ECLI:NL:RBMNE:2025:1528

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
16/101919-22, 16/224989-23 en 16/222916-23 (gev. ttz); 96-101284-22 (vord. tul); 96-168226-22 (vord. tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedrijfsinbraak en diefstal bij supermarkt met DNA-bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder een bedrijfsinbraak en een winkeldiefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat het DNA van de verdachte is aangetroffen op een kartonnen plaat in het bedrijfspand waaruit goederen zijn gestolen. Dit bewijs leidde tot een veroordeling voor de inbraak in Amersfoort, waarbij de verdachte samen met anderen elektrische steps en mondkapjes heeft gestolen. De rechtbank heeft echter de verdachte vrijgesproken van de diefstal bij FedEx Express, omdat het bewijs niet overtuigend genoeg was om zijn betrokkenheid te bevestigen. De verdachte had een alternatief scenario gepresenteerd dat niet kon worden weerlegd door de beschikbare bewijsmiddelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee dagen, met aftrek van het voorarrest, en een taakstraf van 140 uur. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van acht maanden en de recidive van de verdachte, wat heeft geleid tot een lagere straf dan oorspronkelijk door de officier van justitie was gevorderd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/101919-22, 16/224989-23 en 16/222916-23 (gev. ttz); 96-101284-22 (vord. tul); 96-168226-22 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 januari 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] , [woonplaats] ,
(hierna: verdachte).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 januari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Harmsen en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
16/101919-22
in de periode 18 augustus 2021 tot en met 19 augustus 2021 in Amersfoort samen met anderen meerdere goederen van [aangever 1] heeft gestolen door middel van braak, namelijk:
- 40 stuks Moovway I-pro elektrische steps en/of
- 50 stuks Moovway easy Trott 26 elektrische steps en/of
- een onbekend aantal wegwerp mondkapjes;
16/224989-23
primair:op 10 januari 2023 in Utrecht samen met anderen meerdere pakketten van FedEx Express heeft gestolen doormiddel van braak;
subsidiair:op diezelfde datum en dezelfde locatie een poging hiertoe heeft gedaan;
16/222916-23
op 23 maart 2023 in Vinkeveen vier flessen HG, twee broodjes en een bakje tonijnsalade heeft gestolen van Albert Heijn.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een oordeel kan geven over de vraag of verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, moet worden beoordeeld of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle drie de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle drie de ten laste gelegde feiten.
Voor zover van belang wordt hierna op de standpunten van de officier van justitie en de verdediging ingegaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van de diefstal op 10 januari 2023 bij FedEx Express
Bij de loods waaruit pakketten van FedEx Express zijn weggenomen is op het parkeerterrein een witte bestelbus aangetroffen. In de bus lagen verschillende pakketten. Het DNA van verdachte is op verschillende plekken in de bus aangetroffen. Ook lag er een huurcontract in de bus, waaruit bleek dat deze op 9 januari 2023 om 20:00 uur was gehuurd door verdachte.
Verdachte heeft een alternatief scenario aangevoerd, dat er op neer komt dat hij de bus had gehuurd voor een kennis met de naam [A] , die hem via Snapchat had benaderd. Verdachte zou een klus doen voor [A] , waarbij spullen verplaatst moesten worden. Daarvoor was het nodig om een bus te huren. Verdachte heeft [A] vervolgens met de gehuurde bus opgehaald. Eenmaal in de bus bood [A] hem wit poeder aan. Nadat verdachte het witte poeder had ingenomen begon hij zich niet lekker te voelen. Op een gegeven moment verloor verdachte zijn bewustzijn en is hij op 10 januari 2023 rond 04:00 uur wakker geworden op straat in Lelystad. Hij wist nog wel dat [A] de bus had meegenomen en hem op straat had achtergelaten, maar verder herinnert verdachte zich niets meer van wat er die avond is gebeurd. Verdachte heeft kort daarna contact opgenomen met de politie om aangifte te doen van de door [A] meegenomen bus. Verdachte heeft contactgegevens van [A] aan de politie gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat er DNA van verdachte in de bestelbus is aangetroffen onvoldoende bewijs is dat hij betrokken zou zijn geweest bij de uitvoering van de inbraak en de diefstal van de pakketten. Bovendien heeft verdachte een alternatief scenario geschetst, dat niet kan worden weerlegd door de bewijsmiddelen. De rechtbank vindt deze verklaring ook niet geheel onaannemelijk of ongeloofwaardig. Hierbij is van belang dat verdachte steeds hetzelfde heeft verklaard over wat er is gebeurd. Ook heeft verdachte gegevens aan de politie verstrekt over [A] , wat zijn verklaring enigszins verifieerbaar maakt.
De rechtbank acht dus niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit onder parketnummer 16/224989-23 heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Diefstal op 18 en 19 augustus 2021 in Amersfoort bij ‘ [bedrijf] ’
Bewijsmiddelen [1]
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] inclusief de bijlage goederen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn bedrijfspand. Ik ben eigenaar van het bedrijf " [bedrijf] ". Dit bedrijf handelt met name in elektrische "gadgets" zoals elektrische steps en trikes. Ik huur twee bedrijfspanden aan de [adres 2] te [vestigingsplaats] . Eén pand gebruik ik deels als winkel, het tweede deel gebruik ik als opslag. De diefstal heeft plaatsgevonden in dit "tweede" deel.
Op woensdag 18 augustus 2021 omstreeks 21.45 uur sloot ik het pand af. Toen ik het
pand afsloot zag ik dat al mijn voorraad nog opgestapeld stond op de diverse pallets.
Op donderdag 19 augustus 2021 omstreeks 10.30 uur openden mijn vader en neef de
winkel. Zij ontdekten dat een groot deel van de voorraad weg was. Hierop ben ik
meteen naar het bedrijf gekomen. Ik zag dat, links bovenin het plafond van mijn "tweede deel", een gat van ongeveer een meter doorsnede zat. Ik zag dat er diverse dozen opgestapeld stonden onder dit gat. Ik zag dat er veel goederen weg waren. Ik zag dat er minimaal twee pallets leeg waren die eerder nog 22 elektrische steps per pallet bevatten. Ook zag ik dat er diverse dozen met mondkapjes weg waren. [2]
Bijlage goederen [3] :
- 40 elektrische steps (Moovway I-PrO);
- 50 elektrische steps (Moovway Easy Trott Z6);
- 40 Drift Trikes;
- onbekend aantal wegwerpmondkapjes.
Een proces-verbaal van bevindingen ter plaatse, genummerd PL0900-2021264582-7, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ter plaatse zagen ook wij dat de inbrekers via het dak binnen waren gekomen. Ik ben
met een ladder het dak opgeklommen. Op het dak zag ik dat er op de looproute naar het
gat, op 1 meter van de rand van het dak, een mondkapje lag. Ongeveer 10 meter verder
hadden de verdachten een gat in het dak geslepen of gebroken. Ik zag dat er rond dit
gat een schroevendraaier en een joint lag. Eenmaal weer beneden gekomen kwam de
eigenaar naar ons toe dat hij aan de binnenzijde van het pand een kartonnen plaat
gevonden had waar een bloedvlek op zat. Hij had deze plaat onder het gat vandaan gepakt. [4]
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goednummer: PLO900-2021264582-2864344;
Bijzonderheden: Kartonnen plaat met bloedafdruk. [5]
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0900-2021264582-2864349;
Object: schroevendraaier;
Bijzonderheden: naast het gat van de inbraak. [6]
Een proces-verbaal vooronderzoek lab, genummerd PL0900-2021264582-16, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Sporendragers
Goednummer: PL0900-2021264582-2864344;
SIN: AANR4362NL;
Bijzonderheden: kartonnen plaat met bloedafdruk.
Goednummer: PL0900-2021264582-2864349;
SIN: AANR4361NL;
Object: schroevendraaier;
Bijzonderheden: naast het gat van de inbraak. [7]
Veiliggestelde sporen
Spoornummer: PL0900-2021264582-170913;
SIN: AAPD5437NL;
Relatie met SIN: AANR4362NL;
Plaats veiligstellen: Aanr4362nl doos: bloedspoor op lange kant karton.
Spoornummer: PL0900-2021264582-170914;
SIN: AAPD5438NL;
Relatie met SIN: AANR4361NL;
Plaats veiligstellen: Aanr4361nl schroevendraaier: gehele handvat. [8]
Een NFI rapport DNA-onderzoek van 16 december 2021, opgemaakt door A.I. Berghout, MSc, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 Resultaten interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek [9]
SIN en
omschrijving
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans
AAPD5437NL#0l
Bloed
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAPD5438NL#01
Epitheel
DNA-profiel van een man
[medeverdachte]
kleiner dan één op één miljard
Tabel 2 Overzicht opgenomen en vergeleken DNA-profielen
SIN
Datum opname
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
DNA-profielcluster
AAPD5437NL#0l
14-12-2021
[verdachte]
24678
AAPD5438NL#01
14-12-2021
[medeverdachte]
40615
Bewijsoverweging
Het DNA van verdachte is aangetroffen in een bloedvlek op een kartonnen plaat. De plaat lag in het bedrijfspand waaruit de elektrische steps en mondkapjes zijn gestolen, onder het gat dat in het dak was gemaakt om binnen te komen. De rechtbank stelt vast dat DNA-bewijs in de vorm van bloed en dat onder deze omstandigheden is aangetroffen een daderspoor betreft. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat dit daderspoor op het plaats delict is aangetroffen. De stelling dat het bloed van verdachte bij het retourneren van een pakketje op de kartonnen plaat terecht heeft kunnen komen, heeft verdachte op geen enkele manier concreet gemaakt en/of onderbouwd. Temeer niet nu verdachte heeft verklaard dat hij nooit iets bij ‘ [bedrijf] ’ heeft gekocht. Hij is naar eigen zeggen nooit in deze winkel geweest en kan zich niet herinneren dat hij iets via deze winkel heeft verstuurd. Het DNA-profiel verkregen uit het spoor matcht met de hoogste bewijskracht met het DNA-profiel van verdachte. Het dossier bevat daarmee voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de inbraak bij ‘ [bedrijf] ’ heeft gepleegd.
De rechtbank concludeert op basis van het dossier dat verdachte de inbraak samen met anderen heeft gepleegd. Er is namelijk DNA van medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen op een schroevendraaier die naast het gat in het dak lag. Aangezien dit gat is gemaakt om het pand in te komen en de goederen eruit weg te nemen, betreft dit ook een daderspoor. Daarnaast zijn er op de camerabeelden die rondom de loods van ‘ [bedrijf] ’ zijn gemaakt op de avond/nacht van de inbraak meerdere personen te zien die samen de inbraak hebben gepleegd. [10]
Diefstal op 23 maart 2023 in Vinkeveen bij de Albert Heijn
Bewijsmiddelen [11]
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , namens Albert Heijn, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van winkeldiefstal. Vandaag, 23 maart 2023, omstreeks 17:06 uur werd ik gebeld door de buurvrouw dat zij dezelfde man als gisteren weer richting de winkel zag lopen. Ik zat boven op kantoor en ben direct naar beneden gelopen. Ik ben bij de kassa's gaan staan en heb op de man gewacht. Ik zag dat een man, die ik herkende van de camerabeelden van gisteren, bij de kassa stond. Ik zag dat hij één product afrekende. [12] Nadat hij heeft afgerekend heb ik hem aangesproken. Ik vroeg aan hem of hij alles had afgerekend en of ik in zijn tas mocht kijken. Ik hoorde hem zeggen dat hij dit niet wilde en ik zag dat hij met zijn borst vooruit ging staan. Hierop heb ik hem aangehouden op verdenking van winkeldiefstal. Even later kwam de politie en heb ik hem overgedragen aan de politie. Ik heb gelijk een bon gemaakt van de goederen welke hij heeft gestolen. De goederen kwamen uit zijn tas. Dit betreffen de volgende spullen:
- 4 keer fles HG reiniger;
- 1 keer Yohma tonijnsalade;
- 2 keer harde bolletjes.
Dit heeft een totaalwaarde van 69,63 euro. [13]
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2023086005-6, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat de bedrijfsleider een zwarte sporttas aanwees welke van de verdachte zou zijn. Ik opende de sporttas en zag hier de navolgende goederen in liggen:
- vier spuitbussen tegen zilvervisjes;
- twee harde broodjes;
- een bakje tonijnsalade.
Ik hoorde van de bedrijfsleider dat dit gestolen goederen waren. [14]
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen kan worden geconcludeerd dat verdachte de diefstal bij de Albert Heijn heeft gepleegd. Aangever heeft steeds zicht gehad op verdachte en hij heeft gezien dat verdachte maar één product afrekende. Toen aangever verdachte vervolgens aansprak, wilde verdachte de inhoud van zijn tas niet laten zien. Vervolgens troffen de verbalisanten die ter plaatse kwamen meerdere producten in de tas van verdachte aan. De verklaring van aangever komt ook overeen met wat er op de camerabeelden te zien is. De verklaring van verdachte, dat hij de producten wel zou hebben afgerekend, heeft hij op geen enkele manier concreet gemaakt of onderbouwd en schuift de rechtbank daarom als ongeloofwaardig terzijde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/101919-22
in de periode van 18 augustus 2021 tot en met 19 augustus 2021 te Amersfoort tezamen en in vereniging met anderen
- circa 40 stuks Moovway I-pro elektrische steps en
- circa 50 stuks Moovway easy Trott 26 elektrische steps en
- een onbekend aantal wegwerp mondkapjes
die geheel aan [aangever 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming;
16/222916-23
op 23 maart 2023 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, vier flessen HG, twee broodjes en een bakje tonijnsalade die geheel aan Albert Heijn toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16/101919-22
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/inklimming;
16/222916-23
diefstal.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om een taakstraf aan verdachte op te leggen en hem, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden, geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de duur van het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft samen met anderen een bedrijfsinbraak gepleegd, waarbij er veel waardevolle goederen zijn weggenomen. Uit het dossier blijkt dat verdachte en de medeverdachten georganiseerd te werk zijn gegaan en de inbraak van te voren was gepland. Verdachte heeft op geen enkele manier verantwoordelijkheid genomen voor zijn aandeel bij de inbraak. Verder heeft verdachte een winkeldiefstal gepleegd bij Albert Heijn, waarbij verdachte in een worsteling terecht kwam met het winkelpersoneel.
De persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in de vijf jaar voorafgaand aan de bewezen verklaarde feiten een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen voor winkeldiefstal. Er is dus sprake van recidive.
Verdachte heeft twee dagen in voorarrest verbleven. Uit de brief van 10 januari 2025 van de reclassering blijkt dat het niet mogelijk was om een reclasseringsadvies op te stellen, vanwege capaciteitsgebrek. Er is heel kort voor de zitting geprobeerd om contact op te nemen met verdachte, wat niet is gelukt.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de strafsoort en hoogte daarvan heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Op basis daarvan geldt als oriëntatiepunt voor een inbraak bij een bedrijfspand met recidive 10 weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf en voor een eenvoudige winkeldiefstal met recidive een geldboete van € 200,- en een week voorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank stelt vast dat artikel 63 Sr van toepassing is, aangezien verdachte na de bewezen verklaarde feiten meerdere keren is veroordeeld. Ook is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn van ongeveer acht maanden. Om deze redenen vindt de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan het voorarrest in deze zaak niet passend.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van twee dagen met aftrek van het voorarrest en een taakstraf van 140 uur passend en geboden. Indien verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht, wordt de taakstraf vervangen door 70 dagen hechtenis.

9.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de portofoons (goednummer: PL0900-2023009628-3102803).

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

De rechtbank zal de vorderingen tot tenuitvoerlegging afwijzen. Uit het strafblad van verdachte blijkt namelijk dat de vorderingen al bij andere zaken ten uitvoer zijn gelegd en dat die uitspraken onherroepelijk zijn.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde feit onder het parketnummer 16/224989-23 niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart de ten laste gelegde feiten onder de parketnummers 16/101919-22 en 16/222916-23 bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstrafvan
2 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 70 dagen hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de portofoons (goednummer: PL0900-2023009628-3102803);
Vorderingen tenuitvoerlegging
- wijst af de vorderingen tot tenuitvoerlegging met parketnummers 96-101284-22 en 96-168226-22.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Duinkerken, voorzitter, mr. A.M.M. Lemmen en mr. A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Bazaz, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 januari 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/101919-22
hij in of omstreeks 18-08-2021 t/m 19-08-2021 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- circa 40 stuks Moovway I-pro elektrische steps en/of
- circa 50 stuks Moovway easy Trott 26 elektrische steps en/of
- een onbekend aantal wegwerp mondkapjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te
nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
16/224989-23
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere pakketten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Fedex Express, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een of meerdere pakketten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Fedex Express, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun
bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- een gat en/of een opening heeft gemaakt in (de wand van) het pand van Fedex
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
16/222916-23
hij op of omstreeks 23 maart 2023 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen vier felssen HG, twee broodjes en een bakje tonijnsalade, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 mei 2022, genummerd PL0900-2021264582, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 103. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 22.
3.Pagina 24
4.Pagina 28.
5.Pagina 97.
6.Pagina 100.
7.Pagina 59.
8.Pagina 61.
9.Pagina 64.
10.Pagina 40 en verder.
11.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 september 2023, genummerd PL0900-2023086005, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 33. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
12.Pagina 9.
13.Pagina 10.
14.Pagina 17.