Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de staatssecretaris van Financiën, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
.Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb. Verweerder had uiterlijk op 3 januari 2022 respectievelijk 13 juni 2022 moeten beslissen op de bezwaren. De rechtbank stelt vast dat deze beslistermijn ruimschoots is overschreden. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres verweerder op 26 oktober 2023 in gebreke heeft gesteld. Eiseres heeft meer dan twee weken erna, te weten op 17 april 2024, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2025.