Uitspraak
RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11583480 \ AV EXPL 25-17 WMB/61313
Vonnis in kort geding van 15 april 2025
in de zaak van
STICHTING PORTAAL,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Portaal,
gemachtigde: [gemachtigde] ( [functie] bij Portaal),
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.A. Spigt.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 21 maart 2025;
- de akte met aanvullende producties van Portaal;
- de akte met producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 1 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Portaal;
- de pleitnota van [gedaagde] .
- de akte met aanvullende producties van Portaal;
- de akte met producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 1 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Portaal;
- de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Portaal is op de mondelinge behandeling verschenen, vertegenwoordigd door mevrouw [A] en de heer [B] , beide medewerkers bij Portaal, en haar gemachtigde, [gemachtigde] , [functie] bij Portaal. [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Spigt. Ook mevrouw [buurvrouw] , buurvrouw van [gedaagde] , was bij de zitting aanwezig.
1.3.
Aan het eind van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat er een vonnis zal worden gewezen.
2.De kern van de zaak
2.1.
[gedaagde] huurt van Portaal sinds 15 april 2021 de woning aan de [adres] in ( [postcode] ) [plaats] (hierna: de woning). Volgens Portaal veroorzaakt [gedaagde] al jaren geluids- en stankoverlast voor zijn buren. Portaal wil daarom (primair) dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen of (subsidiair) dat [gedaagde] voorwaardelijk wordt veroordeeld om de woning te ontruimen op straffe van een dwangsom, onder de voorwaarde dat hij zich aan een gedragsaanwijzing houdt, of (meer subsidiair) dat de kantonrechter een andere passende beslissing neemt. Daarnaast wil Portaal dat [gedaagde] wordt veroordeeld om een gebruiksvergoeding te betalen, zolang hij de woning niet ontruimd aan Portaal ter beschikking heeft gesteld. [gedaagde] weigert te ontruimen of een gedragsaanwijzing te ondertekenen, omdat hij ontkent dat hij overlast veroorzaakt. De kantonrechter zal de (primaire) vorderingen van Portaal toewijzen, maar met een langere ontruimingstermijn dan is gevorderd. Hierna wordt uitgelegd waarom.
3.De beoordeling
Portaal heeft spoedeisend belang bij haar vorderingen
3.1.
Portaal vordert in dit kort geding een voorlopige voorziening, die inhoudt dat [gedaagde] de woning moet ontruimen. Die voorlopige voorziening kan alleen worden toegewezen als Portaal daar een spoedeisend belang bij heeft. Portaal heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat een vordering tot ontruiming gebaseerd op voortdurende overlast en de onmogelijkheid om met bemiddeling of hulpverlening tot een oplossing te komen naar zijn aard spoedeisend is.
Het is aannemelijk dat de huurovereenkomst in de bodemprocedure zal worden ontbonden
3.2.
Portaal vraagt de kantonrechter in deze kortgedingprocedure om de woning te ontruimen vooruitlopend op een (mogelijke) ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure. De vraag die de kantonrechter in deze zaak moet beantwoorden, is of [gedaagde] zodanig overlast voor zijn buren veroorzaakt dat het daardoor aannemelijk is dat de kantonrechter in de bodemprocedure de huurovereenkomst tussen Portaal en [gedaagde] zal ontbinden. Bovendien moet vast staan dat van Portaal in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij [gedaagde] nog langer gebruik laat maken van de woning. Daarbij gaat het om een afweging van de belangen van partijen.
3.3.
Bij een huurovereenkomst geldt als uitgangspunt dat een huurder zich als goed huurder moet gedragen. [1] Als een huurder overlast veroorzaak voor zijn buren, kan dat daarom een reden zijn voor de verhuurder om tegen de huurder op te treden of om de huurovereenkomst te ontbinden, omdat hij zich dan niet als goed huurder gedraagt. Bij de vraag of een ontbinding vanwege overlast gerechtvaardigd is, is het van belang wat de aard, de ernst en de frequentie van de overlast is.
3.4.
In dit geval is apart in de huurovereenkomst opgenomen dat [gedaagde] geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. [2] Portaal heeft dus het recht om tegen [gedaagde] op te treden als hij overlast veroorzaakt voor zijn buren, omdat hij zich dan niet aan zijn huurovereenkomst houdt (en zich niet als goed huurder gedraagt). Anders dan (de gemachtigde van) [gedaagde] heeft betoogd, hoeft Portaal daarmee niet af te wachten totdat zijn buren een vordering tegen Portaal instellen omdat zij overlast van hem ervaren.
3.5.
De kantonrechter is van oordeel dat het aannemelijk is dat de huurovereenkomst in de bodemprocedure zal worden ontbonden, omdat [gedaagde] gedurende de afgelopen jaren bijna dagelijks geluids- en/of stankoverlast heeft veroorzaakt voor zijn omwonenden.
[gedaagde] veroorzaakt veel en ernstige geluidsoverlast voor zijn buren
3.6.
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] gezegd dat hij zich niet herkent in de overlastklachten die bij Portaal tegen hem zijn ingediend door zijn buren. Volgens hem zijn de klachten overdreven en wordt het hem door twee van zijn buren onmogelijk gemaakt om op een normale manier in zijn woning te leven, omdat zij al bij het minste of geringste geluid de politie bellen en/of een klacht tegen hem indienen. Hij erkent dat hij gedurende meer dan een jaar aan de woning en de tuin heeft geklust toen hij in de woning trok in april 2021, maar zegt dat het kluswerk nu al sinds anderhalf jaar is afgerond en hij sindsdien alleen maar af en toe onderhoud pleegt. Volgens hem werd hij door de bedoelde buren gelijk bij de eerste ontmoeting als boeman weggezet en werden er allerlei eisen aan hem gesteld. Het feit dat Portaal naar aanleiding van de meldingen van die buren hem nu het huis uit wil zetten, ervaart hij daarom als een onterechte straf.
3.7.
Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de druk die [gedaagde] door deze procedure ervaart, is het duidelijk geworden dat de situatie voor de buren van [gedaagde] ondertussen onhoudbaar is geworden door de geluiden die [gedaagde] maakt in zijn woning en tuin. Uit de vele meldingen en videofragmenten die door de buren gedurende de afgelopen jaren zijn gemaakt, blijkt dat [gedaagde] bijna elke dag herrie veroorzaakt door gebruik te maken van zwaar klusapparatuur (boren, decoupeerzaag, compressor), door harde bonkende geluiden te maken met timmerwerkzaamheden en/of werkzaamheden met stenen in zijn tuin, en door het sleutelen aan zijn scooter.
3.8.
Naar oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat de twee buren waarvan de meldingen afkomstig zijn, hem onterecht als boeman wegzetten. In de overgelegde videofragmenten is te zien dat in ieder geval een van hen (mevrouw [buurvrouw] , de directe buurvrouw van [gedaagde] ) op straat het gesprek met [gedaagde] aangaat over de situatie en hem probeert uit te leggen dat zij heeft overwogen om te verhuizen vanwege de overlast. Daarbij komt ook ter sprake dat zij ten einde raad is, aangezien [gedaagde] de eerder met haar en Portaal gemaakte afspraken over specifieke klustijden niet kan of wil nakomen. Dat gesprek komt op de kantonrechter niet over als een onwelwillende beschuldiging, maar eerder als een poging om [gedaagde] te doordringen van wat de aanhoudende herrie bij haar teweegbrengt.
3.9.
Dat de klachten van de buren niet overdreven zijn en dat de herrie ook in de afgelopen anderhalf jaar nog steeds voor is blijven komen, blijkt verder uit het geluidsonderzoek dat in opdracht van Portaal bij de directe buurvrouw van [gedaagde] is uitgevoerd in de periode van 14 tot en met 22 mei 2024. Voor het onderzoek zijn er met behulp van een microfoon en een trillingsopnemer metingen gemaakt van het geluidsniveau in haar woning, waarbij 34 keer klusgeluiden zijn gemeten die de grenswaarden voor burengeluid overstijgen. De conclusie in het onderzoeksrapport is dat er dagelijks sprake is van ontoelaatbaar veel geluidshinder die door [gedaagde] wordt veroorzaakt.
3.10.
Gelet op de klachten en het onderzoeksrapport, is het voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van langdurige en ernstige geluidsoverlast die door [gedaagde] wordt veroorzaakt.
[gedaagde] veroorzaakt stankoverlast voor zijn buren
3.11.
Daar komt bij dat de buren al gedurende lange tijd meldingen maken van stankoverlast, omdat [gedaagde] in zijn tuin spullen verbrandt en/of aan zijn scooter sleutelt. Uit de meldingen blijkt dat er al vaker een zodanige brand- en benzinelucht de huizen van de buren in is getrokken, dat zij hun ramen dichthouden uit angst voor hun gezondheid. [gedaagde] erkent dat buren last hadden van de buitenhaard die hij in zijn tuin heeft gebouwd, maar zegt dat hij de buitenhaard om die reden al twee jaar niet meer aan heeft gehad. Daarnaast zegt hij dat hij zijn scooter ondertussen heeft verkocht.
3.12.
Uit wat [gedaagde] heeft gezegd, begrijpt de kantonrechter dat er volgens hem al een tijd geen sprake meer kan zijn van stankoverlast. Dat strookt echter niet met de meldingen en videofragmenten die in de afgelopen maanden nog door de buren zijn gemaakt, waarin onder andere te zien is dat [gedaagde] aan het werk is met een gasbrander. De stankoverlast kan dus misschien minder zijn geworden omdat [gedaagde] zijn scooter heeft verkocht, maar duidelijk is dat [gedaagde] nog steeds dingen doet in zijn tuin waardoor de buren last hebben van stank.
Van Portaal kan niet worden verlangd dat [gedaagde] nog langer in de woning mag blijven
3.13.
Gelet op de langdurige en ernstige geluids- en stankoverlast die [gedaagde] veroorzaakt, is het aannemelijk dat de huurovereenkomst in de bodemprocedure zal worden ontbonden. Om een ontruiming in dit kort geding toe te kunnen wijzen is het echter ook nodig dat het belang van Portaal bij een ontruiming zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven wonen. De kantonrechter oordeelt dat dat het geval is.
3.14.
Portaal heeft een direct en zwaarwegend belang om een einde te maken aan de onhoudbare situatie die door [gedaagde] is ontstaan. Anders dan (de gemachtigde van) [gedaagde] heeft betoogd, is het wel degelijk een taak van Portaal om als woningcorporatie te waken voor de leefbaarheid in de wijken waarin haar woningen gelegen zijn. Die taak is geen abstracte inspanningsverplichting, maar een concrete opdracht om op te treden als haar huurders omwonenden schaden door de manier waarop zij van hun huurwoning gebruikmaken. Die opdracht heeft Portaal in dit geval ter harte genomen, waarbij zij bovendien oog heeft gehad voor de belangen van [gedaagde] zelf. Uit de overgelegde stukken blijkt dat Portaal al vanaf 2022 continu met [gedaagde] over de klachten in gesprek is en hem telkens heeft geprobeerd te doordringen van de ernst van de overlast, onder andere door het onderzoeksrapport met hem te bespreken. Daarbij heeft Portaal zich bovendien ingespannen om onafhankelijke hulp te verzorgen voor [gedaagde] door hem aan te melden bij het wijkteam en Team BAS (bemoeizorg). Die hulp is door [gedaagde] telkens afgeslagen en op de zitting heeft hij aangegeven dat hij die handreikingen van Portaal juist als druk ervaart.
3.15.
Het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven wonen is vanzelfsprekend erg groot, omdat het voor hem, zeker in de huidige woningmarkt, moeilijk zal zijn om een andere woning te vinden. De kantonrechter is zich er daarnaast van bewust dat [gedaagde] zich in een uiterst kwetsbare positie bevindt, omdat hij al eerder een tijd in daklozenopvang heeft moeten wonen voordat hij in de woning trok en de woning een kans was voor hem om een nieuwe start te maken.
3.16.
Het feit dat [gedaagde] , ook na alle handreikingen van Portaal, niet inziet dat hij op verschillende manieren overlast veroorzaakt, alle hulp afslaat en niet lijkt te begrijpen wat zijn gedrag voor invloed heeft op zijn buren, maakt echter dat het in redelijkheid niet meer van Portaal kan worden verlangd dat zij [gedaagde] nog langer van de woning gebruik laat maken. Er is namelijk geen reden om te verwachten dat [gedaagde] zijn gedrag zal aanpassen en dat de situatie zal verbeteren. Er zijn bovendien al twee keer eerder concrete afspraken gemaakt met [gedaagde] (via buurtbemiddeling en via Portaal), die [gedaagde] niet is nagekomen. Hij heeft verder geweigerd een gedragsaanwijzing te tekenen, omdat hij die niet wil of kan nakomen. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om in plaats van een ontruiming een gedragsaanwijzing te geven en zal [gedaagde] veroordelen om de woning te ontruimen.
[gedaagde] krijgt drie maanden de tijd om te ontruimen
3.17.
De kwetsbare positie van [gedaagde] is wel aanleiding om de termijn voor de ontruiming te verlengen. In plaats van veertien dagen, krijgt [gedaagde] drie maanden de tijd om de woning te ontruimen, zodat hij de tijd heeft om een nieuwe woning te zoeken.
3.18.
Zolang [gedaagde] de woning niet heeft ontruimd en goed heeft opgeleverd aan Portaal, moet hij voor elke maand of een deel van de maand de normale huurprijs betalen van € 644,89. Op de zitting heeft Portaal aangegeven dat [gedaagde] bij de oplevering de aanpassingen aan de woning (de verbouwingen in de tuin en het vogelhuis in de woning) door de volgende huurder mag laten overnemen, maar dat hij die weg moet halen als de volgende huurder dat niet wil.
[gedaagde] moet de proceskosten van Portaal betalen
3.19.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Portaal worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
€
146,14
- griffierecht
€
135,00
- salaris gemachtigde
€
543,00
- nakosten
€
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
959,14
De vorderingen worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.20.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
4.De beslissing
De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 3 maanden na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] in ( [postcode] ) [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Portaal zijn of met instemming van Portaal aan een opvolgend huurder zijn overgedragen, de woning ter beschikking te stellen aan Portaal en de sleutels af te geven aan Portaal;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om, voor zolang de woning aan de [adres] in ( [postcode] ) [plaats] niet in zijn geheel ontruimd en leeg aan Portaal ter beschikking is gesteld, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Portaal voor iedere maand (waarbij een gedeelte van een maand als een maand zal gelden) een bedrag te betalen van € 644,89 – of zoveel hoger als bij wettelijke huurverhoging is toegestaan – te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen ingaande de vijfde dag van de maand waarop deze termijn betrekking heeft tot aan de dag van de algehele voldoening;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 959,14, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met:
- de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
- de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. Werner en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2025.