In deze zaak vordert Budget Thuis B.V. betaling van € 37.377,90 van de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] voor geleverde energie in de periode van december 2020 tot en met december 2023. De vordering is gebaseerd op geschatte meterstanden, aangezien de elektriciteitsmeter van [gedaagde sub 1] kapot was. Budget Thuis heeft de hoeveelheid geleverde energie voor een deel geschat, wat door [gedaagde sub 1] wordt betwist. De rechtbank heeft geoordeeld dat Budget Thuis een nieuwe berekening moet overleggen, omdat bij een deel van de schatting een te hoog gemiddeld energieverbruik is gehanteerd. De zaak is behandeld in een enkelvoudige procedure en de rechtbank heeft op 12 maart 2025 een tussenvonnis gewezen. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten verder toe te lichten en heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot de nieuwe berekening is ingediend. De zaak zal opnieuw op de rol komen op 9 april 2025 voor het nemen van een akte door Budget Thuis.