ECLI:NL:RBMNE:2025:1463

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 februari 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
UTR 24/6618
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan verklaring van erfrecht en volmacht

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 februari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep dat door eiser(es) is ingediend tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Wijdemeren. Eiser(es) heeft op 23 oktober 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van 12 september 2024, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser(es) heeft het beroep ingesteld namens de erven van [erflaatster], maar zonder een verklaring van erfrecht en een volmacht van de afzonderlijke erven kon de rechtbank niet vaststellen wie de erven zijn en of eiser(es) bevoegd was om namens hen beroep in te stellen.

De rechtbank heeft eiser(es) bij aangetekende brief van 25 oktober 2024 verzocht om uiterlijk 22 november 2024 een verklaring van erfrecht en eventueel een volmacht over te leggen. Eiser(es) heeft om uitstel verzocht, wat is verleend tot 20 december 2024. Echter, bij brief van 19 december 2024 heeft eiser(es) aangegeven geen verklaring van erfrecht te kunnen overleggen en ook geen volmacht van [A]. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser(es) in verzuim is geweest om de gevraagde documenten tijdig over te leggen.

Op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat een zitting nodig was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat zonder de benodigde stukken niet vastgesteld kon worden dat eiser(es) het beroep mocht instellen namens de erven. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen vergoeding van proceskosten toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6618

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , veronderstellenderwijs (mede) namens de erven van [erflaatster], te [plaats] , eiser(es)
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Wijdemeren, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser(es) heeft ingediend op 23 oktober 2024 tegen het besluit van verweerder van 12 september 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser(es) stelt voor zichzelf (als erfgenaam van [erflaatster] ) dan wel namens de erven van [erflaatster] beroep in. Het besluit waar het beroep tegen gericht is, is gericht aan de erven. De erven als geheel kunnen daar dus beroep tegen instellen. Zonder een verklaring van erfrecht en eventueel een volmacht van de afzonderlijke erven kan de rechtbank niet vaststellen wie de erven zijn en of eiser(es) bevoegd is om namens de erven beroep in te stellen.
3. De rechtbank heeft eiser(es) daarom bij aangetekende brief van 25 oktober 2024 verzocht om uiterlijk 22 november 2024 een verklaring van erfrecht en eventueel een volmacht over te leggen. Eiser(es) heeft de rechtbank bij brief van 16 november 2024 verzocht om uitstel. De rechtbank heeft het uitstel verleend tot en met 20 december 2024. Daarbij is tevens vermeld dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren, als het verzuim niet tijdig wordt hersteld. Bij brief van 19 december 2024 heeft eiser(es) aangegeven geen verklaring van erfrecht over te kunnen leggen, omdat die niet is opgemaakt en dat eiser(es) ook geen volmacht van [A] kan overleggen. Eiser(es) heeft de rechtbank verzocht om [A] als getuige op te roepen om over zijn positie als erfgenaam te verklaren.
4. De rechtbank stelt vast dat eiser(es) in verzuim geweest binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht en/of een machtiging over te leggen. Hiertoe is eiser(es) wel in de gelegenheid gesteld.
5. De rechtbank ziet aanleiding om met toepassing van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Gelet op artikel 8:54 van de Awb kan dat zonder een behandeling van het beroep op een zitting. Dat er geen verklaring van erfrecht is opgemaakt en dat eiser(es) niet in staat is om een volmacht van [A] te verkrijgen, is geen reden om het beroep toch inhoudelijk te behandelen. Zonder die stukken kan de rechtbank zoals gezegd niet vaststellen dat eiser(es) het beroep überhaupt mocht instellen namens de erven. En voor zover eiser(es) als één van de erfgenamen beroep heeft ingesteld voor zichzelf, kan dat niet omdat het bestreden besluit is gericht aan de erven als geheel.
6. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.