In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 maart 2025 een beschikking gegeven over de aanvraag van een paspoort voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die in een pleeggezin verblijven. De gecertificeerde instelling, Samen Veilig Midden-Nederland, heeft verzocht om vervangende toestemming voor de paspoortaanvraag, omdat de vader van de kinderen zijn toestemming weigert. De vader heeft grote zorgen over de reis naar Tunesië, waar de kinderen met hun pleegouders naartoe willen gaan. Hij is van mening dat de kinderen nog te jong en kwetsbaar zijn voor een verre reis zonder zijn bescherming.
De kinderrechter heeft de procedure op 28 maart 2025 met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader niet in staat was om fysiek aanwezig te zijn, maar wel via Teams had kunnen deelnemen. De kinderrechter heeft de bezwaren van de vader tegen de paspoortaanvraag overwogen, maar oordeelt dat het belang van de kinderen om op vakantie te kunnen gaan met hun pleeggezin zwaarder weegt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI gedeeltelijk belast is met het gezag over de kinderen en dat de wettelijke criteria voor het verlenen van toestemming zijn vervuld.
De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook al wordt er hoger beroep ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door de betrokken partijen worden aangevochten binnen de gestelde termijn van drie maanden.