daardoor komt te vallen.
Ik zie dat waarschijnlijk verdachte [verdachte] , die daar nog staat, met zijn hand de stelling met daarop snoep omver trekt. De stelling valt bovenop de eigenaar van de nachtwinkel [slachtoffer 2] .
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 15] en [verbalisant 13] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 19 mei 2024 liep ik richting de nachtwinkel [winkel] . Ik zag dat in de winkel een stellage op de vloer lag. Ik zag dat de metalen platen van de stellage krom en verbogen waren.
Feit 2 (niet meewerken aan adem- en bloedonderzoek)
Bewezenverklaring van feit 2
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte niet heeft voldaan aan een bevel om mee te werken aan een adem- en bloedonderzoek. Bij dit oordeel heeft de rechtbank de volgende bewijsmiddelen gebruikt.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 16] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 19 mei 2024 was ik in [plaats] . Ik vertelde de verdachte [verdachte] dat hij verplicht was om mee te werken en ik zijn medewerking aan de ademanalyse beval. Ik hoorde de verdachte hierop zeggen dat hij helemaal nergens aan mee ging werken. Ik vertelde hem dat dit negatieve gevolgen voor hem zou hebben en hij dan een strafbaar feit zou plegen wat het voor hem niet beter zou maken. Ik hoorde de verdachte zeggen: "Dat maakt mij niks uit, ik doe helemaal niks." Ik beval de verdachte tevens de medewerking aan een bloedproef. Ik hoorde de verdachte hierop zeggen dat hij nergens aan mee ging werken.
Een proces-verbaal van verhoor, opgesteld door verbalisant [verbalisant 14] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Nadat je was aangehouden door de politie weigerde je mee te werken aan een blaastest. Waarom weigerde dat?
A: Ik was het gewoon zat hoe ze met mij omgaan en wilde daarom nergens aan meewerken.
4.3.3Parketnummer 16/197877-24 (de feiten van 17 juni 2024)
Feit 1 (belediging verbalisanten)
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging van de verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 17] (feit 1). Bij dit oordeel heeft de rechtbank de bewijsmiddelen gebruikt die hierna worden genoemd.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 juni 2024 kwam ik samen met collega [verbalisant 3] ter plaatse in [plaats] . Ik hoorde dat [verdachte] constant schreeuwde: 'Ik neuk jullie kankermoeder'.
Ik zag dat hij met rondspattend speeksel gemengd met zijn bloed in de richting van mijn gezicht schreeuwde. Ik voelde dat dit speeksel, gemengd met zijn bloed, in mijn gezicht kwam.Ik hoorde dat hij onder andere meerdere malen herhaalde: 'Ik neuk je kankermoeder'.
Ik zag dat [verdachte] meerdere keren een spugende beweging maakte waarbij bloed en speeksel in onze richting kwam. Ik zag dat [verdachte] zijn hoofd in mijn richting wendde en naar mij spuugde. Ik voelde dat hiervan meerdere druppels speeksel, al dan niet in combinatie met bloed, in mijn gezicht kwamen. Ik zag dat op mijn uniform meerdere bloedspetters door de spuug van [verdachte] waren gekomen. Ik hoorde dat collega [verbalisant 18] tegen mij zei dat er bloed in mijn haar, aan de achterzijde van mijn hoofd, zat.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was op 17 juni 2024 samen met verbalisant [verbalisant 2] in [plaats] . Ik zag dat [verdachte] zich richting verbalisant [verbalisant 2] bewoog. Ik hoorde dat [verdachte] aan het schelden was.Ik zag dat [verdachte] in het dienstvoertuig ging zitten. Ik zag dat hij op dat moment met zijn gezicht richting mij keerde. Ik zag dat hij een spugende beweging maakte. Ik zag dat er spuug uit zijn mond kwam. Ik zag de spuug op mijn uniform terecht kwam. Ik zag dat verbalisant [verbalisant 2] naast mij stond. Ik zag dat [verdachte] nogmaals een spugende beweging maakte. Ik zag dat er spuug uit zijn mond kwam. Ik zag dat de spuug in de richting van verbalisant [verbalisant 2] ging. Ik zag dat verbalisant [verbalisant 17] op de verdachte ging zitten. Ik hoorde dat de verdachte continu aan het spugen en aan het schreeuwen was.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 17] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 juni 2024 was ik in [plaats] . Ik zag een manspersoon lopen, [verdachte] . Onderweg naar het politiemotorvoertuig hoorde ik dat de verdachte verbaal agressief worden. Ik hoorde hem in woorden van gelijke strekking zeggen dat:
- hij mijn moeder ging neuken;
- hij mijn vriendin ging neuken.
Vervolgens zag ik dat [verdachte] zijn hoofd naar verbalisant [verbalisant 3] toedraaide bloed zijn richting op spuugde. Tijdens het vervoer zag ik dat de [verdachte] meerdere keren bloed uit zijn mond spuugde.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 20] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De camerabeelden zijn gemaakt door een bodycam die werd gedragen door verbalisant. Ik zag dat het ging om een bestand van 17 juni 2024. Ik bekeek de beelden.
Ik zie dat de collega's, de man naar het dienstvoertuig begeleiden. Ik hoor dat de man het volgende zegt:
- ik neuk jou en je kankermoeder en je kanker vrouw;
- neem mij maar mee kankerhoeren.
Ik zie dat de collega's de man in het dienstvoertuig plaatsen. Ik zie dat de man, verbalisant recht aankijkt en in zijn richting spuugt.
Ik zie dat de man in de richting van de vrouwelijke verbalisant kijkt en in haar richting spuugt.
Feiten 2 en 3 (belediging van [slachtoffer 3] en mishandeling van [slachtoffer 4] )
Bewezenverklaring feiten 2 en 3
De rechtbank komt tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging van [slachtoffer 3] (feit 2) en mishandeling van [slachtoffer 4] (feit 3). Bij dit oordeel heeft de rechtbank de bewijsmiddelen gebruikt die hierna worden genoemd. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt voor het bewijs van het feit of de feiten waarop zij betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , opgesteld door verbalisant [verbalisant 18] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 juni 2024 omstreeks 19.45 uur was ik werkzaam in mijn snackbar [snackbar] te [plaats] . Er kwam een man naar binnen. Ik zag en ik voelde dat de man met zijn linkerhand tegen de rechterkant van mijn gezicht sloeg. Ik voelde dat dit pijn deed en ik zag later dat deze zijde van mijn gezicht rood was.
Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , opgesteld door verbalisant [verbalisant 18] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 17 juni 2024 omstreeks 19.45 uur was ik werkzaam in mijn snackbar [snackbar] te [plaats] . Er kwam een man naar binnen. Ik zag en ik voelde dat de man mij in mijn gezicht spuugde met bloed. Ik veegde het bloed van mijn gezicht.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisant [verbalisant 19] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 17 juni 2024 om 19.43 uur vond er een mishandeling plaats. Dit is gebeurd in de snackbar [snackbar] aan de [straat 2] te [plaats] . De snackbar werd met camera’s bewaakt. Ik bekeek de beelden. Ik zag dat het ging om een bestand van 19.40 uur en 19.45 uur. De datum en tijd waren continu in beeld.
19:43: te zien is dat de man om de toonbank loopt en de medewerker eerst bij zijn hoofd vastpakt en vervolgens in zijn gezicht.
19:43: op deze beelden is te zien dat een vrouwelijke medewerker met haar handen haar gezicht afveegt.